‘Taalcafé en Taalhuis’

Respectievelijk in 2016 en 2017 startten in Dukenburg een Taalcafé en een Taalhuis. Het vijfjarig bestaan van het Taalcafé viel in de coronatijd; daaraan kon geen aandacht besteed worden. Het Taalhuis staat er wat dat betreft beter voor. Maar omdat toch al elke donderdagmiddag tussen twee en vier een feestje genoemd mag worden, staan er meer dan eens heerlijke koekjes op tafel. Voor bij de koffie en de thee. Andere traktaties naar recepten uit ieders land van herkomst worden bij de grote algemene feesten overvloedig aangeboden en met smaak verorberd. Dit werkt goed mee aan de opzet: in informele multiculturele sfeer anderen ontmoeten, van elkaar leren en vooral de Nederlandse taal gaan beheersen, schrijvend en lezend. In het Taalcafé op maandagochtend tussen tien en twaalf uur is het van hetzelfde laken een pak. Daar staat de saamhorigheid voorop, terwijl de contacten en de gesprekken eveneens leidend zijn.

De taal leren in de praktijk

Het ‘café’ en het ‘huis’ voor de Nederlandse taal zijn initiatieven van de Bibliotheek Gelderland Zuid.

  Meerdere regionale bibliotheken kennen deze formules ook. In een omvangrijke gids voor het seizoen 2021-2022 wordt helder uiteengezet hoe de hulp bij de Nederlandse taal door de bibliotheek wordt aangeboden. Zowel fysiek als digitaal, want deelnemers komen bij elkaar om te leren schrijven en lezen (Taalhuis) en te oefenen in het spreken in een groep (Taalcafé). Daarnaast kunnen online oefeningen worden gedaan:  Klik hier . In de gids wordt de 49-jarige Mohammad uit Groesbeek geciteerd: ‘In het Taalcafé leren we veel over het Nederlandse eten (stroopwafels), tradities en feestdagen. Wij leren veel Nederlandse woorden, die ik beter onthoud omdat we er met elkaar over praten. Op school leer je de taal op papier, in het Taalcafé leer je het in de praktijk.’ Het Taalhuis kan dit etiket naadloos overnemen. Wat voor beide taalhulpmiddelen geldt, is uiteraard ook van toepassing op ‘het Nieuwsuurtje’, Leesgroepen, VoorleesExpress, Taalpunten en de online taaloefeningen en meer: het in de praktijk gebruiken van de Nederlandse taal. Zo zijn er verrassende groepsbezoeken aan de bibliotheken mogelijk voor taalcursisten bij het ROC, bij Step, Radboud in’to Languages, Nederlands de Baas of Vluchtelingenwerk. Alle taalactiviteiten zijn niet alleen voor mensen met een buitenlandse achtergrond, maar wel degelijk ook voor geboren en getogen Nederlanders. Laaggeletterden bijvoorbeeld of schoolkinderen met een taalachterstand, zelfs studerenden die moeite hebben met de Nederlandse taal, kunnen in de bieb terecht. De drempel is superlaag: men hoeft geen lid te zijn van de bibliotheek, aanmelden is vaak niet nodig. Deelname aan de meeste taalcursussen is gratis. Vrijwilligers van het Taalcafé en het Taalhuis maken hun deelnemers attent op alle mogelijkheden om te blijven oefenen met de Nederlandse taal. Zo stromen de deelnemers eenvoudiger door naar een werkplek in de maatschappij.

Zwanenveld

 In Dukenburg is het bibliotheekgebouw in Zwanenveld de plaats waar belangstellenden en vrijwilligers samenkomen. Bij het Taalhuis zijn er zeker drie dames die al die vijf jaren van het bestaan van de formule aan tafel plaatsnemen. Deze vrouwen zijn ook vaste bezoeksters van het Taalcafé. Eén van hen vertelde dat ze in haar eigen land nooit naar school was geweest. Eenmaal in Nederland moest ze eerst letters en cijfers leren om zo stap voor stap verder te kunnen. Nu kan ze zich verstaanbaar maken en boeken lezen. Nog mooier: zij leest haar kleinzoon vóór in het Nederlands! Dat dankzij het Taalcafé en het Taalhuis. Haar buurvrouw aan tafel in Zwanenveld uitte zich eveneens zeer tevreden met de begeleiding van de vrijwilligers. Zij noemde beretrots haar zoon die intussen studeert aan de universiteit. Het gebruik van het Nederlands in de huiselijke sfeer, werpt zijn vruchten zeker ook af. De jongste in het gezelschap kon na drie jaar in ons land al duidelijk over zichzelf vertellen, iets wat één van de oudere dames liever niet deed. Wie het gevoel van heimwee naar het eigen land kent, weet wat dit betekent. Toch blijft deze mevrouw trouw komen en praat zij mee in de voertaal: het Nederlands. Zij voelt zich in elk geval veilig en rustig in ons land, dat stemt haar dankbaar.

Multicultureel

De vrijwilligers vertelden over de vele nationaliteiten die ze zagen langskomen in de vier, vijf jaar van het bestaan van Taalcafé en -huis. Mensen uit Afghanistan, Syrië, Iran, Vietnam, Afrikaanse landen, Zuid-Amerika, maar ook uit Noorwegen, zelfs uit Rusland. Het gros van de vrijwilligers is zowel op de maandagochtend als op de donderdagmiddag van de partij. Zelfs als de groepen ‘café’ en ‘huis’ weer groeien naar de aantallen van voor de twee jaar Covid-19-stilte, zijn er gelukkig voldoende vrijwilligers. Grappig dat daarvan maar eentje een geboren en getogen Nijmeegse is. Zó internationaal kan het zijn in Taalcafé en Taalhuis. Om succesvol verder te gaan nu sociale contacten gelukkig weer meer mogelijk zijn, zouden de groep vrijwilligers en de bibliotheek graag nieuwe deelnemers begroeten. Informatie vooraf kan natuurlijk ingewonnen worden bij de bibliotheken zelf.

In Zwanenveld (90-89) is dat het handigst via e-mail: Klik hier voor mail bibliotheek Zwanenveld

Nadrukkelijk vertelden de vrijwilligers dat moeders met jonge kinderen die nog niet naar opvang of school gaan, van harte welkom zijn. Er is altijd een vrijwilliger beschikbaar om op het kleintje/de kleintjes te passen.

Het Taalhuis in de Mariënburg is elke dinsdag van 10.00 tot 12.00 uur, in Zwanenveld elke donderdag van 14.00 tot 16.00 uur. De Mariënburg heeft twee keer per week een Taalcafé: woensdag van 10.00 tot 12.00 uur en donderdag van 19.00 tot 20.30 uur.

Voor de tijden van de Taalcafés in andere vestigingen klik hier voor meer informatie

Bericht juni 2022

menu