‘In gesprek met burgemeester Bruls over Dukenburg’

‘Er moet meer gebeuren en er gaat meer gebeuren’

De nieuwjaarstoespraak van burgemeester Hubert Bruls heeft meer dan anders aandacht getrokken, zowel binnen als buiten Nijmegen. De stad groeit. Dat is goed om te horen, maar er komen ook nieuwe vraagstukken mee zoals: “Wat kunnen we bewoners blijven bieden aan woonruimte? Hoe houden we veiligheid en leefbaarheid in stand? Hoe gaan we om met verschillen tussen bewoners?” De oproep om niet te blijven hangen in je eigen gelijk, maar een dialoog aan te gaan en verbinding te zoeken met anderen, vormde niet voor niets een belangrijke rode draad in zijn toespraak. “Kom uit je eigen bubbel,” riep hij alle Nijmegenaren toe.

Voor Dukenburg was die toespraak erg belangrijk.

 Van alle stadsdelen werd alleen Dukenburg met naam en toenaam genoemd. Daarna kwam Nijmegen in het nieuws door toegenomen overlast van bedelende junkies/daklozen in de binnenstad en zakkenrollers in het stationsgebied. Veiligheid en leefbaarheid van de stad lijken in het geding. Stof genoeg voor een gesprek met de burgemeester.

Bubbel

De stad groeit. Er komen daardoor allerlei nieuwe vragen op. Mensen verschansen zich meer in hun eigen netwerk. “Kom uit je eigen bubbel,” roept u. Hoe ziet u dat voor u?

“Ik heb gemerkt dat bij veel mensen een gevoelige snaar wordt geraakt als je dit zegt,” antwoordt burgemeester Bruls. “Veel bewoners maken zich zorgen over verharding van het maatschappelijk debat. Zoals ik in mijn nieuwjaarstoespraak aangaf, komt tegenwoordig bijna wekelijks iemand op voor een ideaal of doel. Tot een dialoog – een echt gesprek tussen alle partijen – komt het vaak niet.”

“Mijn zorg is dat de maatschappij steeds meer wordt opgedeeld in eigen groepen of netwerken. Daarbuiten bewegen we ons nauwelijks meer. Dat geldt ook voor organisaties, inclusief de gemeente. Nijmegenaren vinden nogal eens dat bestuurders en ambtenaren teveel in de bubbel van het stadhuis zitten. En wij vinden soms dat bewoners meer over de grenzen van hun eigen wijk of stadsdeel moeten kijken. Je moet dus zelf wat doen. Ga eens een gesprek aan met anderen buiten eigen kring. Maak een praatje met buren. Ga naar een plek of activiteit waar je andere mensen kunt ontmoeten. Er zijn mooie initiatieven in onze stad die bewoners met elkaar verbinden. Ik noemde in mijn nieuwjaarstoespraak de bingo omdat ik dat een prachtige metafoor vind. Een schitterend voorbeeld van hoe mensen samen komen, elkaar ontmoeten. Mensen die elkaar eerst niet kenden. Zoek dus dialoog en verbinding. Dat maakt jezelf en de stad sterker. Zo houden we Nijmegen leefbaar. Daarom ben ik zelf graag op plekken, waar ik mensen ontmoet die ik niet dagelijks tegenkom. Ik leer veel door een praatje te maken en vragen te stellen.”

Zichtbaar in de stad

U bent heel zichtbaar in de stad. En als u ergens verschijnt weet u in een speech goed te raken wat op dat moment belangrijk is. Dat wordt in de stad zeer gewaardeerd. Maar je hoort ook de vraag: “Hoe krijgt hij het voor elkaar?” Loopt de klok voor u anders dan bij anderen?

“Ha ha, nee. Ik ben op nog veel meer plekken niet aanwezig. Dat kan ook niet. Je moet kiezen waar je als burgemeester bij kunt zijn. In deze functie ontwikkel je ervaring en intuïtie voor wat op dat moment nodig en belangrijk is. Mensen moeten kunnen voelen dat de burgemeester er ook voor hen is. Die keuzes bespreken we eens in de zoveel tijd met een kleine staf. Dan gaat het over vragen als: zitten we op de goede weg? Hebben we belangrijke details over het hoofd gezien? Enzovoorts. Maar ik vind het ook erg leuk. Alles is vaak hetzelfde, maar toch altijd weer anders dan dat je denkt. Het is boeiend om met mensen te praten. Ook over kleine dagelijkse dingen. Inderdaad, uit de eigen bubbel komen. Dat is overigens niet alleen leuk en boeiend, maar ook belangrijk. Doe je dat niet, dan treedt de automatische piloot in werking. Dan ga je heel snel beslissingen nemen waar niemand wat aan heeft.”

