‘Betaald met Joods geld …’

Nationaal Monument Kamp Vught

We zijn onderweg naar museum ‘Kamp Vught’ wanneer we op de snelweg aan de kant moeten voor een rits donkere SUV’s met blauwe flitsers en sirenes. Ze gaan rechtsaf richting Cromvoirt, de afslag die wij ook moeten hebben. Vlak voor onze eindbestemming staan nog een paar van deze voertuigen dwars op de weg. Er was kennelijk weer een ‘VIP’ op weg naar de extra beveiligde gevangenis. Een ‘Extra Beveiligde Inrichting’ of afgekort EBI. Vijftig meter rechts van de gevangenis ingang ligt onze bestemming, ‘Nationaal Monument Kamp Vught’. Eigenlijk een herinneringscentrum bij het ‘Nationaal Monument Kamp Vught’ dat iets verder in de bossen staat op de fusilladeplaats

Binnen krijg je uitleg van een van de 130 vrijwilligers waar het museum op draait. Met een audiotour kan men in eigen tempo door het binnen- en buitenmuseum lopen. Om de expositieruimtes te bereiken komt men door de filmzaal waar met een doorlopende voorstelling. We vallen midden in de lopende film en zien en horen, “het kamp is in 1942 gebouwd door de ‘SS’, betaald werd het met geld afgenomen van ‘gedeporteerde Joden’.

Deze binnenkomer is al direct heftig en we zien dat bijna alle aanwezigen langer blijven zitten kijken en luisteren dan de normale tijdsduur van de film.

Concentratiekamp

De expositieruimtes bereiken we door een gang met glazen wand, het zicht naar buiten laat de wachttorens, de kampgracht en de hoge prikkeldraadafzettingen zien zoals die rond heel het kamp stonden. De expositieruimte begon met de bouw die(weglaten) in de zomermaanden van 1942 in de bossen nabij het strandbad ‘De IJzeren Man’. Geen gewone gevangenis maar een concentratiekamp. ‘Konzentrationslager Herzogenbusch’ was de oorspronkelijk naam. Vanaf januari 1943 tot september 1944 werden hier 32.000 mensen gevangengehouden, tewerkgesteld. De gevangenen moesten, vaak slecht gekleed, vanaf station Vught lopen naar het kamp. Zeven seizoenen maar was het in gebruik, zeven seizoenen waarin ook 749 mensen stierven in het kamp.

Ontmenselijking

Basis van het nazisysteem in de concentratiekampen was de ontmenselijking. Alle persoonlijke spullen werden afgenomen, mannen werden kaalgeschoren, iedereen kreeg kampkleren (mannen gestreepte broek en jas, vrouwen een blauwe overall). En men kreeg een nummer… Kampkleding, klompen en een nummer, dat is wat er overbleef.

Het museum laat veel persoonlijke voorwerpen, documenten zien en opgetekende verhalen van ooggetuigen.

Niet alleen de bouw werd zo efficiënt mogelijk door de Duitsers gefinancierd, ook de lopende zaken mochten geen geld kosten dus werden de gevangenen aan het werk gezet. Ook buiten het kamp, ook met gebruik van grote Nederlandse bedrijven. Zo was er het ‘Philips-Kommando’ waar bijvoorbeeld radio-onderdelen voor het Duitse leger werden gemaakt. In de textielwerkplaats werden gevangenenkleding en bontmutsen gemaakt. Verder moesten er neergehaalde vliegtuigdelen gesloopt worden door het ‘Luftwaffekommando’. Zwaar werk waarbij de gevangenen met hun blote handen vliegtuigwrakken uit elkaar moesten halen. Bruikbare onderdelen gingen weer naar de Duitse oorlogsindustrie. Hiervoor werd door de gevangenen in februari 1944 een spoorlijn aangelegd, al snel passeerden hier per maand 350 à 400 wagons met schroot. Later dat jaar werd de spoorverbinding door de Duitsers gebruikt om de laatste gevengenen te deporteren naar andere kampen.

