‘Historie van zwemsport deel 3’

In deze aflevering aandacht voor de Europese zwemkampioenschappen van 1958 en 1962. In de jaren vijftig van de vorige eeuw ontwikkelde het wedstrijdzwemmen zich steeds verder, mede door de steeds betere trainingsmethoden die gebruikt werden. Frappant gegeven is namelijk dat de vrouwenploeg het beter deed dan de mannenploeg. Bij de mannen was het waterpolo dat in de vijftiger jaren de boventoon voerde.

Ria van Velsen, goud op de 100 meter rugslag.

Europese kampioenschappen

Tijdens de Europese kampioenschappen van 1958 in Boedapest werden maar twee finaleplaatsen gezwommen door de mannen. Hierbij geen podiumplaatsen maar een vierde plaats voor Theo Hoogveld op de 100 meter vrije slag. De Nederlandse mannenploeg werd achtste op de 4 x 200 meter vrije slag.  De vrouwenploeg haalden elf finaleplaatsen waarvan vijf gouden medailles en drie zilveren, en drie keer net geen podiumplaats. Cocky Gastelaars, 1 x goud en 1 x zilver. Corrie Schimmel en Atie Voorbij eindigden als tweede op hun afstand. Ada den Haan, Jans Koster en Tineke Lagerberg behaalden goud op hun discipline. Eveneens werden de estafettenummers 4 x 100 meter wisselslag en 4 x 100 meter vrije slag afgesloten met een gouden medaille. Vooral door resultaten van de zwemsters, eindigde de Nederlandse ploeg op de eerste plaats van het medailleklassement tijdens deze kampioenschappen.

Vier jaar later

In 1962 was het Europees kampioenschap zwemmen in Leipzig, toen nog Oost-Duitsland. Dit toernooi gaf bij de mannen een tegenovergesteld beeld van vier jaar daarvoor. Er werden tien finaleplaatsen behaald waarbij drie bronzen, een zilveren en één gouden medaille de oogst was. Europees goud was er voor het eerst weer na 25 jaar. Johan Bontekoe zorgde voor dit historische moment. Bontekoe een 19-jarige student uit Heemstede en nog niet bekend in de zwemwereld zwom de 400 meter vrije slag in een nieuw Nederlands record.

Zilver was voor Jan Jiskoot op de 400 meter wisselslag. De volgorde hiervan is vlinder- rug- school- en vrije slag (borstcrawl) Van elke slag wordt 100 meter gezwommen.  Ronald Kroon zwom op de 100 meter schoolslag naar een derde plaats. Dit deed ook Rob van Empel, een zwemmer van EZ&PC uit het naburige Elst, maar dan op de 200 meter schoolslag. Bij deze prestaties werden vijf Nederlandse records verbroken. De Nederlandse mannenploeg scoorde zeer goed hiermee. De Nederlandse zwemsters schitterden in Leipzig en veroverden hiermee de internationale zwemtop. Tijdens deze kampioenschappen stond vaak een Nederlandse zwemster op het erepodium. Bij de acht afstanden werden veertien finaleplaatsen behaald. Adri Lasterie (foto links) stond zelfs drie keer op het hoogste trapje. Zij werd eerste op de 400 meter vrije slag, 400 meter wisselslag en op de 4 x 100 meter vrije slag estafette.

Datzelfde deden Adrie Lasterie, goud en Ineke Tigelaar, zilver op de 400 meter vrije slag. Ada Kok (foto onder) , een nauwelijks 15 jaar oud Amsterdams meisje, zwom in een Europese recordtijd op de 100 meter vlinderslag naar een gouden medaille. Een andere Nederlandse zwemster, Marianne Heemskerk eindigde als derde op dezelfde afstand.

De gouden medaille van de estafetteploeg, bestaande uit Cocky Gastelaars, Erica Terpstra, Adrie Lasterie en Ineke Tigelaar, heeft nog aan een zijden draadje gehangen. De reden hiervan was dat op het moment de laatste zwemster, Ineke Tigelaar, tegen de wand tikte de overige ploeggenoten uit blijdschap het water in sprongen terwijl andere ploegen nog niet gefinsht waren. Het Salomonsoordeel was een ernstige waarschuwing en daarmee bleef de gouden plak in bezit van de Nederlandse ploeg. Ria van Velsen, gouden medaille, en Corrie Winkel, zilveren medaille opgevoerd op de 100 meter rugslag, vergrootten het succes.

Verslagen

Begin jaren 60 eindigen steeds vaker Oost-Duitse zwemmer/sters op plaatsen die medailles opleveren. In Oost-Duitsland was sport ontzettend belangrijk. Daarmee kon het land zich internationaal laten gelden. Later zal duidelijk worden hoe men dit voor elkaar kreeg. Maar tijdens dit Europees zwemkampioenschap werden de Oost-Duitsers in eigen land verslagen. De Nederlandse zwemploeg werd net als vier jaar eerder eerste in de medaillestand. Ditmaal werden zestien medailles behaald waarvan er zes gouden waren, een verdubbeling ten opzichte van het resultaat uit 1958.

Bericht oktober 2023

menu