‘Herinneringen’

In deze tijd van herdenkingen, waarbij die van het bombardement van 22 februari 1944 de boventoon voert, denk ik terug aan de toenmalige verloofde van mijn buurmeisje: Piet Berkelaar. Hij was in die tijd agent bij de Nijmeegse Politie. Zijn naam komt voor in het bijzondere boek met de titel Voorbij maar niet vergeten, uitgegeven door het Nijmeegs comité van waakzaamheid tegen fascisme, Jan Driever en Marilou van der Heijden (ISBN: 90 6168 999 6), een zeer bijzondere uitgave met herinneringen van Nijmegenaren in de Tweede Wereldoorlog, Twee van die Nijmegenaren heb ik persoonlijk goed gekend, namelijk Jan Dekkers en Piet Berkelaar. Jan Dekkers was boekhandelaar en drukker. Hij was voor mij iemand die binnen de kerkgemeenschap van de gereformeerden een grote rol speelde. Dat gold ook voor Piet Berkelaar, agent bij de Nijmeegse Politie. Beiden zijn verraden en door de bezetter gearresteerd. Jan Dekkers werd afgevoerd naar de SD in Arnhem en gruwelijk gemarteld. Daarbij werd gedreigd ook zijn echtgenote op te halen. Dit was om hem te dwingen te bekennen dat hij de drukker en verspreider was van verzetsbladen. Onder die druk bekende hij. Hij werd op 8 november 1943 via Vught afgevoerd naar een concentratiekamp.

Politieman Piet Berkelaar en collega’s werd opgedragen om ’s avonds op diverse adressen in Nijmegen Joden op te halen voor deportatie. Zij besloten om de avond de mensen te waarschuwen dat de volgende avond hun beurt was om opgehaald te worden. Door deze waarschuwing werd de volgende dag niemand aangetroffen. De autoriteiten vertrouwden dit niet. Ze stuurden een foute agent mee die toen de groep verraden heeft, met diverse arrestaties als gevolg. Piet wist te ontsnappen doordat er een – notabene een foute – politie-officier bij hem aan de deur kwam en drie woorden sprak: “Piet moet weg!” Zonder de tijd te nemen om zijn schoenen aan te trekken, ging Piet met een noodgang op de sokken er vandoor richting de Van Beethovenstraat, naar het huis van zijn verloofde. Op het moment dat hij daar aan kwam was ik als 7-jarige voor ons huis buiten aan het spelen, ik zag Piet aan komen rennen. Hij begon heel hard op de voordeur te bonzen en gelukkig snel binnengelaten. Ik ben direct naar huis gerend om het mijn ouders te vertellen. Zij legden die onmiddellijk een hand op mijn mond om te zeggen: “Mond houden en stil zijn.” Vlak daarna kwamen enkele Duitse soldaten met getrokken geweren de straat in. Gelukkig wisten ze niet dat Piets schoonouders daar woonden. Ze hebben hem niet gevonden.

In deze tijd van opkomend ultrarechtse groepen dienen wij weer extra waakzaam te zijn. Hulde aan het voormalige Nijmeegs comité van waakzaamheid tegen fascisme.

Jaap Mooi

menu