‘Koude tijden, warme gevoelens’

Stadsgids Hans van Meteren neemt ons mee in en om Nijmegen.

Als je van Dukenburg/ Lindenholt naar het centrum van onze stad rijdt, rijd je geleidelijk aan van rond de 15 m. omhoog naar zo’n 30, 35 m boven NAP. Je rijdt dan over een nu nauwelijks nog als zodanig herkenbare vlakte die zich vanaf de stuwwal ten oosten van de stad (Ubbergen) naar het westen uitstrekt tot aan ongeveer de Neerbosscheweg. (Kaartje) Die enorme vlakte is ontstaan in de vóórlaatste IJstijd. Over wat die ijstijd voor onze stad betekende gaat dit stukje.

In de voorlaatste ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden, schoven enorme ijskappen langzaam vanuit Scandinavië richting zuiden. Ze bedekten een enorm gebied in Europa, van Engeland tot in Rusland. De soms vele honderden meters dikke ijslaag perste de grond eronder naar voren, waardoor soms wel twee-, driehonderd meter hoge heuvels ontstonden. In ons land kwamen deze enorme ijsmassa’s tot stilstand op de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen. Zo ontstonden onder andere de Utrechtse Heuvelrug, de heuvels op de Veluwe en de stuwwal aan de oostzijde van onze stad tot aan Kleef en verder.

Later heeft de schurende Waal, die toen een andere loop had, voor een abrupte scheiding tussen Ooijpolder en stuwwal gezorgd. Zo ontstond de indrukwekkende, bijna on-Nederlandse aanblik als je over de Waalbrug de stad binnen rijdt.

Uiteindelijk werd het warmer; door het gletsjerijs en smeltwater dat van de stuwwal naar het westen stroomde ontstond de vlakte die je in je kuiten voelt als je van Dukenburg/ Lindenholt naar het centrum fietst. (Kaartje)

In die vlakte ontstonden ook geulen waarin het smeltwater een weg zocht en waarlangs heuvels werden opgeworpen. De eerste bewoners en lang daarna de Romeinen die hier rond 15 voor het begin van onze jaartelling hun legerkampen vestigden zullen de eenmaal drooggevallen geulen als wegen zijn gaan gebruiken. Tussen de heuvels door zullen ze hun weg hebben gezocht door wat nu de Benedenstad is. Gaandeweg werden de heuvels bebouwd en ontstonden er straatjes op de bodem van wat eerst woeste waterstromen waren.

In de Benedenstad ontstonden zo zeven heuvels. Sommigen zeggen vijf, naar het Vijfheuvelenplan dat na de oorlog werd bedacht om de Benedenstad te herbouwen. Dat plan omvatte misschien vijf heuvels, maar in totaal liggen er toch echt zeven. Die zeven heuvels werden dan ook speciaal door het rijk genoemd toen de Benedenstad in 1980 werd aangewezen als beschermd stadsgezicht. De Benedenstad was, zo zei het Rijk, de moeite waard door onder andere “… het middeleeuwse stratenpatroon en de unieke ligging op zeven heuvels…”.  De aanwijzing maakte het mogelijk de dure herbouw van de Benedenstad te subsidiëren en de komst van projectontwikkelaars tegen te houden. Zonder die rijksbijdrage was er hier misschien een soort Hoog Catharijne gebouwd en had er een brede autoweg dwars door de Benedenstad gelegen. Dat was zeker de dood van de Binnenstad geweest. (Plattegrondje van het beschermde gebied).

Zo danken we nu aan een ijstijd de hartverwarmende entree over de Waalbrug en de ondanks alle nieuwbouw (nou ja, ook niet écht nieuw meer) nog steeds schilderachtige Benedenstad.

Oefen je nog even als je je vrienden of familie de stad laat zien? Van west naar oost hebben we de Hessenberg, de Hundisburg, de Jansberg, de Klokkenberg, de Lindenberg, de Hofberg en de Geertruidsberg (Kaartje).

Voor stadswandelingen: www.stadswandelingennijmegen.nl   Hans van Meteren

Bericht maart 2024

menu