‘Historie van sport. Korfbal’

Een sport die bij het ‘grote publiek’ niet zo bekend is zoals bijvoorbeeld voetbal, tennis of zwemmen is korfbal. In 1902 is deze sport door samenloop van omstandigheden ontstaan. Nico Broeckhuysen (1876-1958), een onderwijzer uit Amsterdam, maakte een reis naar Zweden. In het kleine plaatsje Naäs bezocht hij de August Abrahamson Stiftelse, dit was een soort instituut waar vakantiecursussen werden gegeven in openluchtspelen. Daar maakte hij kennis met het zogenaamde ringböll waarbij een hoepel bevestigd was aan een paal. Bedoeling was hier een bal door te gooien en het werd gespeeld zowel door mannen als vrouwen.

Toen Broeckhuysen weer terug in Amsterdam was ging hij het spel aanpassen. De eerste aanpassing was dat de ijzeren ring werd vervangen door een rieten korf zonder bodem. Met alle verdere aanpassingen, zoals onder andere de spelregels, bleef van het oorspronkelijke spel niets meer over. Er was in Nederland een nieuwe sport ontstaan. En vanaf het begin werd deze sport al beoefend door jongens en meisjes. Met zijn leerlingen ging hij het nieuwe spel spelen en noemde het korfbal. In Amsterdam ontstonden verschillenden schoolclubs. In die tijd was er veel weerstand tegen deze gemengde sport van mannen en vrouwen. Deze manier van sporten viel niet erg in de smaak bij het publiek. Men probeerde korfbal belachelijk te maken men vond dat vrouwen niet op een sportveld hoorden te staan. In begin 20e eeuw werd door meisjes geen sport beoefend. Maar Broeckhuysen trok zich van dit alles niets aan. Het gevolg hiervan was dat steeds meer mensen zich voor korfbal begonnen te interesseren.

Nico Broeckhuysen in 1951

Ontwikkelingen

In Amsterdam waar het korfbal snel was ingeburgerd op scholen, ook omdat het een gemengde sport was, kwamen er steeds meer schoolclubs hoofdzakelijk in deze stad. Later kreeg men ook elders in het land steeds meer belangstelling voor deze nieuwe, maar nog onbekende, sport.

In het land werden steeds meer verenigingen opgericht en dat resulteerde tot het oprichten van een landelijke bond en op 2 juni 1903 werd in Amsterdam de Nederlandse Korfbalbond opgericht. Op dat moment waren hier 200 leden bij aangesloten. Ondertussen was een officieel bondsblad verschenen onder redactie van Mejuffrouw Ten Cate en de heren van der Hoogt en Matthijssen. Hierin stonden bijvoorbeeld artikelen hoe en op welke manier men jeugd enthousiast moest houden om te sporten. Verder werden in het officiële deel uitslagen en verenigingsnieuws vermeld. Broeckhuysen vormde vanaf 1904 samen met Godefroy en Vrijburg de redactie van dit officiële bondsblad.

Broeckhuysen organiseerde ook in 1904 een tweedaags openluchtcursus korfbal in Rotterdam. Daarmee werd de bekendheid van deze sport weer groter. Overal in het land werd korfbal onder de aandacht gebracht. Zo ook in Breda, daar werden spelcursussen georganiseerd met onder andere aandacht voor korfbal. Deze cursussen waren voornamelijk voor onderwijzers en onderwijzeressen. Zij speelden korfbal op school en daarmee weer extra bekendheid!  De sport werd steeds populairder en men zegt wel eens: Wat goed is snel groeit. Wanneer men ziet dat bij de oprichting van de korfbalbond 200 leden waren aangesloten maar vijf jaar later dit er al 800 waren. De groei ging maar door en zodanig dat in 1918 al meer dan 3000 korfballers waren aangesloten bij de bond. Nu was wel duidelijk dat korfbal het land aan het veroveren was, vooral de jaren na de Eerste Wereldoorlog. De clubs verrezen als paddenstoelen uit de grond. Een mooi terrein waren de speeltuinverenigingen. Amsterdam gaf het voorbeeld met verenigingen als Blauw Wit en Westerkwartier, daar werd het spel bij de jeugd geïntroduceerd. Het zogenaamde ‘speeltuin korfbal nam een grote vlucht. Steden als Leiden, Den Haag, Groningen enz. volgden. In enkele jaren steeg het aantal beoefenaars van 3000 naar 13000 in 1923. De groei bleef maar aanhouden. Korfbal had zijn plekje veroverd en was niet meer weg te denken uit het Nederlandse sportlandschap.

