‘Nog steeds warme gevoelens bij mijn tijd in Aldenhof’

Free lancefotograaf Paul Rapp werd in 1967 geboren in Hatert. Hij heeft vernomen dat hij de laatste is geweest die nog gedoopt is in de kerk in Hatert voordat deze gesloopt werd, in verband met de start van de woningbouw in Dukenburg. In 1972 verhuisde hij samen met zijn moeder en broer naar Aldenhof. Om precies te zijn naar een maisonnettewoning in de 85e straat. Samen met uw redacteur gingen we een kijkje nemen in de buurt waarin hij opgroeide. We troffen het dat de Lindenberg in Aldenhof op dat moment open was. Van beheerder Theo kregen we een kopje koffie aangeboden en daar startte Paul zijn verhaal.

 

“Dit was in 1972 de Dag Hammerskjöldschool waar ik naar toe ging. Er waren toen twee basisscholen in Aldenhof. Er was ook nog de John F. Kennedyschool, de huidige Aldenhove. Beide scholen zaten helemaal vol.” Aldenhof was in die tijd een kinderrijke buurt waar veel te zien en te beleven was. In die tijd had je nog de supermarkt Berends. En de jonge Paul kon ook nog vanuit zijn huis uitkijken over een open boerenlandschap. Park Staddijk en de A73 waren er nog niet. En ook recreatieplas de Berendonck moest nog aangelegd worden. De eerste jaren na aanleg van Park Staddijk werd er nog veel in het water dat daar was aangelegd gezwommen. En in koude winters werden de schaatsen ondergebonden. “We gingen de hele plas over, vanaf Aldenhof tot aan waar nu het tunneltje naar de Berendonck is en weer terug.” Als klein kind bouwde hij met zijn vriendjes boomhutten in de treurwilg die nu nog steeds achter de maisonnettewoning staat, op de hoek van de Staddijk en de 14e straat. Toen kleine Paul wat groter was bracht hij ook veel tijd door met zijn crossfiets in het wijkpark, waar volgens zijn herinnering de hoogteverschillen toen groter waren dan nu het geval is.

Toen de basisschooltijd voorbij was kwam hij eerst terecht in de dependance van de Scholengemeenschap Nijmegen, ook al in Aldenhof. Af en toe bezocht puber Paul het

 Jongerencentrum Staddijk. Maar vaker kwam hij in de Turf, waar toen een jongerensoos was. In de garage onder zijn maisonnettewoning knutselde hij veel aan auto’s. Langzamerhand kreeg Paul daardoor steeds meer interesse voor de techniek. Een opleiding autotechniek was dan ook een logische vervolgstap. “Ik werkte vervolgens onder andere bij de Nissangarage van Auto Hatert”, zo vertelde hij. Ondertussen begon fotograferen een nieuwe vrijetijdsbesteding te worden. Na het volgen van enkele cursussen gooide hij het roer opnieuw om, en werd free lancefotograaf. Al snel volgden er opdrachten van de gemeente Nijmegen. Tegenwoordig is dagblad de Gelderlander een grote opdrachtgever. Paul verliet de wijk Aldenhof in 1992. Weer terug naar Hatert, waar hij een huis kocht in de Edelstenenbuurt. Dankzij de “Vogelaargelden” die ter beschikking kwamen om de sociale structuur van deze wijk te verbeteren kreeg ook zijn nieuwe woonbuurt wat geld toegeschoven. Dit maakte de oprichting van een bewonersgroep mogelijk waarvan hij mede- oprichter was.

Hoe kijkt Paul terug op zijn twintig jaar wonen in Aldenhof? “Ik heb er nog steeds warme gevoelens bij. De bewoners van onze maisonnette deden veel samen er was veel aandacht voor elkaar. Ik herinner me de zomers waarin bijna alle gezinnen gezamenlijk barbecuede op de balkons aan de zijde van de Staddijk. En op de galerij aan de voorzijde had bijna iedereen stoeltjes staan. Er werd lief en leed gedeeld.”

menu