Qader Shafiq

'Hij heet Charles'

Ik was al een tijdje niet in Winkelcentrum Dukenburg geweest. Op een koude zaterdagmiddag fietste ik erheen om de warmte te zoeken. De schoenen sleutelmaker zat op zijn vertrouwde plek. De rijen bij de kassa’s van de Action waren net zo lang als anders. De ontvangst bij de Bruna was zoals gewoonlijk warm. Naast de afvalbakken van de cafetaria stonden jong en oud te smikkelen. Net zoals bij de ingang van Toko Amazing Oriental. Ik was blij met de komst van Pronk, een leer- en werkwinkel. Na wat gelezen te hebben in de bibliotheek en bij de groenteboer geweest te zijn, wilde ik dezelfde route terug nemen naar mijn fiets. Een oude man met een rollator trok mijn aandacht. Hij kwam mij bekend voor. Zou hij mijn eerste buurman in Nijmegen zijn? Hij bewoog langzaam. Daardoor kon ik de herinneringen van vijfentwintig jaar geleden terugroepen. "Het is hem!" Hij woonde met zijn vrouw naast de eengezinswoning in Voorstenkamp die ik met drie andere vluchtelingen deelde. Het Indische buurechtpaar was hartelijk voor ons. Toen ik statushouder werd en moest verhuizen naar een dure kamer op de Sint Annastraat, reed de buurman met zijn kleine Renault twee keer op en neer om mijn spullen over te brengen.

Sindsdien ben ik daar niet meer geweest. Een bezoek aan deze buren om ze te laten zien dat het goed met mij ging stelde ik steeds uit. Misschien omdat ik de moeilijkste periode van mijn leven daar heb doorgebracht. "Dag meneer. Mag ik u iets vragen?" Hij herkende mij niet. Maar hij vertelde mij dat hij in dat huis woonde. Zijn vrouw was een aantal jaren geleden overleden. Toen ik haar beschreef en mijn herinneringen aan haar met hem deelde, zag ik de glans van vertrouwen in zijn ogen en kwam ons gesprek op gang. Hij wist nu meer over Java te vertellen dan over hier. Hoe kon hij weten wie ik was als er zoveel mensen tijdelijk naast hen gehuisvest werden? Na een kwart eeuw weet ik dat deze buurman Charles heet. Wij hebben een selfie gemaakt en afgesproken dat ik bij hem langskom. Op de fiets jammerde ik dat ik de vrouw van Charles geen bos bloemen meer kan geven. Ik dacht aan de vele anderen die mij op weg hielpen.

Qader Shafiq

'Tortelduifjes en moeders'

De recente Nederlandse hitte had ik verruild met die van Kabul. Mijn zieke moeder riep mij op om even bij haar te zijn. Ik zat aan haar bed en luisterde naar haar verhalen. Leuke anekdotes uit het verleden of geklaag over haar gezondheid. Zij vroeg naar mijn vrienden in Nederland. En naar de ervaringen van afgelopen Vierdaagse. We bewonderden samen het tortelduifjespaar dat op haar balkon genesteld was. Het mannetje vloog weg en bracht takjes die hij aan het vrouwtje gaf. Zo lief.

Ons samenzijn werd onderbroken door het getril van ons huis en het geluid van explosies erna. We zetten de radio aan. Even later wisten wij waar de aanslag was en hoeveel slachtoffers er waren. Mijn moeder vertelde dat zij bij het horen van explosies en zwaar geschut Nederland bedankt dat ik daar mag zijn.

Na een kleine twee weken bij haar zat ik in het vliegtuig te reflecteren op het verblijf in mijn moederland. Op mijn iPhone keek ik naar de foto’s van mensen, dieren en objecten daar. De afstand van ruim zevenduizend kilometer verklaarde het geweld, de onrechtvaardigheid en wanhoop die ik daar zag. Ik snelde naar Nijmegen om het gebrek aan onvoorwaardelijke warmte daar hier te compenseren. Eenmaal thuis nam ik de post door en scande de kranten van afgelopen weken. Tussen de vele enveloppen lag de ansichtkaart van Henny Tiellemans die mij bedankte voor het boek Weg naar je eigen land. De kaart was vóór de Vierdaagse verstuurd.

Haar woorden op de kaart waren net zo lief als zijzel is. Henny is een van de zeven geportretteerden in het boek Dukenburg dichterbij. Lees het verhaal van dat Nijmeegse oorlogskind, een van de eerste bewoners van Dukenburg. Henny’s echtgenoot Henk was een van mijn eerste collega’s van wie ik de fijne kneepjes van de Nederlandse taal heb geleerd.

