‘Wil van Cleef, actieve veelzijdige Dukenburgse beroepsvrijwilliger’

De inmiddels 71-jarige Wil van Cleef woont al 46 jaar in ons stadsdeel, in de wijk Meijhorst. Veel Dukenburgers moeten hem kennen van zijn verschillende activiteiten. Zo was hij jarenlang actief betrokken bij het Jongerencentrum Staddijk. Maar dat was hij bij nog veel meer organisaties. Hoog tijd voor een nadere kennismaking, vond de redactie van de Dukenburger.Tekst gaat verder onder de foto.

Wil is een echte Nijmegenaar. Op 20 april 1950 zag hij in de Keizer Karelstad het levenslicht. Het doorlopen van de lagere school en enkele technische opleidingen verliep moeizaam. Wil leed aan een chronische nierziekte waarbij het enig bekende medicijn was het nemen van volstrekte rust. Daarnaast volgde hij nog diverse computercursussen en zelfs ook nog een cursus volleybalscheidsrechter. Bij DUVOL, de Dukenburgse volleybalvereniging. Ook zette hij zich enkele jaren in voor een zaalvoetbalclub en voor carnavalsvereniging de Laeckenhalridders. Hij organiseerde een jaarlijkse Snertactie en bouwde onder andere mee aan de carnavalswagens voor de Nijmeegse optocht. Waarmee driemaal een eerste prijs werd behaald. Maar deze activiteit leverde hem ook een ernstig ongeluk op. In 1974 werd Wil overreden door een vrachtwagen, wat hem ernstige kneuzingen opleverde, en een bloeduitstorting van een liter in de rug. De vrachtwagen is terwijl hij op zijn buik lag over zijn heup heen gereden. “Dat had ook slechter kunnen aflopen”, zegt hij. “Sindsdien ben ik meer gaan nadenken en beseffen wat echt belangrijk is in het leven.”

In juni 1975 kwam hij naar Dukenburg. Eerst in de flat Meijhorst 63e straat, waar hij zich na enkele jaren natuurlijk ook weer ging inzetten voor de bewonersvereniging. Later verhuisde hij naar de 91e straat in dezelfde wijk.

 Wil werkte aanvankelijk bij enkele bedrijven, als tekenaar zonwering en technisch adviseur in de buitendienst in de utiliteitsbouw. Tot augustus 1982. Eentje ging failliet en de andere firma was veel geld verloren op de effectenbeurs. Daardoor moest personeel weg om de schade op te vangen. Begin jaren 80 was een slechte tijd om weer een nieuwe baan te vinden. Er was een economische crisis gaande met veel baanloosheid. Uw redacteur kan daarover meepraten. Wil begon een bestaan als baanloze en maakte zich zeer verdienstelijk als vrijwilliger.

StAAD.

Zijn vrijwilligerscarrière in Dukenburg begon als medewerker van StAAD (Stichting Anders Actieven Dukenburg). Later werd hij daar ook bestuurslid. Hij was daar vooral belangenbehartiger van mensen met een uitkering. Er was toen een toetsingscommissie van de gemeente, die moest beoordelen welke onbetaalde arbeid vrijwilligers wel en niet mochten doen. Want niet alles was toegestaan! Toendertijd kon je een strafkorting op je uitkering krijgen als je zonder toestemming vrijwilligerswerk deed. Er mocht toen niets: ook geen hulp aan familie. Dat is ook Wil enkele keren overkomen. Vanuit StAAD werd Wil ook mede-oprichter van de Hobbywerkplaats Dukenburg, het tegenwoordige Creatief Centrum Nijmegen-Zuid. Later besloot het bestuur van StAAD om te stoppen met belangenbehartiging en advies en informatie. Alleen het organiseren van cursussen en ontmoetingsmiddagen bleef over. Reden voor hem om in 1989 de overstap te maken naar het Jongerencentrum Staddijk. Hij was daar vrijwillig staflid maar werd beschouwd als volwaardige beroepskracht. Ook inhoudelijk ging hij daar met jongeren aan de slag. Zoals met thema-avonden over blowen, alcohol drinken en gezond eten.

JC Staddijk.

