‘Vuurwerk 2020’
Er is al veel gezegd over de vuurwerkoverlast. Ook in ons stadsdeel waren er heel wat klagers, vooral de dierenbezitters. Hoewel het geknal mij soms aan de oorlog deed denken en daarbij slechte herinneringen opriep. Veel mensen ergeren zich ook aan de rommel op straat, waar vuurwerkgebruikers hun verpakkingsmateriaal en de resten van het vuurwerk achteloos laten liggen. Bravo voor de Dar voor het snel en efficiënt opruimen van de meeste rommel. Desondanks heb ik een onaangenaam gevoel over het vuurwerk. De honderden miljoenen die dit alles kost zijn mij een doorn in het oog. Zeker nu er zoveel van de voedselbank gebruik wordt gemaakt. Ik zag liever dat het verspilde geld daar naartoe zou gaan. Dat had heel wat mensen gelukkig gemaakt. Men zegt wel eens dat vuurwerk een Nederlandse traditie is die men niet graag ziet verdwijnen. Ik heb twijfel aan die traditie en zet daar mijn vraagtekens bij. In mijn jeugdjaren heerste er een economische crisis. Iedere cent moest bij ons drie keer worden omgedraaid. Van vuurwerk was nauwelijks sprake. Hooguit kreeg je een cent om bij de kruidenier wat carbid te kopen. Daarmee kon je dan met een stroopblikje overdag wat knallen. Oudjaar was vooral een huiselijk feestje met oliebollen. Die avond werd ook in veel gezinnen het afgelopen jaar herdacht. Was het twaalf uur geworden, dan loeiden sirenes en luidden de klokken. Men ging de straat op om de buren goed Nieuwjaar te wensen. Onder de bezetting en lange tijd daarna was er evenmin vuurwerk. Vuurwerk zag men weer aan het einde van de jaren 50. Het werd vermoedelijk ge(her)introduceerd door de stroom landgenoten en Chinezen die vanuit Indonesië en andere delen van het Verre Oosten naar Nederland kwamen. Veel mensen willen het vuurwerk afschaffen. Ik denk dat dit niet zal lukken. In plaats van een verbod of afschaffen moet men een alternatief bieden. In Engelse steden was het de gewoonte dat men met zijn allen naar het marktplein ging, waar tevens kraampjes voor een natje en droogje (bijvoorbeeld oliebollen) zorgden. Bij de klok van twaalf zag je een ware verbroedering van mensen die elkaar geluk en voorspoed wensten. Ik zou het leuk vinden als zoiets in Dukenburg zou plaatsvinden, eventueel aangevuld met het afsteken van wat siervuurwerk.
Janwillem Koten