Het woord talig bestaat echt in onze vocabulaire. Denk maar aan twee- of meertalig opgevoede kinderen. Maar als alleenstaand woord klinkt talig onwennig in onze oren. Want wanneer gebruik je de term. ‘Is je broer net zo talig als jij?’ Het meisje, een ijverige leerlinge die behoorlijk kon lezen, schrijven en praten en dus goed was met taal, keek verbaasd op na deze vraag aan haar. ‘Talig?’ Is dat een term voor een broer van wie je altijd baalt omdat hij jou ook stom vindt? Tweerichtingverkeer? Of dat broerlief graag puzzeltjes oplost? Speelt met taal? ‘Talig, tanig, danig.’ Nee, geen rinkelend belletje. Maar als titel voor een aantal stukjes kopij die zowel uiteenlopend als verbindend met taal/talen/namen te maken hebben, is talig heel geschikt. Alles heeft met taal te maken.

#Taalvout van het jaar 2024
Die is niet leuk, die is hééél leuk! Hierboven staat vout opzettelijk niet goed. Zo gebruikt de jury hem immers ook. Het gaat over de taalfout die gewonnen heeft als blunder van vorig jaar. Niet alle media maakten er melding van, dus geeft de Dukenburger een beetje extra aandacht aan een vuilcontainer op straat: Geen afval ingooien, alleen bewoners. Nummer twee van vorig jaar is van een datingplatform geplukt: ‘Oeps! Ik heb iemand gelikt die ik niet wilde liken!’ Dat Dunglish ook…
#Ons ABN verEngelst
Taalliefhebbers met als eigen taal het Algemeen Beschaafd Nederlands kunnen zich groen en geel ergeren aan allerlei Engelse uitdrukkingen die onze taal, onze beschaving en ons land binnensluipen. Oh my God. Dit boeit menig lezer helemaal niet, die is gek op het Angelsaksisch dat vaak de lading van het Nederlandse woord modern weergeeft. Men maakt er een lifestyle van. Jazeker, hoewel een challenge beslist niets anders is dan een uitdaging. Toch kunnen taalpuristen zeker glimlachen en tenslotte denken ‘Now yes, if it must, ahead but’ na deze uitdagende vertaalslag:
- The weekend stands weather fort the door.
- She is so stoned as a shrimp.
- What see you there fantastic out today.
- I walk the legs out of my body.
- It freezes that it cracks, I get there chicken skin from.
- What a lucky bird are you.
- They hang it always on the big clock; what an overdrivers.
- Not normal, what is the wind cold today.
- Make you not so busy, I rescue me well.
- This book has donkey-ears.
- We sit on one line what that cocerns.
- You must further looking than your nose long is.
- He is there fat handy in. Bij de weg (by the way), er bestaat een scheurkalender die elke dag van het jaar zo’n opzettelijk kromme vertaling oplevert. ‘O yes? Make that the cat wise!’