Henny gaf mij geen kans haar te bedanken voor haar mooie woorden. Dezelfde postbode die haar mooie kaart had bezorgd, gooide een dag na mijn aankomst haar overlijdensbericht in de bus. Lieve Henny, de oppasmoeder van vele Dukenburgse kinderen. Mijn oppasmoeder blies haar adem uit toen ik in het vliegtuig zat. Kijkend naar de foto’s van tortelduifjes op het balkon van mijn moeder huil ik om Henny. Ik denk aan haar Henk en haar enige zoon Charles.

Qader Shafiq

'Deltaplan voor Havana aan het Maas-Waalkanaal'

Laatst keek ik naar een aflevering van de VPRO-reisserie Cuba na Castro. De vrolijkheid van Havanezen en dynamiek in Havana haalden mijn gedachten terug naar huis. Ik kan het er niet bij laten om iedereen eraan te herinneren hoe zeventien jaar geleden een links college in Nijmegen de macht overnam. In het coalitieakkoord van toen stonden kreten als ‘ongedeelde stad’, ‘solidaire stad’, ‘bruisende stad’... Nijmegen zou het Havana aan de Waal worden.

De euforie van de linkse overwinning deden ons al gauw vergeten dat de ambities van het coalitieakkoord niet rijmden met de werkelijkheid. Er werd bijvoorbeeld een deltaplan voor de integratie gelanceerd, met daarin aandacht voor spreiding in de wijken, ontmoeting & participatie en sociaal-economische integratie. Maar vanuit het woonbeleid werd het Entreesysteem ingevoerd, waardoor de witte vlucht uit vele wijken begon.

De snel veranderde demografie van ons stadsdeel Dukenburg bezorgde het goedebedoelingenplan handelingsverlegenheid. Er was geen sprake van coherentie tussen de relevante beleidsdomeinen. Het op emoties gebaseerde multicultureel beleid kwam niet verder dan gezellige feestjes met hapjes en drankjes. De vele ondernemende nieuwkomers kregen in plaats van stimulans en per-spectief op sociaal-economische participatie een leger hulpverleners.

Recent las ik het rapport van kennis- en netwerkorganisatie Platform31 die in opdracht van de gemeente de trends en ontwikkelingen rondom de speerpunten van het huidige coalitieakkoord in Nijmegen heeft bestudeerd. Aangezien de aandacht van de krantenjournalistiek niet dieper gaat dan de verkiezingsuitslag in onze wijken, wil ik het hier hebben over de voedingsbodem voor de polariserende politiek van extremen zoals Forum voor Democratie en Denk.

Volgens Platform31 nam Nijmegen als tiendestad van Nederland vorig jaar de 29e plaats in op de sociaal-economische index uit de Atlas voor gemeenten: "In Nijmegen is in toenemende mate sprake van fragmentatie en segmentatie en allerlei sociale scheidslijnen. Deze sociale scheidslijnen worden onder andere zichtbaar in de verdeling over de Nijmeegse wijken van het aantal uitkeringsgerechtigden, het opleidingsniveau van havo- en vwo-leerlingen, de spreiding van de Nijmeegse huishoudens met meerdere klantrelaties op het gebied van werk, inkomen, zorg en jeugd, en de leefbaarheidsverschillen tussen de wijken en buurten."

De sociale scheidslijnen zijn een probleem, en dienen als samenhangende opgave aangepakt te worden, als er sprake is van stapeling, ruimtelijke concentratie, gezondheidsproblemen en dergelijke van de cannots, sociale uitsluiting, lagere levensverwachting, financiële consequenties en als er te veel sprake is van een vangnet en geen trampoline.’ Het is tijd voor een realistisch en door ons gedragen Deltaplan voor Havana aan het Maas- Waalkanaal. Daarvoor moet eerst een Dukenburger de politiek in. Eentje die Dukenburg begrijpt, ervoor staat en niet snel verhuist.

Qader Shafiq

'De stad van Jeanette Heikens'

De eerste indrukken van mensen en objecten zijn bepalend in ons leven. Vanuit het raam van de trein waarmee ik voor het eerst naar Nijmegen kwam, zag ik de stad en zijn Stevenstoren. Ik zou na maanden in verschillende asielzoekerscentra - Eindhoven, Haarlem, Musselkanaal, Luttelgeest en Steenwijkerwold – rondgezworven te hebben, hier komen wonen. In Steenwijkerwold werd duidelijk dat ik in een tijdelijke woning op de start van de asielprocedure moest wachten. Als een vermoeide ziel bleef ik me aan de onzekerheid van onderweg zijn conformeren. Ik wilde mijn tijd zinvol gebruiken door in een grote universiteitsstad te gaan wonen en studeren. De drie steden die ik kende: Amsterdam, Rotterdam of Leiden. Mevrouw Roos, de functionaris van het centrum die over de huisvesting van asielzoekers ging, noemde een andere stad: ‘Jij moet naar Nijmegen. Die stad past goed bij jou.’

