‘De taal van verbeelding’
Medio oktober was ik in Arnhem voor een bijzondere bijeenkomst die in opdracht van gemeente Arnhem door Bureau Wijland was georganiseerd. Tijdens de bijeenkomst werden 10 nieuwkomers in het zonnetje gezet die zich op uitzonderlijke wijze hebben onderscheiden bij het zetten van hun eerste stappen in deze samenleving. De pluimhouders kwamen uit Rusland, Somalië, Jemen, Irak, Afghanistan, Syrië en Oekraïne. Trots waren ze dat zij voorgedragen werden voor een pluim, en dat ze als cadeau samen met mensen die bijdroegen aan hun successen, bomen mochten planten. De tranen in de ogen van de autochtone supporters van deze nieuwkomers symboliseren de hoop in deze barre tijden in Nederland en in de wereld. Wij zijn er allen getuige van hoe onrecht en de geweerlopen zegevieren in plaats van medemenselijkheid en vrede.
Een van de pluimhouders, Svitlana, studeerde in Kharkiv, op de plek waar ik ook studeerde. Zij werd geboren toen ik onderweg was naar Nederland. We deelden een plaats die nu door de oorlog getroffen is, in verschillende tijden. We troffen elkaar in de stad aan de Rijn, omdat het lot ons beiden in verschillende tijden door verschillende oorlogen hiernaartoe heeft gebracht. Luisterend naar haar, reflecteerde ik op mijn leven toen in Oekraïne, en daarvoor in Afghanistan. Ik reflecteerde op de mooie tijden waarin geluk heel gewoon was. Reflecties, herinneringen haal je op in je eigen taal. In dit geval deed ik dat in mijn moedertalen Pashto en Farsi.
De werkelijkheid van hier en nu heeft Svitlana en mij een nieuwe taal geschonken. Ik was onder de indruk hoe goed haar Nederlands was. En dat in twee jaar. Onderweg naar Nijmegen had ik het met collega’s over het verleden en talen. Die vroegen mij wanneer ik welke taal gebruik. Voor het verleden gebruik ik de talen van het verleden. Maar voor het heden heb je de taal van nu, Nederlands, nodig. En voor de toekomst de taal van de verbeelding.
Qader Shafiq