Wouter van Bernebeek: weerman en stormjager.
Met een mengeling van optimisme en zorg sluit Wouter van Bernebeek een gesprek af over zijn werk: weer en klimaat. Wouter woont in Malden en weet over het weer in onze buurt veel te vertellen. De Dukenburger laat regelmatig mensen aan het woord die in Dukenburg of omgeving interessant werk doen. Als vrijwilliger of in een betaalde baan. Wouter doet beide: is meteoroloog (weerman) bij Meteogroup – het vroegere Meteoconsult – en stormchaser. Dat werk doet hij als vrijwilliger. Op diverse fotosites staan prachtige natuurfoto’s van hem. Onder andere gemaakt in de Overasseltse en Hatertse Vennen. Klik hier voor de foto’s van de Overasseltse en Hatertse vennen.
Besmet
Tijdens het gesprek blijkt voortdurend zijn enorme passie voor weer. ‘Het is een beetje uit de hand gelopen.’ Deze passie blijkt heel aanstekelijk. Het kost moeite binnen de tijdslimiet van het interview te blijven.
Hoe raak je zo ‘besmet’ met weer? Wouter: “Als kind heb ik in 1998, tijdens een vakantie op de Veluwe, een enorme onweersbui meegemaakt. Daarbij vielen hagelstenen van 10 centimeter. Alles was kapot. Dat heeft veel indruk op me gemaakt. Ben toen inderdaad besmet. Het weer heeft me nooit meer losgelaten. Extreem weer is gevaarlijk maar fantastisch. Naast mijn werk als meteoroloog ben ik sinds 2009 stormchaser: extreem weer van dichtbij volgen, waarnemingen doen, foto’s maken.”
Altijd hier in de buurt gewoond?
“Ben geboren in Nijmegen maar snel verhuisd naar Malden. Ik ken de regio. Niet alleen als fotograaf, maar ook als weerman.”
Tornado 4 juni 2019 in Dukenburg.
Wellicht zullen de meeste Dukenburgers deze dag vergeten zijn. Dat geldt niet voor iedereen. Zeker niet voor bewoners van Weezenhof die dichtbij Vogelzang wonen. Of voor diegenen die door Vogelzang wandelen en op veel plekken omgevallen of geknakte bomen zien. Op de avond van die dag trok een heuse tornado over ons gebied. Om vervolgens in Hatert, Winkelsteeg en verder huis te houden.
Tornado? Geen windhoos?
Wouter: “Het woord windhoos is een Nederlandse vertaling van het woord tornado. Een windhoos is dus niet onschuldiger. De tornado in de avond van 4 juni was een bijzondere. Niet alleen omdat een zogenaamde supercel in Nederland ontstond (komt hier zelden voor). Maar ook vanwege tijdsduur en de afstand, die de tornado heeft afgelegd. Een supercel is de zwaarst mogelijke onweersbui. Deze buien roteren: draaien als het ware om hun eigen as. Daaruit kan een slurf (tornado) ontstaan die uit de wolk zakt en schade veroorzaakt als grond of bebouwing wordt geraakt. Vermoedelijk is deze tornado ontstaan in de Overasseltse en Hatertse Vennen en te volgen geweest tot in Twente. Zeldzaam ook qua tijdsduur: hij ‘leefde’ ongeveer een uur. De schade aan huizen in Rheden – veel in het nieuws geweest – is veroorzaakt door diezelfde tornado. Dat het een tornado is kun je afleiden uit de scherpe begrenzing van het schadespoor. Bijvoorbeeld in Winkelsteeg waren op een bepaalde plek alle bomen om, terwijl buiten dat gebied geen enkele boom was getroffen. Ook kenden bepaalde straten in Weezenhof veel schade. Terwijl in straten daarnaast niets te zien was. De windsnelheden moeten gigantisch zijn geweest. Het is niet gemeten, maar naar schatting zijn windsnelheden tot 220 kilometer per uur voorgekomen.
Onweer kiest steeds hetzelfde spoor?
“Nee. Onweersbuien zijn groot. Die trekken zich niets aan van het gebied waar ze overheen trekken. Wel slaan bliksems vaker in op plaatsen met veel staal of metaal in de grond. In het industriegebied van Cuijk is bijvoorbeeld zo’n hotspot. De bliksem treft ook vaker eiken. Dat bliksem altijd het hoogste punt opzoekt, is dus niet waar.”