#Zus en zo
In het hoekhuis met de grootste tuin in de rij was een nieuw gezin neergestreken. Vader, moeder, twee kinderen, heel klassiek. Moeder was gewoon moeder de vrouw, maar reuze hip gekleed. Ze had geen parttime baantje. Ze deed wel vrijwilligerswerk én naast macraméknopen had ze meerdere hobby’s. Eén daarvan was tuinieren; dat ging de buurt zeker merken. Bij de kennismaking hoorden de ‘zittende’ bewoners haar werkelijke voornaam, daarna niet meer. Ze begon immers met: ‘Noem mij maar Zus, want mijn doopnaam vráágt daar gewoon om. Maar ik ben er intussen aan gewend.’ De buuv had het niet verwacht maar ze was toch best verwonderd door de slimme vraag: ‘Heet je dan soms Ursula?’ Ja, dat was niet zo moeilijk, na de tophit van Rob de Nijs: Zuster Ursula! Zonde om zo’n welluidende naam te vermageren naar Zus. ‘En hoe heet je vader’, was een latere vraag aan één van de koters van de hoek. ‘Zo’, was het antwoord van het joch – hij wist niet beter – ‘en ik heet Jacques.’ ‘Zus en Zo’, ‘Jacques uit het hoekhuis’, dat werd Sjakie van de hoek. Bekend van Jacoba Hollestelle, die stoute Sjakie en zijn broertje bezong. Gelukkig had het jongere zoontje van Zus en Zo de neutrale naam Willem. Geen mens kon nog vermoeden dat zijn tweede naam Alexander was. Terwijl Willempie van André van Duin gelukkig al tijden uit de carnavalsparade getuimeld was. Dus Willem was en bleef Willem. Terug naar moeder Zus. Haar tuinwerk vlotte als een dolle. Ze legde voor, achter en opzij een spannend allegaartje aan, volkomen verantwoord in hoogte, lengte, diepte, breedte en kleur. Appelboompjes kregen een plaats, kiwi’s konden flink groeien en er kwam een ruime plek voor een jonge kastanje. In de uiterste hoeken gingen sla en tomaten de moesgrond in (en uit). De supermarkt had geen goede klant aan Zus. Etenswaren en snijbloemen uit haar tuin werden bovendien royaal met de buren gedeeld. Maar dan haar onzichtbare plantage. Die groeide en bloeide in de kruipruimte onder het huis. Waar van die enge dunne witte spinnen ook gedijen, om van te griezelen. Spinnen in de buurt van eten. En, uh, heette de ‘directeur van het gezin’, zoals Jacques en Willem hun vader noemden, werkelijk gewoon Zo? Het duurde even voordat de buren het ontdekten – oma klapte uit de school – Zo werd gedoopt met de naam Enzo en hij werd geboren in Voorthuizen. (Stiekem ook bijzonder: EnzoVoort.) Sjakie en Willem hadden dus de mogelijkheid om hun ouders Ursula en Enzo te noemen in plaats van Zus en Zo. Gelukkig noemden zij hen functioneel mamma en pappa.
#Wijsneus
Het talige, lees bijdehand babbelend, jochie was bijna drie toen hij zelf vond dat zijn toetje na het avondeten best mocht worden versierd met dat lekkere witte spul in een spuitbus. Nog wat chocolade hagelslag erop en dan, jammiejammie, lekker smullen. Vooral van de door hem bestelde slagBoom. Het woord Jainosaurus voor één van zijn fossiele vriendjes wist hij zonder haperen uit te spreken, maar slagBoom voor slagRoom?
#Klein kapitaal
Een bekende Amerikaanse auteur bekende te werken met klein kapitaal. Wat bedoelde de schrijver (m/v/x) daarmee? In één roman was zijn/haar vrouwelijke hoofpersoon – laten we haar Susan noemen – een secretaresse in de jaren zeventig. Vorige eeuw. Een zelfstandige, geëmancipeerde vrouw, met een werelds imago. Zeer eigentijds gekleed, de mode net een voetstap voor. Zij zou het volgens de auteur nog vér schoppen op het wereldtoneel. Gaandeweg het verhaal in het boek bekroop menig lezer(-es) de gedachte dat Flotus (First Lady of the United States) Jacqueline Bouvier model had gestaan voor de secretarieel medewerkster. En bij díé echte dame in functie, Jacky Kennedy, kreeg eenieder destijds enkel dollartekens in de ogen. Niks geen klein kapitaal. Wat was dan het antwoord op de cryptische omschrijving klein kapitaal? Desgevraagd lichtte de auteur een puntje op van het rookgordijn. Alle boeken werden in concept met de hand geschreven, zonder gebruik te maken van hoofdletters (kapitaal in de drukkerswereld). Maar eenmaal goedgekeurd voor publicatie moest het klein kapitaal worden ingeleverd voor normaal getypte zinnen, beginnend met een hoofdletter en eindigend met een punt. Ondanks dat liet het schrijftalent hoofdpersoon Susan ook alles tikken met kleine letters. De hoofdletters op de zogenaamde hamertjes van de typemachine liet Susan verwijderen. Alleen de G, de O en de D mochten blijven. Want Susan had grote eerbied voor GOD en adoreerde haar hond, haar DOG. Wat een vreemd verhaal hè. Dat hier geplaatst is om te weten te komen, via een Dukenburgbewoner (m/v/x), wie o wie de samensteller was van het boek en hoe de titel luidt. Iets met een hotel/restaurant? Een luchthaven? Een reclamebureau? Waar liet de romancier Susan secretarieel werk verrichten? Reuze benieuwd of iemand hier een antwoord op weet.

Bericht april 2025