Populariteit

Inmiddels werd in het grootste deel van ons land korfbal gespeeld. In het noorden, met name in Friesland, werd op het platteland en in kleine plaatsen deze sport beoefend. Vooral de jeugd was zeer enthousiast. Na 1918 begon de grootste populariteit omdat het korfbal doorgedrongen was tot alle rangen en standen van de bevolking. De Amsterdamse schoolclubs zoals onder anderen D.E.V., D.T.V., dit staat voor ‘de Eerste en Tweede Vijfjarige’ verwijzend naar de Eerste en Tweede Vijfjarige H.B.S. in Amsterdam alsmede de Leidse clubs Vitesse en Fluks werden langzamerhand overvleugeld door clubs als Deetos uit Dordrecht, het Rotterdamse het Zuiden maar vooral door twee Amsterdamse verenigingen Blauw Wit, 6x kampioen van Nederland en Westerkwartier. Deze laatste werd 10 x kampioen van Nederland. Deze verenigingen speelden sinds 1939 een vooraanstaande rol in de competitie van de Korfbalbond. Aan deze bond werd bij het 35-jarig bestaan in 1938 het predicaat ‘Koninklijke’ verleend.

Populariteit is mede te danken aan het gemengde karakter van korfbal en deze sport beschikt over hoedanigheden en eigenschappen die voor de jeugd interessant zijn: je maakt sneller contact met elkaar. Er zijn sporters die de voorkeur geven aan het spelen in een team samen met mannen en vrouwen.  Door het gemengde karakter van de sport mist het korfbal daardoor het ‘harde’ in het spel wat bij veel andere sporten wel aanwezig is. Dit wil niet zeggen dat mannen en vrouwen elkaar helemaal ontzien tijdens een wedstrijd. Het is een teamsport op basis van spelregels. Een individuele speler, nog zo goed, heeft weinig te betekenen omdat er samengespeeld moet worden. Lopen en of stuiteren met de bal is niet toegestaan

Door het meespelen van vrouwen wordt met meer zelfbeheersing en discipline gespeeld. Het is een familiesport. Vaak speelden vader en moeder korfbal, kinderen groeiden op het korfbalveld op. Ze gingen dan ook vaak zelf korfballen bij de club van hun ouders. Alles was in een bekende omgeving voor ze en zij hadden vrienden gemaakt met kinderen waarvan de ouders ook korfbal speelden.

Landelijke en Regionale Pers

In de beginjaren werd door de pers weinig aandacht besteed aan deze nieuwe sport. Men vond het spel te revolutionair, dit had weer te maken met het samenspelen van mannen en vrouwen in één ploeg. Nog steeds vond men dat vrouwen niet aan sport moesten doen. Maar zo rond 1911 werd steeds meer aandacht besteed in de dagbladen aan korfbal. Hierdoor kwam meer bekendheid in andere delen van het land en in de buurlanden.

1928 olympische spelen

Korfbal internationaal

Toen in Nederland korfbal voet aan de grond gekregen had probeerde Nico Broeckhuysen het korfbal in het buitenland te propageren.

In België kreeg korfbal meer bekendheid en daar begon de sport te groeien, in 1921 werd de Belgische Korfbalbond opgericht. De eerste interlands waren demonstratiewedstrijden tegen Nederland tijdens de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen en opnieuw vond een demonstratiewedstrijd plaats tijdens de Olympische Spelen, maar nu van Amsterdam in 1928. Dit was om de korfbalsport uitgebreider onder de aandacht te brengen. Het korfbal is geen Olympische Sport maar wel erkend door het I.O.C. (Internationaal Olympisch Comité) en heeft nog steeds een Olympische status. Misschien wordt het ooit Olympisch!!

Nico Broeckhuysen maakte in de jaren 1920 enkele propagandatochten naar o.a. Duitsland en Engeland. In Duitsland beperkte het zich meer tot de grensstreek maar in Engeland was meer belangstelling. De grote stimulator hier was de Nederlandse sportjournalist Albert Mihado die in Londen verbleef. Al snel werd de Engelse korfbalbond opgericht. Na de tweede wereldoorlog steeg het aantal landen waar korfbal gespeeld werd met grote sprongen. Momenteel wordt het spel gespeeld op vijf continenten in ca. zeventig landen. Als werelds beste ploegen hebben Nederland en België hier het voortouw genomen.

Sinds 1978 is om de vier jaar een wereldkampioenschap van de twaalf toernooien won de Nederlandse ploeg elfmaal en de Belgische ploeg eenmaal. Wel is meer variatie gekomen van landen die de derde plaats opeisten.

1974 Interland tegen België met voor het eerst een vrouwelijke scheidsrechter

Dichter bij huis

In Nijmegen wordt sinds 1911 korfbal gespeeld bij Noviomagum waarna in 1928 de Hazenkamp volgde, eerst als onderdeel van de omnivereniging de Hazenkamp en sinds 1978 als zelfstandige club. Keizer Karel opgericht in 1966 en sinds 1975 spelend op sportpark Staddijk. Binnenkort zal deze club verhuizen naar een nieuw sportpark in Nijmegen-Noord.

Bij studentenvereniging Skunk, opgericht onder de “vleugels” van Noviomagum in 1991 en sinds 1998 een zelfstandige vereniging spelen hun wedstrijden op het Universitair Sportcentrum.

Bronnen: IsGeschiedenis, Wikipedia, Blue Band sportboek, Scriptie CIOS, I.Gittelbauer

Foto’s: Anefo Sportgeschiedenis.nl

Bericht februari 2024

menu