Toen ik samen met drie beoogde huisgenoten uit de trein stapte, stond een tengere vrouw van boven de vijftig met een kort blond kapsel op het perron op ons te wachten. Zij herkende ons aan de grijze afvalzakken die wij bij ons hadden. Haar moederlijk strenge blik en vriendelijke stem gaf mij een welkomstgevoel in de stad waarvan ik de naam nauwelijks kon uitspreken. ‘Ik heet Jeanette. Ik ben van VVN. Zullen we eerst naar de bank gaan om een bankrekening voor jullie te openen?’ Jeanette werd mijn contactpersoon bij Vluchtelingenwerk. Zij hielp mij met de inschrijving voor een taalcursus. Zij was de allereerste geïnteresseerde Nijmeegse in mijn nieuwe leven.

De eerste maanden in Nijmegen is de schoonheid van deze stad mij voorbijgegaan. Ik had een zwaar hoofd vol tranen op een doorweekt kussen. Een bestaan van lange slapeloze nachten met een wereldontvanger op mijn bed. Er werd geschoten in de wijk waar mijn dierbaren woonden. Ik hoorde berichten over doden en stadsgenoten die op de vlucht waren. Over de hongerige kinderen. Ik schaamde me voor mijn asielzoeker zijn. Nee, Nijmegen zou nooit mijn stad worden. Begin januari 1995 kreeg ik een envelop thuisbezorgd. Op een in vieren gevouwen A4 las ik de tekst die met blauwe stift geschreven was: hoera, A-status! Ondertekend door Jeanette Heikens. Ik rende naar de Van Spaenstraat. Hijgend kwam ik op het kantoor van Vluchtelingenwerk om met eigen ogen de beschikking van staatssecretaris van Justitie mevrouw Schmitz te zien.

Op 24 april vierde ik mijn 25 jarig samenzijnsjubileum met Nijmegen. De stad die bij mij past. En waarbij ik hoor.

Qader Shafiq

'Wie zwijgt stemt toe'

Dit jaar en volgend jaar staan we stil bij het einde van de Tweede Wereldoorlog. We vieren de vrijheidwaarin we al 75 jaar in Europa leven. Juist de lessen van deze vernietigende oorlog zouden Europain een beschaafde en alternatieve macht veranderen– een beschaving die niet onverschillig zou blijven ten opzichte van andere delen op aarde. Helaas laat de staat van de wereld zien dat Europa selectief met deze verantwoordelijkheid is omgegaan. Hoe kijken wij over een aantal jaar terug op de Jemens van deze tijd?

Bij elk bericht over de oorlog in Jemen, denk ik aan Hakim: een tengere artiest uit de democratische volksrepubliek Jemen die ik in het destijds Sovjet-Oekraïense Charkov heb leren kennen. Hakim studeerde aan de cultuuruniversiteit en woonde in het studentenhuis waar ik af en toe bij vrienden op bezoek kwam. De eenzame Zuid-Jemeniet speelde met zijn dunne vingers op de snaren van zijn oed. In de muziek kon je de weemoed horen.

Bij het zien van de foto van het Jemenitische meisje Amal Hussein met ondertitel: ‘uitgemergeld van de honger, een blik op het oneindige’, die afgelopen najaar de wereld rondging, werden mijn tranen begeleid door de muziek van Hakim.

Het duurde lang voordat we wakker geschud werden over wat in Jemen werkelijk gebeurt. Wat Saoedi- Arabië met journalist Khashoggi heeft gedaan, is al jaren met het Jemenitische volk gaande. In de ongekende humanitaire crisis die in Jemen gaande is, is ruim driekwart van de bevolking afhankelijk van internationale hulp. Miljoenen mensen dreigen van honger om te komen. Duizenden luchtaanvallen en artilleriebeschikkingen van de door Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten geleiden coalitie die de kassa’s van de wapen producerende beschavingen laten rinkelen, zorgen voor het aanblijvenvan deze humanitaire ramp. Waarom duurde het zo lang voordat we eindelijk wakker geschud werden?

Het is tijd dat Nederland als belangrijk lid van de Europese Unie zich in gaat zetten voor een coherent Europees internationaal beleid dat zich inzet voor vrede, stabiliteit en ontwikkeling elders. Daarom is het belangrijk dat Nijmegenaren die straks tijdens de Europese verkiezingen naar de stembus gaan, hun stem voor een rechtvaardig Europa in de wereld laten horen. Ik hoop dat Hakim, die mij ooit het mooiste van Jemen liet horen, nog leeft en met zijn muziek de door oorlog vermoeide Jemenieten van blijdschapsklanken voorziet…

Qader Shafiq