‘Gaten’
Na een etentje in de stad, trapte ik behoorlijk door. De ontknoping van een belangrijk tennistoernooi vond plaats en als incidenteel tennisfanaat wilde ik het niet missen. Even waande ik me een soort Marco Pantani, de tourwinnaar van 1998 en begenadigd klimmer, bij het oversteken van het Maas-Waalkanaal. Tevreden met de vlugge beklimming van de helling daalde ik af. Mijn tevredenheid ging op in schrik toen ik iets hoorde scheuren. Ik draaide mijn hoofd om en voelde aan mijn rechterbovenbeen. In plaats van spijkerstof stuitten mijn vingers op mijn onderbroek en huid. ‘Godverdomme!’, riep ik.
Los van het feit dat mijn favoriete jeans naar de gallemiezen was, realiseerde ik me plotseling dat ik ook nog naar de supermarkt moest om brood te kopen. Ik fietste zo snel als ik kon naar de Albert Heijn in Winkelcentrum Dukenburg. Alles ging goed, geen mens leek het gezien te hebben, dacht ik terwijl ik bij de zelfscankassa stond. Toen greep ik naar de bananen die ik per ongeluk had laten vallen. Ik bukte, zonder na te denken over het aanzicht dat ik mensen achter me zou geven, en hoorde mijn broek verder scheuren. Snel kwam ik overeind, keek om me heen en zag mensen niet abnormaal kijken. Ik haalde opgelucht adem.
Eenmaal voorbij de kassapoortjes hoorde ik iemand zeggen: “Het wordt steeds gekker met de mode van tegenwoordig, eerst van die gaten bij hun knieën, nu gaten bij hun achterwerk. Dadelijk lopen ze nog in hun nakie.” Ik was dan wel een broek armer, maar ik ben een glimlach rijker.
Chard van den Berg