‘Vastentijd’
Pasen valt vroeg dit jaar, en dus Carnaval ook. In het weekeind van 11 februari is het weer zover. Maar de meeste lezers van deze krant zullen dat veel beter weten dan ik. Ik ben een protestant van boven de rivieren en totaal onbekend met het vieren van Carnaval. Natuurlijk weet ik er wel wat van: het gaat met verkleden gepaard, speciale muziek, het nodige bier, en veel leut (als ik me goed uitdruk), maar het is een verschijnsel waar ik zelf geen enkele ervaring mee heb.
Dat heb ik wel met het vervolg op Carnaval. Oorspronkelijk was het immers de opmaat naar de vastentijd. De restjes werden nog even opgemaakt of men sprong nog snel even een keer wat uit de band, vlak voor de strenge regels van het vasten gingen gelden. De veertig dagen vóór Pasen was een tijd van inkeer en bezinning en dan moest het leven sober zijn. De zondagen telden bij die veertig overigens niet mee.
Ook met het vasten ben ik van oudsher niet bekend. Protestanten werden geacht altijd al sober te zijn, dus wat extra in de tijd voor Pasen zou niet veel uitmaken. Toch leek het me als student al misschien wel een goed idee om een tijdlang wat minder uitbundig te leven. Bier, snoep en snacks kun je gerust een paar weken laten staan om toch gelukkig te leven; zo bleek. Door deze soberheid kreeg de tijd voor Pasen een ander karakter dan de rest van het jaar, en vormde zo inderdaad een bijzondere voorbereiding op het Paasfeest. Het is me goed bevallen en sindsdien doe ik mee aan de vasten in de veertigdagentijd.
In protestantse kring zie ik schoorvoetend wat meer belangstelling voor dit vasten. Opvallend genoeg, want in katholieke kring lijkt het vasten, anders dan het Carnaval, juist wat op z’n retour te zijn. Misschien komt dat wel omdat het ooit allemaal ‘moest’ voor katholieken. Als je er zelf voor kiest, en bovendien zelf kunt invullen hoe je precies vast, is het minder opgelegd. Maar die vrijheid zullen ook katholieke mensen inmiddels wel ervaren.
Misschien dat vasten niet alleen een verdieping aan Pasen kan geven, maar ook aan het vieren van Carnaval. Want als de vasten er achter aan komt, dan krijgt de uitbundigheid ook meer betekenis. Daarom misschien wel een reden om niet alleen aan de vasten te doen, maar ook de feestneus op te zetten. Het zit me als protestant niet zo heel erg in het bloed, maar misschien kan ik er aan wennen?
Wouter Slob, predikant Ontmoetingskerk