‘Het voorportaal van de hel … Westerbork’

Als je maar vaak genoeg zegt dat het de schuld van de Joden is …

Als je maar vaak genoeg zegt dat het de schuld van de vluchteling is …

Vrijdag 12 april, het is deze dag 79 jaar geleden dat ‘Judendurchgangslager’ Westerbork bevrijd werd door Canadese militairen. Twee jaar lang, van juli 1942 tot april 1944, was het kamp in handen van de SS*. Die maakten er een doorgangskamp van, er werden 107.000 Joden en 245 Roma via Westerbork naar de vernietigingskampen in het oosten gebracht.

Vrijdag 12 april 2024, een zonnige vrijdag, bezochten we ‘Herinneringscentrum-Kamp Westerbork’ in Hooghalen Drenthe. Met de toegangskaart opgehaald in het herinneringscentrum kun je met een pendelbus naar de plek van het voormalig kamp rijden. Het mooie weer doet besluiten de tweeënhalf kilometer te wandelen. In de eerste tien meter krijgt de wandelaar meteen te zien hoeveel mensen per transport meegingen. Langs de weg vind je 93 rechtopstaande spoorbielzen voor elk treintransport met mensen naar de kampen. Op elke biels een plaquette met de optelsom aan mensen, die hoofdzakelijk met goederenwagons, op weg gingen naar de vernietigingskampen.

Een reis duurde gemiddeld drie dagen

Op het kampterrein aangekomen passeren we eerst de woning van de kampleiding. Dit als enig overgebleven gebouw uit die tijd is ‘ingepakt’ in een glazenhuis. Het weidse terrein oplopend zien we meteen een van de belangrijkste taken van dit herinneringscentrum wanneer we stilletjes bij een schoolklas aanschuiven. Zittend op het talud, waar tachtig jaar geleden de spoorrails lagen, krijgen ze uitleg van de vrijwilligers die hier actief zijn. De wind ruist in de bomen, de uitleg hakt er in; je kunt de spreekwoordelijke speld horen vallen … Deze groep, er zijn er meer, heeft plaatsgenomen dichtbij de twee goederenwagons. Replica’s van de destijds gebruikte wagons. “Gemiddeld duurde een treinreis drie dagen”, legt de gids uit. “Al die dagen verbleef men in de wagon. Mannen, vrouwen, kinderen en baby’s.” Vanuit de stilte opeens de vraag van een van de kinderen: “waar konden ze naar de wc?” “Niet, er was in elke wagon een emmer”, vertelt de mevrouw voor de groep. Er kwam even geen vraag meer …

Op het kampterrein aangekomen passeren we eerst de woning van de kampleiding. Dit als enig overgebleven gebouw uit die tijd is ‘ingepakt’ in een glazenhuis. Het weidse terrein oplopend zien we meteen een van de belangrijkste taken van dit herinneringscentrum wanneer we stilletjes bij een schoolklas aanschuiven. Zittend op het talud, waar tachtig jaar geleden de spoorrails lagen, krijgen ze uitleg van de vrijwilligers die hier actief zijn. De wind ruist in de bomen, de uitleg hakt er in; je kunt de spreekwoordelijke speld horen vallen … Deze groep, er zijn er meer, heeft plaatsgenomen dichtbij de twee goederenwagons. Replica’s van de destijds gebruikte wagons. “Gemiddeld duurde een treinreis drie dagen”, legt de gids uit. “Al die dagen verbleef men in de wagon. Mannen, vrouwen, kinderen en baby’s.” Vanuit de stilte opeens de vraag van een van de kinderen: “waar konden ze naar de wc?” “Niet, er was in elke wagon een emmer”, vertelt de mevrouw voor de groep. Er kwam even geen vraag meer …

Ontstaan kamp Westerbork

In 1933 kwam Adolf Hitler aan de macht. Democratisch gekozen en al snel begon de zorgvuldig opgebouwde en aangeprate Jodenhaat zijn uitwerking te krijgen. In deze jaren voor de Tweede Wereldoorlog vluchtten steeds meer Joden weg uit Duitsland. Het leven werd hen daar onmogelijk gemaakt. Ook in Nederland kwamen steeds meer vluchtelingen. Heel vriendelijk gingen we destijds niet met deze vluchtelingen om. Bij elkaar in een kamp leek een van de oplossingen. De Nederlandse overheid bouwde in Drenthe bij Westerbork zo’n kamp. In 1939 was dat klaar. Het ‘centraal vluchtelingenkamp’, ver van de steden op de heide. De geschiedenis herhaalt zich keer op keer.

Herinneringscentrum

In het museumgebouw is een film te zien over de bouw van het kamp, het gebruik voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. De permanente tentoonstelling laat zien hoe mensen in het kamp kwamen, hoe er geleefd werd, gesport, zelfs getrouwd en dat er cabaretavonden waren. Maar ook hoe de meeste bewoners op een gegeven avond toch dat bericht kregen dat ze de volgende dag ‘op reis’ gingen. Dat ook hier het Joodse kampbestuur de deportatielijsten samenstelde blijft onvatbaar. Voor elk transport maakte het kampbestuur een transportlijst. Deze lijsten zijn bewaard gebleven. Zo zijn de namen van 107.000 Joden en 245 Roma die uit Nederland gedeporteerd zijn bewaard gebleven. De namen worden de hele dag door bij de twee wagons op het kampterrein voorgelezen.

