‘Marmerkreeftproject in de Vennen’

Als wij als Dukenburgers op een mooie dag een wandeling willen maken, kiezen we vaak voor een wandeling in onze eigen achtertuin: de Overasseltse en Hatertse Vennen. Een prachtig en zeldzaam natuurgebied dat tegen ons stadsdeel aan ligt. In dat natuurgebied, eigendom van Staatsbosbeheer, liggen 28 vennen. Sommige vennen zijn groot en open, echte ruime waterplassen waar je de watervogels kunt zien zwemmen. Er zijn ook vennen die niet meer zijn dan modderplassen met veel begroeiing en met weinig water.

Echte vennen

De Overasseltse en Hatertse Vennen zijn echte vennen. Ze zijn niet afhankelijk van het grondwater zoals de meeste waterplassen. Het zijn als het ware kommen die gevuld met regenwater in het landschap liggen. Als het veel regent staat er veel water in een ven, in droge zomers staan ze bijna droog. Dat is soms een grappig gezicht als je van een hoger gelegen plek over meerdere vennen kijkt: in het ene ven is de waterstand hoger dan in het andere ven. De afhankelijkheid van regen kan behalve voor mooie plaatjes ook voor problemen zorgen. In de afgelopen jaren is een aantal zomers zo warm en droog geweest dat de vennen door gebrek aan regen bijna opdroogden. Het gebrek aan regen zorgt voor meer verzuring van het water en dat doet de begroeiing en de aanwezige dieren geen goed. Dieren en planten die afhankelijk zijn van water hebben in de droge zomers een zware tijd. Voor deze vennen geldt dat bijvoorbeeld voor de amfibieën, levendbarende hagedissen, libellen en al die dieren die leven van deze dieren. Denk aan (roof)vogels, dassen en vossen en amfibieën die ook elkaar soms graag eten.

Check

Wat is wel goed voor kikkers, padden en salamanders, dieren waar de vennen bekend om zijn? Dat is rustig water zonder veel stroming (check), geen vis (check), zand en groen in de buurt van het water waar je je in kunt terugtrekken (check), voldoende voedsel zoals algen voor de larven, insecten en kleine waterdieren voor de volwassen dieren (check), niet te veel verstoring als je net eieren gaat afzetten en de afwezigheid van grote aantallen dieren die het op je voorzien hebben. Dat laatste is een probleem. De rustige vennen met de eieren van de amfibieën, de larven en de kleine waterdieren zijn een waar Walhalla voor de marmerkreeft. Een marmerkreeft is een kleinere kreeftensoort van zo’n 10 tot 12 centimeter. Ze zijn grijzig wit van kleur. In de vennen vind je ze donker verkleurd door het vennenwater en de donkere grond waar ze doorheen lopen. Marmerkreeften zijn kleiner dan de bekende rode Amerikaanse rivierkreeft – ongeveer de helft – en ze zien er met hun gemarmerde tekening eigenlijk wel aantrekkelijk uit. Vrouwelijke marmerkreeften kunnen zich zonder partner voortplanten. Er worden alleen vrouwtjes gevonden in de vennen. De vrouwtjes produceren in het voorjaar meer dan honderd eitjes, zetten die af in het water en de dochters die uit de eitjes geboren worden zijn een kopie van hun moeder. Helaas ook net zo vruchtbaar! Hoe ze in de vennen komen? Deskundigen nemen aan dat de eerste kreeften uit een aquarium van een liefhebber in een ven zijn gezet. Sinds 2016 is het verboden om marmerkreeften te hebben in je aquarium. Tsja, en als rechtgeaarde kreeftenliefhebber zet je ze mogelijk liever in de vennen dan op de barbecue.

Heerlijke hapjes

De marmerkreeft is, net als zijn grote broer de rode Amerikaanse rivierkreeft die je in de Staddijk en in Dukenburg veel ziet, dol op de eieren en larven van amfibieën. Net als vissen overigens. Voor hen zijn amfibieën ook heerlijke hapjes, maar vissen komen in de Overasseltse en Hatertse Vennen gelukkig niet voor.

Rubberen scherm

Tegenhouden dus, die rovers. Daartoe is in de vennen een rubberen scherm geplaatst met op gezette afstanden een metalen oversteekje en emmers aan twee kanten van het scherm. Kikkers, padden en salamanders zetten hun eieren af in het water waar ze zelf geboren zijn. De (half) volwassen dieren gaan na verloop van tijd naar een plekje op het land waar ze een paar maanden doorbrengen. Na de winter trekken ze weer naar het water. De amfibieën die van hun plek van het land naar het water gaan om daar eieren af te zetten (of in de herfst vice versa) vallen in de emmer of steken het metalen oversteekje over. Vrijwilligers zetten de dieren in de emmers over. De sportievelingen die het oversteekje nemen komen zelf aan de overkant en de marmerkreeften kunnen met hun scharen niet over het oversteekje of worden door de vrijwilligers uit de emmers gehaald, een sombere toekomst tegemoet. Heeft het scherm geholpen?

Ja en nee.

Nee:

De marmerkreeften zitten in veel meer vennen dan gedacht. Dat is aangetoond door de vangst van de dieren en door DNA-onderzoek van het water waaruit blijkt dat er marmerkreeften in het ven zitten.

Ja:

Wetenschappers weten nu meer over de tot nu toe onbekende gewoontes van de marmerkreeft. Bovendien zijn er in de emmers marmerkreeften gevangen die onschadelijk zijn gemaakt.

Bericht april 2024

menu