‘Ja-maar-of-nie?’
Op veel bijeenkomsten waar ik kom wordt de spreekster of spreker telkenmale onderbroken met: “Ja maar.” Dan is het meestal even stil, omdat de woordvoerder zijn of haar voordracht onderbroken ziet. Op een gegeven moment zei een spreker voordat hij zijn voordracht begon tegen de aanwezigen: ‘Mocht u vragen of opmerkingen hebben, dan spreken wij nu af dat niemand mij onderbreekt met: “Ja maar.” Dat bleek lastig maar wel heel effectief. De spreker kon zonder onderbroken te worden zijn voordracht afmaken. Zo ook het fenomeen dat zo’n beetje gemeengoed is geworden. Iemand vertelt iets en vraagt daarna: ‘Ofnie?’ Dus steeds of het wel of niet waar is wat men vertelt. Ook bij gerenommeerde praatprogramma’s stellen de deelnemers steeds die wedervraag. Mijn mening is dat wat deze deskundigen zeggen voor waar kan worden aangenomen, ofnie?
Op het moment dat ik deze column schrijf is de lente volop aangebroken. Een zachte winter heeft hiervoor plaatsgemaakt. De vogeltjes laten zien dat ze er weer zin in hebben. Het mezenkooitje dat ik schoongemaakt heb ik weer aan de buitenmuur opgehangen, zodat deze mooie en altijd actieve mezen de kans krijgen om voor nageslacht te zorgen. Het is altijd mooi om te zien hoe ze af en aan vliegen om voor hun kroost te zorgen. Na enige tijd worden de jongen uit het nest gegooid om zo een eigen leven te beginnen. Het lijkt enigszins op wat onze kinderen doen als ze oud genoeg zijn om vader en moeder te verlaten.
Gelukkig dat ze niet uit het nest worden gegooid, maar hun eigen leven kunnen opbouwen. Dan is de cirkel weer rond. Nu de vakanties in aantocht zijn en de vliegvakanties je om de oren vliegen, is het tijd om je te bezinnen of een fietsvakantie geen mooi alternatief is. Ik ben een keer gevallen. Vanwege mijn gevorderde leeftijd kan ik dan moeilijk van de grond komen. Omstanders moeten helpen om weer overeind te komen. Dat is de reden dat de elektrische fiets alweer geruime tijd in de stalling staat. Dan toch maar weer een vliegvakantie? Ofnie?
Jaap Mooi