Stadsgids Hans van Meteren neemt ons mee in en om Nijmegen.
Vandaag de dag zijn we met zo’n 187.000 Nijmegenaren. Hoewel we allemaal wel een wat andere smaak hebben, zijn de meesten van ons trots op de Vierdaagse, de Vierdaagsefeesten en de vele andere evenementen. De Stevenskerk en -toren zijn ons gezamenlijke bezit en de Grote Markt is een van de mooiste plekjes van de stad. We koesteren onze 2000 jaar oude geschiedenis.
Een gevoel van thuiskomen kan ons overspoelen wanneer we over de Waalbrug terugkeren van het werk, een dagje uit of van vakantie. Over dat laatste zat ik te bedenken: Hoe komt dat nou dat de Waalbrug zo’n uitwerking op ons heeft? Het kan niet zijn omdat hij goed in de verf zit. Maar wat dan wel? Is het vanwege het mooie uitzicht op de Ooijpolder en de Benedenstad, het feit dat de koffie thuis wacht of toch de brug zelf? Ik denk de combinatie. Maar de brug zelf fluit een mooi partijtje mee. ‘Ergens’ voelt hij uniek en daarom eigen, vertrouwd. Onze brug, mooier dan al die andere. Wat is daarvan de reden?
De Waalbrug is een van de vele bruggen die in de eerste helft van de twintigste eeuw zijn gebouwd, toen de auto aan een opmars begon en er meer rivierverbindingen nodig waren. Hij was een van de boogbruggen, naast die van bijvoorbeeld Vianen (Lek) en Arnhem (Nederrijn). In Nijmegen was Rijkswaterstaat er duidelijk op gebrand om flink uit te pakken. Hier zijn ingenieur P. Stelling, A.J. van der Steur en W.J.H. Harmsen voortvarend aan de slag te gaan. En kennelijk werd dat voor hen liefde op het eerste gezicht.
De ontwerpers van de Waalbrug hebben alle moeite gedaan om het zicht vanaf de brug op de omgeving optimaal te maken. Normaal zou je de boog, zoals bij verreweg de meeste boogbruggen, op de pijlers leggen. Maar het nadeel is dan, dat er tussen de uiteinden van de boog een spanband nodig is om hem in vorm te houden. En een spanband zou het uitzicht op de omgeving flink beperken. Een paar jaar voordat onze brug werd ontworpen, in 1932, werd in Australië de Sydney Harbour Bridge in gebruik genomen. Daar zit de boog tussen de pijlers geklemd. Op die manier is er geen spanband nodig om hem in vorm te houden. Dat was ook de oplossing die Rijkswaterstaat hier in Nijmegen koos. Als een van de eerste ter wereld werd de boog niet op, maar in de pijler gelegd, met hetzelfde effect als in Sydney: de boogvorm blijft, ingeklemd tussen de pijlers, ook zonder spanband behouden. Zo heb je een vrij uitzicht op de Ooij, de stuwwal en de Benedenstad. Bovendien kwam de rijbaan in de boog te hangen (halfhoog gelegen rijdek) waardoor onze brug zich mooi in zijn omgeving voegt. En als extraatje: de boog, van boven breed, wordt gaandeweg steeds smaller, totdat hij in een punt in de pijler verdwijnt. Dat geeft hem zijn slanke uiterlijk. Zo werkt alles mee om van onze Waalbrug een van de mooiste van ons land te maken. Na de opknapbeurt van 2019/2020 kan hij weer tientallen jaren mee. Nou nog een likje verf en Rijkswaterstaat kan hier wat dit betreft in ieder geval geen kwaad meer doen.
Voor stadswandelingen: www.stadswandelingennijmegen.nl Hans van Meteren
Bericht april 2024