‘30 kilometerzones en de bus’
In het augustus/septembernummer van de Dukenburger schreef ik over de komst van 30 kilometerzones op bijna alle Dukenburgse wegen. Dat heeft niet alleen gevolgen voor het autovervoer maar ook voor de stadsbussen. Omdat de vervoerssnelheid op diverse plaatsen omlaaggaat is de bus iets langer onderweg. Om hetzelfde serviceniveau aan te houden zijn dan meer bussen nodig. Daarmee blijft het openbaar vervoer tenminste aantrekkelijk. Het streven van de gemeente Nijmegen is, zo schrijft men zelf in de beleidsstukken, om meer mensen te verleiden de bus (of de fiets) te nemen in plaats van de ruimte verslindende auto.
Oud- Gelderlanderjournalist Rob Jaspers wees er onlangs in een column op dat er voor een andere “oplossing” gekozen dreigt te gaan worden dan de inzet van meer bussen. In de nieuwe dertig kilometerzones zouden juist diverse bushaltes vervallen om de doorstroming van het busvervoer op gang te houden. Minder stoppen bij haltes betekent immers ook tijdwinst. Wethouder Daemen (GroenLinks) hanteert het principe dat mensen best eerst een eindje kunnen lopen of fietsen naar een bushalte voordat ze op de stadsbus stappen. Bundeling van busroutes op hoofdwegen, zo noemt ze dat. Voor Dukenburg zou dat in de toekomst betekenen: alleen nog busvervoer over de Van Boetbergweg, Van Schuylenburgweg en Van Apelterenweg.
Deze gemeentelijke visie op openbaar vervoer wordt pas volgend jaar besproken in de gemeenteraad. Daarin wordt dat beleid definitief vastgelegd. Een aanzienlijke verslechtering zou dat zijn, met name voor ouderen en gehandicapten. Die zullen, zo voorspel ik nu al, juist vaker voor hun eigen auto gaan kiezen.
Het kan zomaar zijn dat in 2027 geconstateerd gaat worden dat het streven om meer mensen in de bus te krijgen dan in de eigen auto mislukt is.
Toine van Bergen
