‘Historie van de woonwagencultuur’

Er zijn twee groepen woonwagenbewoners: Roma en Sinti enerzijds en Reizigers anderzijds. Veel reizigers stammen af van voorouders die van origine afkomstig zijn uit Duitsland, delen van Frankrijk, België, Zwitserland en Oostenrijk: de Jenische bevolkingsgroep. Later heeft een deel van deze groep de oversteek gemaakt naar Groot-Brittannië, met name Wales, Schotland en Ierland. Ze worden (werden) ook wel travellers genoemd.

Veel voorouders van de huidige bewoners van de Teersdijk behoorden tot de armste bewoners van Europa. Om hun brood te verdienen waren ze genoodzaakt om rond te gaan trekken om de kost te verdienen. Veel reizigers waren ketellappers, bezembinders, marskramers, stoelenmatters of kermisklanten en circusartiesten. Eeuwenlang werd de cultuur van deze bevolkingsgroep op diverse wijzen bestreden.

 

 Soms werden ze gestuurd naar ‘heropvoedingskampen’ zoals de Koloniën van Weldadigheid in Drenthe, waar vooral dwangarbeid verricht moest worden, bijvoorbeeld turfsteken. Bekend is dat in de Tweede Wereldoorlog Joden, Roma en Sinti zijn afgevoerd naar de Duitse concentratiekampen. Dat ook reizigers af zijn gevoerd is niet heel bekend. In Duitsland is dat veel  reizigers (Jenische) overkomen. Het gebeurde ook met Nederlandse reizigers. Vaak omdat er tussen Roma/Sinti en Reizigers ook familiebanden zijn. Zo ook bij Peter Vos. Een nicht van zijn opa (Gerarda Weisz-Vos), moeder van de bekende Zoni Weisz, is afgevoerd naar een concentratiekamp en heeft het niet overleefd.

Nadat in Duitsland vanaf mei 1940 alle woonwagenbewoners naar concentratiekampen werden gebracht, presteerde directeur J.A. van Doorn van de Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon in Utrecht het om een brochure te schrijven met de titel De woonwagens moeten verdwijnen. Met het Auschwitz-Erlass van 29 maart 1943 moesten alle in Nederland wonende ‘zigeunerische personen’ gedeporteerd worden. De deportatie werd uitgevoerd door de Nederlandse politie. Terwijl de reageerden de Nederlandse autoriteiten met confiscaties en opsluiting van woonwagenbewoners.

De Telegraaf voerde in april 1944 een campagne tegen de ‘beroepswerklozen’ die een ‘makkelijk’ leventje zouden willen. Bij een massa-razzia in mei werden veel woonwagenbewoners gedeporteerd. De Nederlandse politie was zó fanatiek bij de arrestatie van deze volgens hen ‘asociale’ mensen dat de nazi’s er 64 weigerden: ‘De Hollanders zijn gek geworden, nu sturen ze ons Ariërs!’ De woonwagenbewoners die wél naar de vernietigingskampen gingen, overleefden het meestal niet. Ook werden ze blootgesteld aan de gruwelijke experimenten van Ritter en Mengele.

Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden regionale woonwagencentra. In Nijmegen allereerst aan de Sint Teunismolenweg. In 1967 werd het regionale woonwagencentrum aan de Teersdijk opgericht. Met eerst nog een eigen basisschool. Maar de jaren erna werd – om de integratie te bevorderen – deze school gesloten en gingen de kinderen van het ‘kamp’ in Tolhuis naar school.

Sinds 1968 is er een rondtrekverbod voor reizigers. Waarmee ook op de Teersdijk de verrijdbare woonwagens geleidelijk plaats maakten voor vaste woonwagens. Na een renovatie werd tijdens een officiële ‘heropening’ door voormalig wethouder Jan Massink het bordje Regionaal woonwagencentrum weggehaald en vervangen door het straatnaambordje Teersdijk. Een gewone wijk van Nijmegen, wel met bewoners met een bijzondere cultuur die ze in stand willen houden. Een deel van de cultuur is de eigen taal die gesproken wordt: het Bargoens. Hiervan zijn twee varianten ontstaan die niet met elkaar verward moeten worden en geheel los van elkaar staan. Immers, de dieventaal uit het Amsterdamse criminele milieu wordt ook zo genoemd. Klik hier

De Vereniging Behoud Woonwagencultuur is er inmiddels in geslaagd om deze cultuur geplaatst te krijgen op de lijst van Nederlands Immaterieel Cultureel Erfgoed. Daarmee is Nederland op grond van een UNESCO- verdrag verplicht om deze cultuur te beschermen.

Bericht maart 2021

menu