‘Beestjes in de bodem’

De bodem zit vol leven, van microscopisch kleine organismen tot grotere zoogdieren. Bodemdieren zijn erg belangrijk voor het gezond houden van de bodem. Ze eten resten op van dode planten en dieren. De resten die de bodemdiertjes niet kunnen gebruiken, worden door schimmels en bacteriën afgebroken tot voedingsstoffen voor planten.

Gratis tuinonderhoud

Goede tuiniers weten dat de bodem allesbehalve een dooie boel is. Een gezonde bodem barst van het leven. Met niet alleen regenwormen en insecten, maar ook een verbijsterende hoeveelheid bacteriën, schimmels en andere micro-organismen. Een goede, gezonde bodem helpt bij het vasthouden van water, doordat er door al dat leven veel ruimte ontstaat om het water op te vangen. Regenwormen zijn daar bijvoorbeeld heel nuttig voor. Ze maken met hun gewoel en gegraaf de bodem luchtig en zo mengen ze de aarde. Kreeftachtige diertjes als pissebedden, recyclen plantaardig materiaal. Een gezonde bodem zorgt ook voor het opslaan van koolstof, gaat hittestress tegen en vormt een natuurlijke plaagbestrijding. Mieren vangen insecten en ruimen dode diertjes in de tuin op. Lieveheersbeestjes en andere kevertjes storten zich op bladluizen en verschillende wantsen eten schadelijke spintmijten. Door het gezond houden van de bodem zorgen bodemdieren ervoor dat wij de grond kunnen gebruiken om voedsel op te verbouwen. De meeste beestjes die we als bodemdieren zien zijn niet echt aaibaar te noemen. Maar ze zijn dus wél heel belangrijk voor (het leven in) de tuin. De tuinbodem is een leefgebied waarin vele organismen leven die ook je tuin onderhouden. En dat helemaal voor niets. Des te meer reden om zeer terughoudend te zijn met gif. Of liever nog, gebruik het niet! Al deze bodemdiertjes samen zijn uitermate nuttig. En bestrijding met, al dan niet biologische, middelen, tast op zijn minst een radertje aan in dit vernuftige systeem.

Biodiversiteit  

Biodiversiteit betekent variatie van verschillende levensvormen, zoals, verschillende planten, dieren, bacteriën en schimmels. Ruim een kwart van de biodiversiteit op aarde leeft onder je voeten, in de grond. Die zie je dus niet. Die levensvormen in de bodem zijn ook vaak heel klein, zoals bacteriën, schimmels, springstaarten, mijten en aaltjes. Andere levensvormen zijn weer een stuk groter, zoals pissebedden, miljoenpoten, regenwormen, muizen en mollen. Elk van die groepen heeft vaak weer verschillende soorten. Zo zijn er 37 soorten pissebedden en 25 soorten regenwormen bekend in Nederland. Allemaal leven ze in de bodem. Bodemdieren zijn onder te verdelen in tien hoofdgroepen: regenwormen, naaktslakken, huisjesslakken, spinnen (de kleinsten worden niet langer dan een millimeter), pissebedden, miljoenenpoten, duizendpoten, kevers, mieren en mollen.

Bacteriën en schimmels

In een gezonde bodem vind je veel bacteriën en schimmels: allebei ongeveer 10.000 kilo per hectare (twee voetbalvelden groot). De eencellige bacteriën zijn zoals bekend superklein, zo klein dat er wel 250.000 tot 500.000 in de punt aan het einde van deze zin passen. Ze zijn ook superbelangrijk. Ze behoren tot de belangrijkste ontbinders op de aarde. Alleen schimmels breken meer af. Bacteriën ontbinden dode planten en dieren en eten daardoor stikstof, koolstof en andere voedingsstoffen. Deze komen vrij als de bacterie wordt opgegeten of op een andere manier aan zijn einde komt. Schimmels zijn groter dan bacteriën, maar meestal net zo onzichtbaar als bacteriën. Er zijn meer dan 100.000 verschillende schimmels bekend. Deskundigen denken dat er nog een miljoen ontdekt moeten worden. Bijna alle planten werken ondergronds samen met schimmels. Schimmels nemen mineralen op uit de bodem en staan die af aan een plant. In ruil daarvoor krijgen ze suikers van de plant voor hun eigen voeding.

Vogelvoer

We hebben het nog niet gehad over (tuin-) vogels. Want in de praktijk zijn veel van deze bodemdiertjes ook gewoon vogelvoer. Reden temeer om rekening te houden met het bodemleven in je tuin. Want de merel die vaste gast is in je tuin kan in het broedseizoen heel slecht zonder regenwormen. En jonge spreeuwen, die we de laatste tijd helaas steeds minder zien, kunnen niet goed zonder de larven van de langpootmug: de zogenaamde emelten. Zanglijsters komen langs wanneer er slakken te halen zijn. En vlakbij het bos is er kans dat de groene specht langskomt, als mieren kans krijgen zich in je tuin te vestigen. Maar zelf vogelvoer aanbieden kan natuurlijk altijd, ook als je al een hele gezonde natuurlijke bodem hebt.

Bericht mei 2024

menu