‘Klaarwakker’
Deze ervaring wil ik graag delen met de lezers van de Dukenburger: Met barokmuziek op mijn oren rende ik die ochtend mijn rondje in de Overasseltse- en Hatertse Vennen. Ook deze keer accentueerde de muziek alles om mij heen. De vogels, bomen, de hemel gespiegeld in het water. Toch kon ik de verplichting van de komende avond, het concert van Kamermuziek Nijmegen, niet van me afschudden. Daar keek ik tegenop. Temeer omdat op diezelfde dag ook het Sociaal en Cultureel Planbureau een rapport presenteerde over de grote verschillen tussen sociale klassen in Nederland. Zouden straks daar in De Vereeniging alle ogen op mij gericht zijn? Zoals de keren dat ik me per ongeluk in een sjieke winkel bevond waar medewerkers op me afkwamen: ‘Kan ik u helpen meneer?’ Aan hun gezichtsuitdrukkingen kon je zien dat zij mijn aanwezigheid daar niet vertrouwden.
Voor mij duurde het een tijdje voordat ik kon genieten van westerse klassieke muziek. Ik ben opgegroeid met Afghaanse en Indiase muziek. De klanken van tabla en robab passen bij de afwisselend groene en stoffige landschappen aldaar. Toen Sovjetleider Brezjnev in november 1982 overleed, werd de gehele dag op Afghaanse televisie een concert van een Russisch orkest uitgezonden. Tot afschuw van elke moederlandslievende Afghaan. Dit zorgde ervoor dat westerse klassieke muziek voor mij vanaf toen gelijkstond aan de agressor.
Het lezen van literatuur, en de schoonheid van de Nijmeegse omgeving waarin ik mijn vrijheid hervond, brachten mij toch geleidelijk dichter bij deze muziek. Ik kan er nu luisterend van genieten. Maar een live-concert bijwonen vond ik nog wel een brug te ver. Mijn vrouw Lilia voorkomt dan altijd dat ik bij het luisteren in slaap val, of nog erger, de stiltes met mijn gesnurk opvul.
Helaas kon zij deze avond niet meekomen naar De Vereeniging. Ik zat naast mijn gastheren, vooraan op het ‘amfitheater’ in de Grote Zaal. Tussen mij en de musici lag een landschap van meest grijzige hoofden. Te ver weg dus om de gezichten van de musici, vooral hun ogen bij het spelen van de prachtige stukken, te zien. Het was voortreffelijk en het hield mij met gemak met gesloten ogen klaarwakker. Toen violiste Jacqueline Shave haar compositie introduceerde over het imaginaire leven van Artin, die in de genadeloze golven van de zee van hoop verdronk, kon ik mijn tranen niet bedwingen.
Pas tijdens het onderonsje achteraf met de artiesten, waar ik bij mocht zijn, begreep ik hoe groot hun engagement is. Zelden smaakte de wijn zo lekker als toen. Het zou mooi zijn als deze artiesten en de prominente podia waarop zij staan, toegankelijk zijn voor iedereen.
Qader Shafiq