U houdt echt van de stad. Die emotionele band met Nijmegen zagen we al toen u in 2012 benoemd werd.

“O ja, zeker. Sinds 1984 heb ik met Nijmegen te maken. Heb hier gestudeerd. Ben hier getrouwd. Hier kinderen gekregen. In al die 36 jaar is, ondanks het uitstapje naar Venlo, de band met Nijmegen alleen maar dieper geworden.”

Vraag – Gaat u op deze manier door tot aan uw pensioen? U bent nu 54.

“Dat moet je niet willen. Net zoals bij wethouders is het aantal jaren dat burgemeesters in functie zijn, steeds minder geworden. Ik ben nu acht jaar hier in deze rol. Dat is al tamelijk lang vergeleken met collega’s in de regio. Voor een burgemeester zijn er forse taken bijgekomen op het gebied van openbare orde. Je moet vergaderen op het stadhuis en daarbuiten. Naar Den Haag gaan. En zichtbaar blijven in Nijmegen. Je moet daarom alles goed organiseren om overeind te blijven. En privétijd niet verwaarlozen. Tijd nemen om te ontspannen.”

Dukenburg

“Nijmegen groeit in omvang en bedrijvigheid. Maar niet overal. Zoals in Dukenburg.” Dat was een opvallende wending in uw speech. Waarom?

“Mijn eerste werkbezoek in 2012 was in Dukenburg. Dukenburg – en ook Lindenholt – is een bijzonder en integraal deel van de stad. Het is geen wijk. Zo hebben we het regelmatig wel benaderd. Dat klopt niet. Het is een stadsdeel met wijken die behoorlijke verschillen kennen. Ruim vijftig jaar oud. Veel groen. Vergeleken bij het centrale gedeelte van de stad relatief jong. Toch is er in die vijftig jaar al heel wat veranderd. De jeugd is voor een behoorlijk deel uitgevlogen, de ouderen niet zo. Het inwoneraantal is gedaald. Daardoor is er druk op scholen en winkelbestand gekomen, met gevolgen. Onderzoek wees aan dat ongewijzigd handhaven van de winkelstructuur niet meer kan. Er zijn daarom prioriteiten gesteld voor winkelcentra Meijhorst en Weezenhof. Ook past het Winkelcentrum Dukenburg zich aan de verminderde en veranderde winkelbehoeften aan, in combinatie met meer woningen. Die druk op voorzieningen helpt in de beeldvorming niet. Negatieve kanten worden door anderen nogal eens benadrukt. Maar zij vergeten dat Dukenburgers meestal tevreden zijn met de plek waar zij wonen. Het groen speelt daarbij een belangrijke rol. Dat geldt overigens ook voor Lindenholt.”

Kanaalzone

“Slechte beeldvorming is lastig te bestrijden. Je kunt honderd keer roepen dat het niet zo is. Maar er staat altijd wel iemand op die vindt dat je op die en die plek niet dood gevonden wil worden. Almere vind ik in dit verband een mooi voorbeeld. Al jaren lang is het beeld over Almere negatief. Toch vinden bewoners het fijn om daar te wonen. Kinderen kunnen opgroeien in een prima woonklimaat, lekker ruim. Net zoals ik zojuist zei over bewoners in Dukenburg. Hoe dan ook: we kunnen als Nijmegen de ontwikkelingen niet op hun beloop laten. Mijn nieuwjaarstoespraak noemde Dukenburg niet voor niets. Er moet meer gebeuren en er gaat meer gebeuren. Dat is belangrijk voor Dukenburg en voor de hele stad. De ontwikkeling van de kanaalzone komt eraan, met andere typen woningen, met nieuwe bedrijvigheid. Er worden nieuwe bouwprojecten van de grond getild. (zie het overzicht van de plannen in de Dukenburger nummer 2-2020, bladzijde 5) En ook hier geldt voor iedereen: stap uit je eigen bubbel. Meestal denken we: Dukenburg en Lindenholt zijn ver van het stadscentrum. Maar veel Nijmegenaren werken elders. Die hebben er belang bij om snel vanuit woonplek naar werk te kunnen gaan. Die plek vinden ze in de stad niet zomaar. Net zoals ruimer wonen. Door nabijheid van snelwegen en ruimte bieden Dukenburg en Lindenholt die mogelijkheden wel. En prijzen van huizen zijn in beide stadsdelen relatief laag. Daar moet je je meer op gaan richten. Zonder huidige bewoners tekort te doen.”

