‘Het badwater en het kind’

Gemeente Nijmegen heeft geld tekort. Wat doe je dan? Één van de eerste gedachten is: bezuinigen. Dat kan soms een middel zijn om de kosten te drukken. Maar alléén als je met die bezuinigingen niet meer schade veroorzaakt dan dat je huidige kosten zijn.

De praktijk wijst vaak uit dat opgelegde bezuinigingen zúlke schade tot gevolg hebben, dat de kosten van het dragen van de schade en/of het herstel ervan veel hoger zijn dan wat de bezuinigingen opleveren. Dat hebben we duidelijk gezien bij de afschaffing van het jongerenwerk en bijvoorbeeld de bejaardenhuizen. Maar vaak is de termijn van de betreffende politieke beslissers dan allang voorbij.

Met andere woorden: je moet héél goed in beeld hebben welke waarde je hecht aan bepaalde (deels-) gesubsidieerde instituties in je gemeenschap alvorens je de geldkraan, al of niet volledig, dichtdraait.

Met dat in ons achterhoofd vroegen wij ons af hoe gemeente Nijmegen eigenlijk kijkt naar de wijkmedia zoals wijzelf, de Dukenburger.

Om maar met de deur in huis te vallen: er is geen beleid op de wijkmedia. Er bestaat op zijn hoogst een soort gedachte dat ze misschien wel iets betekenen voor de bevolking en het is in ieder geval een handig communicatiekanaal voor de gemeente.

In de huidige bezuinigingsdiscussie lijkt het ons goed om te proberen alvast een beetje voor te sorteren op een Nijmeegse visie op wijkmedia. Natuurlijk ook in de hoop dat de bezuinigingsrondes aan de wijkmedia voorbij zullen gaan.

In de moderne samenleving zijn media een essentieel onderdeel geworden van onze dagelijkse interacties en informatie-uitwisseling. Terwijl grote nieuwsorganisaties en sociale mediaplatforms de krantenkoppen domineren, is er een steeds duidelijker erkenning van het cruciale belang van wijkmedia in het ondersteunen en informeren van lokale gemeenschappen.

De wijkgerichte media, zoals de Dukenburger, dienen als een stem voor de mensen, een forum voor discussie en een bron van, soms cruciale, informatie voor wijkbewoners.

Volgens professor Nico Carpentier, onderzoeker op het gebied van mediastudies aan de Vrije Universiteit Brussel, ‘vormen wijkmedia de ruggengraat van lokale communicatie, waarbij ze een platform bieden voor het delen van ervaringen, zorgen en ideeën die uniek zijn voor elke buurt.’

Het belang van wijkmedia kan niet genoeg worden onderstreept, óók voor de Nijmeegse politiek. Ze spelen een essentiële rol in de bevordering van democratie, kritisch denken en toegang tot relevante informatie binnen de lokale gemeenschappen. Zeker de centrumlinkse coalitie in Nijmegen moet dit belang kunnen onderschrijven.

Professor Mark Deuze, hoogleraar journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam stelt dat wijkmedia van onschatbare waarde zijn omdat ze lokale gemeenschappen in staat stellen om zichzelf te informeren, te organiseren en te mobiliseren voor positieve verandering.

De uitdrukking ‘civiele journalistiek’ wordt in deze context vaak gebezigd: bijna iedere burger is in ons tijdsgewricht in staat om zijn of haar leefomgeving in beeld te brengen en uit te dragen. Dat gebeurt vaak via sociale media. Die civiele journalistiek is in de huidige samenleving weliswaar heel populair, maar een belangrijk argument dat meer voor koestering van de wijkmedia spreekt, is te vinden in Deuze’s boek “Beyond Journalism” (samen met co-auteur Tamara Witsche). Journalisten zien zichzelf, en worden door lezers/luisteraars/kijkers gezien, als waakhonden, als diegenen die burgers van betrouwbare informatie voorzien die nodig is voor de samenleving. Op betrouwbaarheid schiet informatie op sociale media meestal gruwelijk tekort.

Laagdrempelige informatievoorziening in en over de wijk vanuit journalistieke principes is dan dubbel belangrijk. Interessant is dat uit onderzoek van Nico Drok, lector journalistiek aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle, blijkt dat jonge journalisten in heel Europa een bijna gelijkluidende toekomstvisie over journalistiek hebben, namelijk ‘back to basic’. De 21e-eeuwse journalistiek zal zich weer moeten onderscheiden door te fungeren als een baken van betrouwbaarheid in de zee van informatie en opinies.

De Dukenburger, net als andere stadsdeelbladen in Nijmegen, fungeert nu al als bron van, zoveel mogelijk objectieve, informatie. Dicht bij bewoners van het eigen stadsdeel, heel laagdrempelig, op de hoogte van ontwikkelingen en gebeurtenissen en een spreekbuis voor Dukenburgers.

Bewustwording van de leefomgeving voor burgers is een sleutelgegeven. Het geeft mensen de mogelijkheid betrokken te raken bij zaken die ‘in de achtertuin’ spelen en waar nodig verandering te bewerkstelligen.

De kloof tussen (lokale) overheid en burger lijkt steeds breder te worden. Wijkmedia spelen vanuit hun functie daarin een her-verbindende rol. Zowel de burger als de (lokale) overheid heeft veel baat bij informatie op stadsdeel- of wijkniveau. Het kan in ieder geval helpen elkaar beter te begrijpen.

Als er beknibbeld moet worden op budgetten binnen de gemeentelijke begroting, is het al met al niet voor de hand liggend en onverstandig dat te doen op de subsidies voor de wijkmedia. Alle wijkbladen in Nijmegen werken met vrijwillige, onbetaalde redacteuren. Zij moeten het nu al doen met zeer beperkte middelen, en geen van de bladen is uitbundig uitgevoerd, maar wel op een minimum-aantrekkelijkheidsniveau. Daardoor is het bereik van bijvoorbeeld de Dukenburger groot.

We moeten voorkomen dat de wijkbladen volgens de kaasschaafmethode beetje bij beetje sluitpost worden van de gemeentelijke begroting. Het badwater zowel als het kind zijn dan door het putje gespoeld.

Bericht maart 2024

menu