Oog voor elkaar
In een serie besteedt de Dukenburger aandacht aan activiteiten die bewoners met elkaar verbinden. Voor en tijdens 50 jaar Dukenburg is het netwerk Oog voor elkaar ontstaan. Dat netwerk brengt door middel van concrete activiteiten bewoners bij elkaar en verbindt hen met allerlei initiatieven en instanties die dicht bij huis in Dukenburg te vinden zijn. In dit artikel de schijnwerper op ZorgSamenbuurt in Weezenhof. Een verhaal over ontmoeten, samen dingen doen, elkaar helpen. Een verhaal over oog voor elkaar
Op het eind van de wekelijkse koffieochtend, na een levendig en enthousiast gesprek, komt een van de bezoeksters met deze hartenkreet. Uit reacties daarop blijkt hoezeer zij raak heeft geschoten. De ‘buurtgroep’ ZorgSamenbuurt is bij elkaar in de huiskamer in het KION-gebouw aan de 81e straat. De ontmoetingsruimte is voor half elf al behoorlijk gevuld. Stoelen worden bijgehaald. Extra koffie wordt gezet. Op tafel een kleine traktatie. Enthousiaste begroetingen over en weer. Er wordt geroepen: ‘Komen die en die ook?’ En, voordat je het weet, raak je met elkaar aan de praat. Aanwezig is ook de werkgroep ZorgSamenbuurt: Anne van der Meulen, Ineke van Gestel, Monica van Santen en Kees Teeken.
Ontmoeten en onderlinge hulp
Anne, Kees, Ineke en Monica: “ZorgSamenbuurt staat voor onderlinge betrokkenheid.” Wekelijkse koffieochtenden, een leesclub, zeven keer per jaar gezamenlijk naar de film in de stad, waarbij kaartjes en meerijden worden geregeld, een fietsgroep en een buurthulpdienst. Kortom, ontmoeting en onderlinge hulp. Als je met iets geholpen wil worden, bel je naar een bemiddelaar. Die brengt hulpvragers en hulpaanbieders bij elkaar. Op dit moment zijn 22 ondersteuners beschikbaar. Het gaat om hand en spandiensten, zoals boodschappen doen, naar de fysio rijden, hulp bij een probleem met telefoon of computer, meegaan naar de geldautomaat. Er worden excursies georganiseerd: naar Spiegelwaal en Waalfront en door eigen wijk. De beweegroute van de fysiotherapeut start en eindigt bij de huiskamer. Er bestaat belangstelling om gezamenlijk AED-cursussen te volgen. (En: we willen helpen de Dukenburger te bezorgen, zo wordt geroepen). Je leert zo meer mensen in de wijk kennen. Veel mensen wonen hier allang. Kinderen zijn echter weggetrokken. Veel vertrouwde netwerken zijn verdwenen. Behoefte aan gezelligheid en mensen zien blijft. Dat treffen bewoners hier aan. Bovendien komen mensen weer op plekken waar ze lang niet geweest zijn (tien jaar geleden ben ik voor het laatst naar de film gegaan).’
Allen: “Het langer zelfstandig wonen speelt op de achtergrond heel sterk mee. Mensen ontmoeten in je buurt gaat niet vanzelf. Als je niets doet, trekken bewoners weg. Daarom is de opmerking: ik blijf hier wonen vanwege de buurtgroep, zo raak.”
Bewonersinitiatief
De ZorgSamenbuurt is ontstaan vanuit de bewonersvereniging Hart van de Weezenhof. In 2016 zijn leden uitgenodigd voor een brainstormbijeenkomst over ontmoeten en hoe onderlinge hulp op te zetten. Met als doel: op een aangename manier zo lang mogelijk zelfstandig in eigen huis en buurt te blijven wonen Een inspiratieboekje ZorgSamenbuurt uit
2015 van de stichting Kilimanjaro uit Eindhoven heeft veel geholpen om in eigen buurt van start te gaan, stellen de werkgroepleden. Alles wordt gedaan door vrijwilligers. Het aantal is op dit moment voldoende om alle activiteiten draaiende te houden. De gemeente subsidieert gelukkig de huur van de ruimte waarin wekelijks koffie-ochtenden worden gehouden. Als subsidie wegvalt staat de huiskamer onder druk en daarmee het elkaar ontmoeten en activiteiten organiseren.
Groter worden of juist niet?
De meningen hierover zijn verdeeld. Aan de ene kant gaan stemmen op om voor heel Weezenhof iets te betekenen. Bijvoorbeeld meewerken aan een ontmoetingsplek in het winkelcentrum. Aan de andere kant voelen bewoners zich bij kleinschaligheid meer thuis. (‘Ik heb jullie pas net leren kennen.’) En ook moet je vrijwilligers niet teveel willen belasten. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd. In ieder geval blijkt opnieuw: ‘Oog voor elkaar’. Je kunt niet zonder.
Bericht juni 2018