‘Uit de achtertuin geklapt’

De kleinkinderen van een Dukenburger echtpaar wonen gelukkig niet in Wallachije (heel ver weg), maar wel in een aanmerkelijk landelijker omgeving dan ons dichtbebouwde stadsdeel.

Verbaasd zijn de kleindochters en -zoontjes keer op keer als ze door de serreramen in het huis van opa en oma naar tuintafereeltjes kijken. Duiven, Vlaamse gaaien, kraaien, merels, eksters, koolmezen, vinken en roodborstjes. Hoger in hun vlucht zien ze reigers, buizerds of een havik. Het is een dierentuin in het klein, beslist geen zootje.

Knabbels en Babbels

Het leukst zijn absoluut vier eekhoorntjes in het tuindecor. Die achtergrond, letterlijk de achterzijde van de rijtjeshuizen, is gelukkig goed groen, maar van het formaat grote postzegel. Dat maakt het beestenspul zo bijzonder. Kijken we naar de eekhoorntjes, dan zie je verschil in grootte en in kleur. De kleinkinderen gaven ze namen mee: Eekie en Frekie (de snelle roodharige even grote pluche diertjes, dus een tweeling), Marshall (de bazige donkerbruine eekhoorn) en E-zonder-naam (het grijswitte, rustige en kleinste knaagdier). Opa en oma houden ze niet uit elkaar hoor. Want soms zien ze er maar één onderweg, dan weer twee of drie spelen en met veel geluk laten alle vier zich tegelijk bewonderen. Je ziet de beestjes dan zigzaggen naar de plekjes waar ze hun verzamelde voedsel verstopten. Dat kan zijn in de bomen, maar ook in struiken en in het zand, zo vertelde de oudste kleinzoon, die ook alles nasloeg over de rode wouw, de roofvogel met prachtig gekleurde veren. Het kwartet eekhoorntjes heeft het hier in Dukenburg overigens prima getroffen. In meer dan één achtertuin wordt voor ze gezorgd. De tafels voor het ontbijt, de lunch, het diner en de drank zijn het hele jaar door gedekt en worden door de Knabbels en Babbels dankbaar bezocht. In de avonduren trekken de eekhoorns zich terug in hun nestjes, hoog in de bomen.

Meer ‘wilde dieren’

Er lopen uiteraard door en langs de achtertuinen katten en honden voorbij en zo nu en dan een padje uit een vijver. Terwijl egeltjes moeten oppassen voor die waterpartijen. In een holle stam verderop langs een bomenlaan werkt hoorbaar de bonte specht. In het najaar, gedurende korte tijd, hoor je de oehoeroep van een uil. Die woont in één van onze stadsbosjes. Tussen geparkeerde auto’s werd eens een vosje op de foto gezet. Wolf of das zijn nog niet gesignaleerd en zwanen, eenden, meerkoetjes, ganzen, zelfs de ijsvogel, zie je evenmin in de achtertuin, maar wel in de dichtstbijzijnde Dukenburgse watergang. Daar waar ooit op een mooie Pinksterdag die krokodil werd gespot. Vleermuizen, voor wie massaal vleermuizenhotels zijn opgehangen, zie je zelden.

Bericht april 2025

menu