‘Hoe ontdekte ik de Nijmegenaar in mij?’
Ik weet niet hoe u het verlaten en aankomst van Nijmegen ervaart. Bij mij ging en gaat het zo. Meteen na het gefluit van de conducteur kwam de trein trillend in beweging. Achter het glazen raam stonden mijn vrouw en dochters te zwaaien. Mijn vrouw, de oudste dochter en ik glimlachten om de gevoelens van angst te verbergen. De jongste dochter lachte omdat ze het leuk vond dat papa in haar favoriete vervoermiddel zat. Zij wist niet dat haar vader voor het eerst sinds haar geboorte lange tijd weg zou blijven. Op dat moment wist ik ook niet dat dit een lange ontdekkingsreis zou worden. De laatste handkusjes van mijn geliefden heb ik in mijn geheugen opgeslagen. Ze zouden de mogelijke narigheden die mij te wachten stonden verzachten. En een stimulans worden voor onze hereniging. De trein reed op de Waalbrug. Zoals gewoonlijk bewonderde ik de Waal en keek naar de torens van de Romeinse stad die mijn geliefden beschermen. Later. Ik voelde de pijn van het afscheid. De verlangens naar terugkeer overheersten mijn gevoelens. Dit terwijl ik me in de nabijheid van de bergen van mijn geboortestad bevond, waarmee ik ooit wakker werd, mijn dag begon en in slaap viel. De vertrouwdheid van vogels, bomen, stoffige wind, de eeuwige stemmen van kinderen en volwassenen op de straten van rook en claxons, hadden plaats gemaakt voor de rust in mijn Nijmeegse wijk. Bij elke confrontatie met het geweld en de dreiging dacht ik aan de glimlach van mijn in Nijmegen geboren dochter waarmee ik uitgezwaaid werd. “Als ik dit overleef, kom ik nooit meer terug. Ik blijf voorgoed in Nijmegen.”
Iedere keer wanneer mensen mijn Nijmegenaarschap in twijfel trekken, denk ik: “Zij moeten mijn hart horen kloppen wanneer ik de skyline van Nijmegen zie verschijnen.”
Qader Shafiq