 Naast zijn vele uren inzet voor JC Staddijk maakte Wil een start met de opzet van een bedrijfje dat bemiddelde tussen muziekgroepen en poppodia voor live-muziekoptredens. Dat kwam niet echt van de grond en uiteindelijk werd hem via de gemeente (stichting Uitzicht) toch een baan aangeboden als assistent-beheerder bij Staddijk. Dat begon met het bijhouden van de boekhouding en onderhoud; later werd de functie uitgebreid tot systeembeheerder en webmaster. De financiële administratie lag bij de Stichting Uitzicht, later bij Tandem en de Stichting Wijkwerk. Grote groepen waren de hardrockgroep, de Swinggroep, fitness en het meidenwerk. Leuk detail: het duurde jarenlang voordat de gemeente, na bemiddeling van Wil, vijf lantaarnpalen plaatste op de Staddijk. Zonder licht was het niet echt prettig voor meisjes om ernaar toe te fietsen. Veel later kwam er de gabberscene bij. Bijzonder was een openluchtfestival in 1993 waarbij al deze groepen samenwerkten. Staddijk had altijd een aparte werkwijze vergeleken met andere jongerencentra. Jongeren werden geactiveerd om zelf mee te werken aan de organisatie van popconcerten, waarvan ze veel opstaken. Drop-outs pakten toch weer hun studie op. Heel wat vroegere bezoekers van het jongerencentrum zijn later terechtgekomen in de horeca, de organisatie van festivals, of wisten aan het werk te komen als geluidstechnicus. In het jongerencentrum ontstond later ook nog een grafische werkplaats, op initiatief van de bezoekers. Door het organiseren van de eerste muziekconcerten ontstond de behoefte om zelf posters te drukken. Later is deze werkplaats zelfstandig ergens anders verder gegaan door ruimtegebrek.

Aansluiten bij wensen.

GroenLinks Nijmegen maakte dankbaar gebruik van zijn ervaring met het werken met jongeren. Wil schreef samen met mensen uit deze partij een nota over het doel van jeugd- en jongerenwerk. De nadruk lag volgens hem te eenzijdig op het toe leiden naar betaald werk, terwijl het eerste uitgangspunt zou moeten zijn om aan te sluiten bij de wensen en interesses van de jongeren zelf. Zijn inbreng heeft zeker invloed gehad op de inhoud van de nota Jeugden jongerenwerk. Deze nota werd weliswaar niet aangenomen door de gemeenteraad, maar uiteindelijk werd het beleid toch wel aangepast.

Na de boerderijbrand.

In 2007 ontstond er brand in jongerencentrum de Boerderij in Meijhorst. Ook waren er diverse autobranden. Na die laatste incidenten vond de politiek, en niet in de laatste plaats burgemeester Thom de Graaf, dat de doelgroep die de Boerderij bezocht voortaan ook maar gebruik moest gaan maken van het jongerencentrum aan de Staddijk. Dit was echter een heel andere doelgroep die om een andere manier van begeleiding vroeg. Van Staddijk werd verwacht dat ze deze groep wel zouden moeten kunnen opvangen. De benodigde kennis, middelen en financiën ontbraken echter. De voormalige cursusruimte werd verbouwd tot theehuis. De oorspronkelijke bezoekers van het jongerencentrum verdwenen geleidelijk aan. Een neerwaartse spiraal kwam op gang en deze kon helaas niet meer gekeerd worden. Het lange tijd beroemde Jongerencentrum Staddijk, waar ook wel befaamde bands optraden, ging uiteindelijk in 2016 ter ziele. Een jaar eerder ging Wil van Cleef met pensioen.

Eigen filosofie.

Wil heeft – door alle ervaringen die hij in zijn leven heeft opgedaan – zijn eigen filosofie ontwikkeld over wat werk, en in het bijzonder vrijwilligerswerk, nu eigenlijk is: “Vrijwilligerswerk is heel belangrijk voor de samenleving, maar het wordt niet echt gewaardeerd. Een uitspraak in de bijbel is dat wie niet werkt niet zal eten. Er staat nergens dat dat betaald werk (arbeid) zou moeten zijn. Door de jaren heen, vanaf mijn veertiende jaar, is er altijd een inzet geweest binnen diverse organisaties in de vrije tijd. Anders gesteld: ik heb altijd een baan en zal die ook blijven hebben, ook al is er geen geld beschikbaar voor gesteld om deze inspanningen financieel te ondersteunen.”

Op een van zijn visitekaartjes staat dan ook vermeld: Wil van Cleef, Beroepsvrijwilliger.

Bericht juli 2021

menu