‘Paul Verwer’
In één klap was ik alles kwijt. Mijn portemonnee met daarin alle pasjes: identiteitskaart, rijbewijs, bankpasje van mijn werk, maar vooral de foto’s van mijn dierbaren die naar me kijken. En vooral het recept van de medicijnen voor mijn moeder die zij in Afghanistan niet kon verkrijgen. Luisterend naar een discussie op de radio, fietste ik bergaf richting Hatert toen een chauffeur van een voorbijrijdende auto gebaarde naar achter te kijken. Ik remde en ontdekte meteen dat ik mijn aktetas kwijt was. Wat had de chauffeur, of misschien wel een kind op de achterbank, gezien? Mijn aktetas kon onmogelijk van mijn stevige fietstas afgevallen zijn. Ik fietste de route terug richting Weezenhof. Kijkend naar de stoepranden en onder de struiken. Hoe kon dat in vredesnaam gebeurd zijn? Alle voetgangers, fietsers en jongeren op scooters die ik eerder op die ochtend gezien had waren nu potentiële verdachten. Hoe kunnen zij zo’n zware tas van mijn fiets af hebben gehaald? Ik had een groot probleem. Mij was onrecht aangedaan. Ik heb 112 gebeld. Al snel lieten zij blijken dat ze mij niet konden helpen. Ze gaven mij het telefoonnummer van mijn bank. De bank bleek onbereikbaar. Dan kom je er ook achter dat je zonder bank-app niets kan. Ik fietste als grote loser over de Hatertseweg en St. Annastraat om bij het grote bankplein, Keizer Karelplein, te komen. Toen alle pasjes waren geannuleerd, kreeg ik een telefoontje van een medewerker van de Bastei, waar ik als vrijwilliger werkzaam ben: ‘Er is een meneer hier langs geweest. Hij heeft jouw aktetas gevonden met alles erin…’ Het werd mijn snelste fietstrip door het stadscentrum ooit. In de Bastei vond ik mijn spullen. Alles. Mijn laptop met het boek waaraan ik al een tijdje werk. Zelfs een briefje van 50 euro.
Een half jaar later, op een oktoberdag, was ik in Heumensoord aan het wandelen. Daar kwam ik drie Afghaanse evacués tegen met wie ik in gesprek raakte. Zij hebben mij hun verhalen toevertrouwd. Zij waren alles kwijt. Alles wat je maar kunt bedenken. Vooral het vertrouwen in de menselijkheid. Ik dacht aan Paul Verwer, een wandelaar uit Utrecht die de moeite had genomen mijn aktetas naar de Bastei te brengen. Toen ik belde en vroeg of ik hem op een of andere manier bedanken kon, zei hij: ‘Dat hoeft niet. Toen ik je aktetas aantrof, dacht ik bij mezelf: wat als ík dit alles kwijt zou zijn?’
Ik gunde de mensheid veel meer Paul Verwers.
Qader Shafiq