Opwarming
Wouter: ‘De effecten van opwarming zijn in ons gebied ogenschijnlijk niet direct te zien. Maar, als je rondkijkt in de Overasseltse en Hatertse Vennen, dan merk je dat daar echt wat gaande is. Ondanks verschillende natte perioden is tijdens de afgelopen jaren weinig regen gevallen. Daar overheen kwamen in 2018 en 2019 gigantisch warme zomers. Het waterpeil in de vennen zakt. Minder water betekent weer dat het gebied overdag uit zichzelf sneller opwarmt, waardoor meer vocht verdampt. Het opwarmingseffect versterkt zichzelf. Dat in de vennen veel bomen gekapt zijn helpt ook niet echt. Bomen geven veel schaduw en houden juist koelte en vocht vast. Voordat je het weet zijn de vennen op die manier verdwenen. Ja inderdaad, er is regen gevallen in februari, maar daarna is er weer een abnormaal lange periode van droogte gekomen. De regio Nijmegen is – samen met de Achterhoek, Noordoost Brabant en Noord-Limburg – één van de warmste gebieden van Nederland geworden. Er zijn in die gebieden nogal wat zandgronden die extra uitdrogen bij hogere temperaturen. Het grondwater zakt, de grond droogt op, verwarmt verder; ga zo maar door. Fikse onweersbuien lossen dat probleem niet op. De natuur herstelt zich wel, maar tot op zekere hoogte.”
Groen woongebied
Wouter benadrukt het belang van een groen woongebied: “Bomen zijn dus enorm belangrijk om hitte te temperen en snelle uitdroging tegen te gaan. Het centrum van Nijmegen is al gauw 10 procent warmer dan Dukenburg. Op dagen met hitte is het verschil nog groter. Als het bijvoorbeeld in het groene Dukenburg 33 graden is, praat je snel over bijna 40 graden in de binnenstad. Ook gebieden met veel stenen bestrating in tuinen en dergelijke leveren extra hitte op.”
Die blauwe luchten van het afgelopen voorjaar. Veroorzaakt door opwarming? Wouter stellig: “Nee. Die blauwe luchten komen vaker voor in het voorjaar als er een hogedrukgebied boven Scandinavië ligt. Dan steekt er bij ons een droge oostenwind op. Maar dit jaar was de kleur zo prachtig diepblauw door de coronacrisis. Er wordt heel weinig gevlogen. De lucht is dus erg schoon. Vandaar.”
‘Stormchaser’
“Stormchasen doe ik als lid van een netwerk vrijwilligers. We proberen te achterhalen waar zware onweersbuien gaan ontstaan. We doen waarnemingen. Maken foto’s en video’s door een groot deel van Europa. Er is altijd een risico dat je voor niets komt. In Amerika wordt er wel veel geld betaald, maar daar is het weer ook veel extremer. Het werk is niet ongevaarlijk. Dat heb ik zelf ervaren toen tijdens een trip in Duitsland 20 meter van me vandaan een bliksem insloeg. We proberen extreem weer beter te doorgronden en opgedane kennis door te geven. Fascinerend. Elke keer weer opnieuw.”
Weer voorspellen
Waarschijnlijk herkenbaar: de weerradar geeft in de app mooi weer aan, maar het regent. Er zijn voor het weekend prachtige voorspellingen gedaan. Maar het mooie weer zit een eind verderop. Terwijl je hier zuchtend tegen wolkenluchten moet aankijken. Wouter: “Ondanks de grote computers komen weersverwachtingen niet altijd uit. Het weer is enorm gecompliceerd. Verwachtingen gaan aan de hand van ruim vijftig weermodellen (de pluim). Die modellen worden door weerbedrijven verschillend uitgelegd. Verschillen treden vooral op bij driedaagse verwachtingen of langer. Verwachtingen voor een zomer- of winterseizoen zijn nooit goed te geven, want zo ver kunnen we eenmaal niet in de ‘toekomst’ kijken.” “Een app lijkt precies aan te geven hoe warm het wordt, hoe hard het waait enzovoorts. Maar vergelijk eens verschillende apps. Dan zie je de verschillen. Het beste advies lijkt: neem het gemiddelde van die apps. Weerkaarten zelf kunnen lezen kan handig zijn.”
Bericht juli 2020
Wouter van Bernebeek is 28 jaar. Geboren in Nijmegen. Beroepsmatig als meteoroloog werkzaam in Utrecht bij Meteogroup. Lid van een team van tien personen die samen stormchasen. Dit doet hij al sinds 2009 op vrijwillige basis. In de loop der jaren zijn daar steeds meer mensen bijgekomen. En actief in weer en natuurfotografie. Zijn werk is op diverse sociale media te volgen. Foto’s van hem verschijnen regelmatig in het weerbericht van het nieuws.