Barak en crematorium

De route door het buitenmuseum begint met een grote maquette van het kamp. Met de audiotour krijg je uitleg waar de gebouwen voor dienden en wie waar gehuisvest werd. Even verder is een halve barak nagebouwd. Joden, studenten, gijzelaars, politieke gevangenen, Jehovah’s Getuigen, zwarthandelaren werden hier met 240 personen samengeperst. In de wintermaanden een kachel, wassen in 30 minuten met alleen koud water en eenmaal in de week een douche. Zelfs het toilet ontbeerde iedere vorm van menselijke privacy. De nagebouwde slaapzaal met rijen driehoog stapelbedden en strozakken laat een diepe indruk achter. Er moest van ’s morgens heel vroeg de hele dag hard gewerkt worden. Een paar hompen brood die voor de hele dag waren kreeg men bij het ontbijt. Hoofdgerecht bij het avondeten was meestal iets wat op soep moest lijken en weinig voedingswaarde had. Het brood van de morgen, ook bedoeld voor in de soep, was dan meestal al op. Het regiem was streng en hard. Een voorbeeld daarvan is te zien in de nagebouwde gevangeniscel 115 en staat beschreven als het ‘bunkerdrama’. In de nacht van 15 op 16 januari 1944 stierven toen tien van de 74 gevangengehouden vrouwen, die door bewakers in één piepkleine cel waren opgesloten in de kampgevangenis. Samengeperst zonder ook maar enige bewegingsmogelijkheid moesten ze daar een avond en nacht doorbrengen.

Toen de geallieerden in de herfst 1944 het kamp binnenvielen was het leeg. Alle gevangenen waren overgebracht naar andere concentratiekampen. Het laatste transport ging naar Sachsenhausen en Ravensbrück. De meeste gevangenen kwamen nooit meer thuis.

In oktober 1944 werd het kamp overgenomen door de binnenlandse strijdkrachten en werd het ‘interneringskamp Vught’. Tot half januari 1949 werden verdachten van collaboratie, NSB’ers en Rijksduitsers hier gevangengehouden.

IN 1951 wordt ‘Kamp Vught’ verbouwd tot ‘Woonoord Lunetten’ waar Molukse KNIL-militairen gehuisvest werden. In 1992 worden barakken gesloopt (behalve barak 1) voor een nieuwe woonwijk.

In het kamp stierven 749 mensen, waarvan 329 geëxecuteerd op de fusilladeplaats. Net als in de andere concentratiekampen werden de lijken verbrand. Eerst gebeurde dat in een mobiele crematoriumkar. Later werd een crematorium gebouwd met twee ovens.

Bericht mei 2024

Joods monument

Achter op het terrein staat een monument voor bijna 1300 Joodse kinderen en hun begeleiders die in juni 1943 vanaf ‘Kamp Vught’ onder valse voorwendselen op transport moesten. Via Westerbork ging de groep (ruim 3000 kinderen en begeleiders) al snel door naar Sobibor waar ze kort na aankomst zijn vergast. Ook in de binnenexpositie is speciale aandacht hiervoor, op het buitenmonument staan alle namen.

Het Nationaal monument op de fusilladeplaats

Buiten het herdenkingscentrum/museum kan men via een mooie wandeling door de bossen (ongeveer 2,5 kilometer) naar het ‘Nationaal Monument Kamp Vught’. In 1947 geopend door prinses Juliana. De panelen zijn na twee vernielingen in de jaren 90 van de vorige eeuw vernieuwd. De originele (en onherstelbare) panelen, vernieuwd in 1997, zijn bewaard gebleven en staan in het buitenmuseum. Op deze fusilladeplaats zijn in de laatste maanden van het kamp 329 voor de Duitsers gevaarlijke gevangenen doodgeschoten door Nederlandse SS-ers. Veelal verzetsmensen die uit heel het land werden aangevoerd.

Nationaal Monument Kamp Vught. Lunettenlaan 600, Vught

Open van maandag tot en met vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur. Op zaterdag, zondag en feestdagen van 12.00 tot 17.00 uur. De oude barak 1B buiten het museum is open op woensdag-, zaterdag- en zondagmiddag. Atlantis 1B.

Meer informatie www.nmkampvught.nl  info@nmkampvught.nl en 073 656 67 64

menu