‘420 banen’
‘Geen eten.’ Met een ‘meteen naar bed’ als toevoeging. Dat kreeg ik vroeger te horen als ik stout was geweest.
Onlangs, toen ik in het ziekenhuis lag, gebeurde het weer: ‘Geen eten.’ Zonder ‘meteen naar bed.’ Daar lag ik al in. ‘Het staat in de computer’, was nu het argument. Een nacht wachten op eten hoefde ik echter niet. Een ervaren verpleegkundige hielp me uit de brand door de catering te melden dat mijn behandeling was uitgesteld. En ik gewoon kon eten. De mail van de afdelingsarts hierover was niet doorgekomen. Als troost kreeg ik een extra ei.
In het ziekenhuis kun je niet om computers heen. Je wordt bij opname verbonden aan een monitor, waarop allerlei gezondheidszaken te zien zijn. Bij controle wordt eerst naar het scherm gekeken. Ik heb grote bewondering gekregen voor de snelheid waarmee medewerkers alle gegevens weten te verstouwen. (Je kunt alles zelf digitaal volgen op jouw persoonlijk account. Soms in het Engels of medisch potjeslatijn.) Al met al een grote, steeds groeiende stroom data, die in de gaten gehouden moeten worden. Je zou denken: er moet méér zorgpersoneel bij. Niet dus. In Nederland verwachten rekenmeesters in 2040 een tekort van 350.000 zorgbanen (dagblad Trouw op 12 september jongstleden).
Voor Dukenburg omgerekend praat je dan over een tekort van 420 voltijdsbanen. ‘Automatiseer dan maar’, wordt vervolgens geroepen. Ik moet er niet aan denken. Zorgvuldig en ervaren personeel blijft nodig voor persoonlijke zorg en aandacht: om goed te kunnen genezen; om vastlopen van processen te vermijden, zodat je niet een nacht zonder eten blijft. En om zoveel meer redenen natuurlijk. Investeren in mensen in plaats van in robots. Hoe moeilijk kan het zijn?
Er komen weer acties in de zorg. Eén dag alleen maar spoedgevallen. Lastig? Natuurlijk. Maar de laatste weken heb ik gezien hoe belangrijk verbeteringen van werkomstandigheden voor zorgmedewerkers zijn. Doe je niets dan heb je binnen de kortste keren inderdaad pratende robots aan je bed.
Willen we dat? Nou dan.
Toon Kerssemakers