In de permanente tentoonstelling is ook de koffer van Ed (Eduard) van Tijn te zien de latere burgemeester van Amsterdam. Als jongetje van 11 jaar maakte hij de bevrijding van het kamp mee.

SS-leiding

Vanaf oktober 1942 werd het kamp streng geleid door SS-Obersturmfuhrer Albert Gemmeker. Alles met ‘Duitse’ precisie, de opdrachten kwamen uit Berlijn waar berekend werd hoeveel mensen in welk kamp ‘verwerkt’ konden worden. Wanneer er 1.000 ‘aangevraagd’ werden gingen er 1.020 ‘mensen’ op transport, die ‘20’ voor de verliezen onderweg want op elk transport stierven er mensen. Op 13 september 1944 vertrok het laatste transport. Nederland was volgens de Duitse bezetter officieel ‘Judenfrei’.

Zolang je nuttig was …

Tijdens ons bezoek was er in het museum aandacht voor de kampfotograaf Rudolf Breslauer die ook in opdracht van kampcommandant Gemmeker een film maakte over het leven in het kamp. Hij filmde een van de transporten, hoe de mensen bij de trein aankwamen en instapten. Niet te beseffen dat velen op de beelden, enkele dagen later niet meer leefden …

Tegelijk is het een voorbeeld van het kampleven, het overleven. Zolang je namelijk nuttig was voor het functioneren en ordelijk verloop in het kamp ging je niet op transport. Breslauer die in Leipzig geboren was en vluchtte naar Nederland ontkwam er uiteindelijk ook niet aan. In een van laatste transporten moest ook hij met zijn hele familie met de trein naar Auschwitz, zijn vrouw en zonen werden op de dag van aankomst vergast, Rudolf stierf enkele maanden later.

Terug op het kampterrein

Naast restanten van een van de barakken, die teruggeplaatst is nadat deze jarenlang als schuur bij een boer dienst had gedaan, kom je helemaal achter op het terrein bij het ‘Nationaal Monument Westerbork’. Een stuk spoor met omgebogen spoorrails, ontworpen door oud-gevangene Ralph Prins. Het stuk rails rust op 93 bielzen, een aantal gelijk aan de transporten uit Westerbork.

Indrukwekkend is ook het grote plein waar de 102.000, via Westerbork getransporteerde en vermoorde Joden, ‘zichtbaar’ zijn gemaakt met grote vakken rechtopstaande blokjes die een ‘Davidster’ dragen. Hier en daar steekt een portret van een van hen daar bovenuit.

Van de 107.000 vanuit Westerbrok op transport gestelde Joden hebben het er 5.000 overleefd. Daarnaast bleven maar 32 van de 245 Roma in leven.

Afgevoerd naar …

De meeste transporten gingen naar Auschwitz I en Auschwitz II-Birkenau, 66 treinen. Dan volgde Sobibór met 19 treinen, Theresienstadt 7 treinen, Bergen-Belsen 8 treinen, Buchenwald 2 treinen en Ravensbrück met één trein. Van de vanaf Westerbork getransporteerden naar Auschwitz stierven 57.299 mensen, in Sobibor waren dat er 34.313, in Theresienstadt 4.770 en Bergen-Belsen 3.724 mensen. Aangrijpende aantallen …

Ook Anne Frank

De laatste 3 treinen vertrokken in september 1944 naar Auschwitz, Theresienstadt en op 13 september 1944 naar Bergen-Belsen. Ook Anne Frank vertrok met een van deze laatste transporten. Hierna bleven nog ongeveer 500 gevangenen in Kamp Westerbrok over waaronder een groot deel van de kampleiding. Dit groeide tot ruim 850 door onder anderen gearresteerde onderduikers.

Na de oorlog

Na de bevrijding werd het kamp als gevangenis gebruik voor gevangengenomen NSB-ers, Nederlanders die in Duitse dienst waren gegaan en andere collaborateurs. Midden 1950 werd het een repatriëringskamp voor Indische Nederlanders. In 1951 kreeg het kamp een andere naam: ‘Woonoord Schattenberg’. Hier werden toen de KNIL-militairen en hun gezinnen gehuisvest. Ook toen weer, net als in 1939, ver van het normale leven op die Drentse heide. Het geeft te denken.

Museum Kamp Westerbork. Oosthalen 8. 9414 TG Hooghalen.

Open van maandag tot en met vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur. Op zaterdag, zondag en feestdagen van 11.00 tot 17.00 uur.

Meer informatie: www.kampwesterbork.nl  info@kampwesterbork.nl en (0593) 592 600

Parkeren moet men bij het herinneringscentrum. Vandaar 2,5 kilometer wandelen of fietsen naar het voormalig kampterrein. Met het toegangsbewijs kan men met een pendelbus mee, frequentie elke 20 minuten. Een mooie optie is om de fiets mee te nemen.

*De SS werd in 1925 opgericht als de persoonlijke lijfwacht van Adolf Hitler. Later groeide de SS uit tot een elite-eenheid van het Duitse leger. In de naoorlogse prosessen bestempeld als een misdadige organisatie. Door de manier van organiseren waren alle leden van de Waffen-SS op de hoogte van het bestaan van de concentratiekampen en het plegen van misdaden tegen de menselijkheid.

Geplaatst juni 2024

menu