‘Zelfstandig leren: in de toekomst kan je niet zonder’

Brede school De Aldenhove

 

Yolande Hartkamp

In een serie beschrijft de Dukenburger alle basisscholen in Dukenburg. Dat gebeurt door middel van interviews met de schoolleiding en (zo mogelijk) met een leerkracht. In dit nummer staat Brede school De Aldenhove centraal. Een gesprek met Yolande Hartkamp. Al 25 jaar verbonden aan de school. De laatste tien jaar als directeur.

Als je voor het eerst de school bezoekt, lijk je aan te komen op een dorpsplein met veel bomen. Je ziet spelende kinderen en een gebouw met veel ingangen. De redacteuren van de Dukenburger gaan dan ook door een verkeerde deur naar binnen. Om vervolgens door een levendige school met gangen vol kleurrijke schilderijen van leerlingen te lopen. Een prachtige 50 van 50 jaar Aldenhof ontbreekt niet. Directeur Yolande laat deze leerlingenkunst na het gesprek opnieuw met trots zien.

Wanneer je googled op Brede school De Aldenhove zie je al gauw deze tekst: ‘De doelstelling van de Brede school De Aldenhove is het optimaliseren van ontwikkelingskansen voor kinderen in de wijk Aldenhof (thuis, op straat en op school). Het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen kan nooit zonder ouderbetrokkenheid’.

Kleinschalig.

  Yolande onderstreept dit meteen. “Onze school is kleinschalig, hoewel ons leerlingenaantal de afgelopen jaren gestaag is gegroeid. Onze school staat midden in de wijk. Zonder intensief contact met ouders kunnen wij ons werk met kinderen niet goed doen.” Yolande vervolgt: “Kinderen leren het beste als zij structuur krijgen en zich veilig en lekker in hun vel voelen. Kleinschaligheid helpt daarbij. En we hebben gelukkig weinig verloop van personeel. Kinderen zien daarom niet steeds andere gezichten. Toch moet je goed nadenken over hoe je die kleinschaligheid zo goed mogelijk kan inzetten. Daarom hebben we een paar jaar geleden – in overleg met ouders – ons onderwijs ‘gerenoveerd’. Dat betekent dat we de indeling in jaargroepen minder strikt hebben gemaakt. Nu zijn er basisgroepen met activiteiten, die door leerlingen gemeenschappelijk gedaan kunnen worden, zoals start van de dag, vieringen, thema-activiteiten, zoals handvaardigheid, tekenen, wereldoriëntatie of gym. Daarnaast zijn er groepen waar het (individuele) niveau doorslaggevend is. Dan gaat het om taal, spelling, lezen, begrijpend lezen en rekenen.”

Onderwijsvernieuwing.

“De laatste jaren is ons team druk bezig het onderwijs verder aan te passen aan de moderne tijd. Dan gaat het niet alleen om de ontwikkeling van online leren als gevolg van corona, maar over alle aspecten van zelfstandig leren. Zelfstandig (kunnen) leren wordt bij alle vormen van onderwijs steeds belangrijker: in de toekomst kan je niet zonder. Leerlingen krijgen te maken met vragen zoals: hoe ik moet plannen, wat heb ik al gedaan en wat ik nog moet doen? Hoe komt het dat iets niet lukt en wat heb ik goed gedaan? Waarom is dat goed? Al die vragen bespreekt de leerkracht samen met het kind. Deze vernieuwing is in samenspraak met de ouders tot stand gekomen. Uit de eerste evaluaties blijkt dat leerlingen erg blij zijn met deze nieuwe aanpak”, vertelt Yolande trots.

Aansluiting met vervolgonderwijs “Deze nieuwe vorm van leren sluit goed aan bij het vervolgonderwijs. We werken daarom nauw met hen samen. De HAN* en de universiteit zijn – door middel van het doen van onderzoek – daarbij betrokken,” aldus Yolande, die verder benadrukt dat door kleinschaligheid geringe verschillen in doorstroming naar vervolgonderwijs in percentages soms heel groot lijken: “Soms heb je voor een bepaald schooltype een paar leerlingen minder. Soms een paar meer. Maar als je dat verschil vergelijkt in percentages krijg je opeens een groot getal.”

Toekomst.

“De toekomst is natuurlijk onduidelijk door corona,” vertelt Yolande. “Maar ik ben trots op dit team. Trots op de manier zoals we met elkaar doorgaan en oog houden voor de toekomst van onze kinderen. Dat biedt hoop. En we kijken uit naar het opknappen van de speelplaats. Dat werk start in november. Dan wordt onze school ook weer een stukje mooier.”

*Hogeschool Arnhem Nijmegen

 

Bericht oktober 2020

menu