‘De boom als bron van leven’

Dit keer aandacht voor de boom, die zo belangrijk is voor het leven op aarde. De boom zorgt voor zuurstof, neemt CO2 op, geeft vruchten en is eten voor talloze dieren. De boom is voor veel dieren hun thuis. Ook geeft de boom verkoeling en is belangrijk voor het bodemleven.

Zuurstof

Een boom is een grote plant met een stam die verhout is. Ook een struik heeft een houten stam; het verschil met een boom is dat een struik zich vanaf de bodem al vertakt in meerdere takken. Bomen zorgen voor zuurstof en halen kooldioxide (CO2) uit de lucht. CO2 is waar we op het moment wat te veel van op de wereldbol hebben en dat zorgt voor de opwarming van de aarde. Het is heel wonderbaarlijk hoe bomen CO2 met behulp van zonlicht en water een suikerachtige vaste stof kunnen maken, de grondstof voor hun bladeren, hout en ook vruchten. En het mooie is dat ze door het omzetten van CO2 tegelijk het voor het leven op aarde noodzakelijke zuurstof (O2) maken. Dat is wat kinderen op school al leren.

Verkoeling

Temperaturen boven een bepaalde waarde kunnen leiden tot hittestress. Daarbij kunnen mensen en dieren hun warmte niet kwijt. Dat kan leiden tot verschillende lichamelijke klachten, zoals een verstoorde slaap en ook overdag slechter functioneren. In sommige gevallen kan er warmte-uitslag of een hitteberoerte ontstaan. Het kan ook tot sterfte leiden. Bomen zijn een eenvoudig en doeltreffend middel tegen de hitte. Het is heerlijk in de schaduw van bomen te zijn op een warme dag, het liefst in een bos. Maar bomen hebben ook een verkoelende werking door verdamping van water via de bladeren. Onderzoek van de Universiteit Wageningen uit 2011 toont aan dat de verdamping van vocht via de bladeren van één grote boom gelijkstaat aan het vermogen van tien airco’s (dat is zo’n 20 tot 30 kW). Bomen kunnen in tegenstelling tot ander groen zoals gras de verdamping een langere periode op peil te houden.

Leven op de boom

Op een enkele (levende) boom kunnen honderden soorten insecten, schimmels, mossen, korstmossen, zoogdieren en planten zitten. Alles van de boom wordt gebruikt: bloemen, fruit, bladeren, knoppen en houtachtige delen van bomen. Vogels en eekhoorns maken nestjes in bomen. Boomholtes, vaak van dode of stervende bomen, worden als nest gebruikt door bijvoorbeeld spechten en kauwen. De wortels van bomen hebben verbindingen met mycorrhiza, voor de boom gunstige schimmels in de bodem. Daarbij wisselen ze voedingsstoffen uit. In ruil voor plantensuikers uit de wortels maken de schimmels mineralen opneembaar voor planten. Daardoor blijven planten gezonder. En het mooie is dat (netwerken van) bomen op deze manier ook met elkaar praten. Vergelijk het maar met ons internet: bomen zijn, vooral in bossen, onderling verbonden via het Wood Wide Web.

De boom en bodemleven

De schimmels zijn weer onderdeel van een enorm complex van organismen onder de grond. Vlak onder onze voeten in een gezonde (niet door landbouwgif platgespoten) bodem bevinden zich meterslange schimmeldraden, miljarden bacteriën en nog talloze andere dieren. De allerkleinste, bijna niet met het oog te onderscheiden, zijn pantoffeldiertjes, beerdiertjes en springstaartjes. Maar er leven ook grotere dieren, zoals duizend- en miljoenenpoten, mieren, spinnen, wormen, naaktslakken en insectenlarven. Ook kevers, schuilende hommels, mollen, muizen en konijnen profiteren van een gezonde bodem: ruim een kwart van de biodiversiteit op aarde bevindt zich onder onze voeten.

Dood levend hout

Ook dode bomen en herfstbladeren zijn belangrijk. Een dode boom is een bron van leven. Rottend hout is vochtig en daardoor ideaal voor schimmels om op te groeien. Ruim driehonderd soorten paddenstoelen leven zelfs alléén op dood hout. Lieveheersbeestjes en loopkevers gebruiken dood hout voor beschutting of overwintering. Veel kevers eten hout of bast. Uiteindelijk verwerkt een leger aan mieren, springstaarten, pissebedden, duizend- en miljoenpoten en niet te vergeten regenwormen de resten van vermolmd hout. Afgevallen herfstbladeren kun je goed laten liggen. Ze maken een mooie strooisel laag en vormen een warm dekentje voor planten en insecten. De meeste herfstbladeren doen er anderhalf jaar over om te verteren. Het blad van de eik, beuk en de plataan verdwijnen langzamer; die hebben twee tot drie jaar nodig.

Bericht september 2023

menu