Concreet?

“Voor Nijmegen is een omgevingsvisie ontwikkeld. Dukenburg is een vooraanstaand onderdeel. De visie vormt de fundering voor verdere aanpak van het stadsdeel. Een visie met concrete nieuwe plannen voor de zone langs het Maas-Waalkanaal. Die visie wordt voor iedereen ter inzage gelegd voordat de gemeenteraad een besluit neemt. Er kan hierop worden ingesproken. Dit plan komt overigens niet zomaar uit de lucht vallen. Bewoners hebben al een tijd meegesproken en meegedacht, bijvoorbeeld in de Week van de stad afgelopen november.”

Overlast

Vraag – U had het over openbare orde als onderdeel van uw takenpakket. In het nieuwe jaar zijn problemen in de publiciteit gekomen, zoals overlast door junkies, daklozen en/of bedelende mensen in de binnenstad en overlast door zakkenrollers in het stationsgebied. Die overlast in het stationsgebied zou zijn veroorzaakt door uitgeprocedeerde asielzoekers. Hoe zit dit allemaal? En wat wordt er aan gedaan?

“Afgelopen zomer was er een onverklaarbare stijging van het aantal daklozen. Het ging voornamelijk om mensen die niet bekend waren bij politie en hulpverleners. Om deze overlast te bestrijden zijn er veel extra inspanningen verricht op het gebied van handhaving en hulpverlening. Inmiddels is die extra aanwas weer voor het grootste deel verdwenen. De grote vraag is en blijft natuurlijk hoe je kunt voorkomen dat mensen zo rondstruinen. Je moet steeds nagaan of er niet teveel aanzuigende werking in onze stad is ontstaan, om wat voor reden dan ook. De aanpak berust altijd op twee peilers: handhaving en inzet van hulpverlening. We zijn ons wel aan het buigen over een breder plan van aanpak. Het instellen van een bedelverbod komt daarbij weer in beeld. Een aantal junkies is kennelijk in staat om per dag veel geld op te halen. Geld dat vervolgens gebruikt wordt om drugs te kopen. Zo hou je drugsoverlast in stand en dat willen we absoluut niet.”

“Even vooraf: in tegenstelling tot wat het leek, bestaat slechts eenderde van de zakkenrollende overlastgevers in en om het stationsgebied uit kansloze asielzoekers. Tweederde gedeelte wordt gevormd door mensen die nog in een toelatingsprocedure zitten. Dus het gaat niet alleen om asielzoekers uit veilige landen die geen enkele kans op asiel meer hebben. Die dan ook veelal in de anonimiteit verdwijnen. Het gaat vaak om asielzoekers zonder vaste woon- of verblijfplaats. We pakken notoire raddraaiers meteen aan. Er wordt al geruime tijd gesproken over aparte opvanglocaties, waardoor die raddraaiers sneller aangepakt en uitgewezen kunnen worden. Dat gaat niet zo maar. Nu volgen we zoveel mogelijk, in samenwerking met alle betrokken instanties, de notoire overlastgevers tot aan de bron. Om op die manier de overlast de kop in te drukken.”

Bewoners

Vraag – Weer terug naar het begin. Iedereen – dus ook de gemeente – roept u op om uit zijn of haar bubbel te komen. De stad heeft, zoals u zegt, veel plannen voor de toekomst. Wat verwacht u daarbij van bewoners? Hoe moeten die uit hun eigen bubbel komen als het om te toekomst van de stad gaat?

“Meedenken, meepraten. Niet alleen vanuit eigen wijk of buurt, maar ook vanuit de stad.

Niet alleen alles aan wijkraden overlaten en voor de rest stil blijven zitten. Blijf niet alleen steken in eigen belang.”

Bericht maart 2020

menu