‘Onthoudingsdag’
Het woord onthoudingsdag zal de meeste mensen niets meer zeggen. Maar oude katholieken zullen zich herinneren dat dit een vleesloze dag was. Ik kwam op deze gedachte toen ik las dat vrijdag 4 oktober dierendag was. Goede burgers konden beter geen vlees eten vanwege het leed de dieren wordt aangedaan en ter voorkoming van schade aan het milieu. Vlees eten was in mijn tijd nog een luxe, en luxe en overdaad pasten niet in een rechtlijnige katholieke houding. Vandaar dat men iedere vrijdag geen vlees mocht eten. Tijdens de vastenperiode at men vrijdag en zaterdag geen vlees en bij de vier kwartaalweken at men zelfs driemaal in de week geen vlees. In de loop van de zestiger jaren verdween de eeuwenoude traditie bij de meeste katholieken. Het was niet praktisch in een neutrale samenleving, vooral wanneer men zoals ik in de bedrijfskantine dagelijks zijn maaltijd at. Maar ook meer progressieve katholieken wilden van die ouderwetse gewoonte af. De vleesloze vrijdag was goed voor ouderwetse gelovigen. Het is merkwaardig genoeg dat juist progressieve mensen weer naar vleesloze dagen terug verlangen. Wellicht niet de vaste vleesloze vrijdag, maar naar andere vleesloze dagen. ‘Het kan verkeren’, zou Brederode zeggen. Waarop men vroeger neerkeek wordt nu aangeprezen. Zo zie je maar dat evenals bij de kledingmode veel dingen komen, gaan en weer terugkomen. In terugblik was de vleesloze vrijdag niet zo ouderwets zoals men vijftig jaar geleden meende. Hoewel de motieven voor de vleesloze dagen vroeger en nu verschillend lijken, in de basis zijn ze gelijk: Beheers je consumptiegedrag en doe geen nutteloze schadelijke dingen.
Janwillem Koten