‘Beestjes, beestjes…’

Heel wat Dukenburgers kunnen het liedje van Ronnie en de Ronnies uit 1967 (geschreven door Peter Koelewijn) zonder moeite meezingen. Het zijn niet de leukste beestjes die Ronnie bezingt. Ze kruipen met z’n allen door de kamer, ze loeren naar hem en machteloos moet hij toezien hoe ze de muren en het plafond in beslag nemen.

We kennen dat gevoel. En niet (alleen) als gevolg van te veel alcohol zoals in het liedje.  Als we de resten van de gebraden kip, die niet helemaal op ging, na een paar dagen in de groenbak inspecteren kruipen de maden, de wormen die uit de eitjes van de vleesvlieg ontstaan, in grote aantallen door de groenbak.

Dat zijn niet de enige wormpjes die je in of om huis tegenkomt. Maden en larven houden vaak van hapjes die wij als mensen ook lekker vinden. Een bekend voorbeeld is de larve van voedselmotten. Voedselmotten zoals meelmotten komen graag met honden-en kattenvoer, zuidvruchten, meel en meelproducten je huis in. Je ziet ze in het donker traag rondvliegen naar lichtbronnen en als je ze een mep geeft zie je een stoffige plek op de plaats van overlijden.

Eenmaal binnen in de kast kunnen ze door een papieren verpakking heen eten en van de zak ontbijtgranen overstappen naar de heerlijke chocolade die ernaast ligt. Eitjes leggen voedselmotten graag op een warm plekje naast de etensplek. Als je in de stapel handdoeken naast de voorraadkast spinsels vindt en misschien wel wittige larven met zwarte stipjes op het kopje weet je het al: voedselmotten. Aangetaste spullen weggooien, goed poetsen met water en een scheut azijn, alle etenswaren goed afsluiten en hopen dat ze wegblijven.

Maden

Maden en larven zien we niet graag in huis. Al die beestjes, denk ook maar aan wormen die via de mond in de darm komen, bezorgen een akelig gevoel en het is veel werk om ze te verwijderen. Het is overigens niet zo dat wormen vooral voorkomen in huishoudens of bij mensen die het met de hygiëne niet zo nauw nemen. Het zit hem meer in de omstandigheden: een vlieg of worm houdt van dezelfde omstandigheden als de wezens waar hij mee samenleeft. Voor wormen in en om huis is dat een lekkere temperatuur, lekker eten en genoeg rust.

Wormen

Buiten kom je nog veel meer wormen tegen. Het bekendste voorbeeld is de regenworm. Roze, als een harmonica voortkruipend door de gangetjes die hij onder de grond graaft. De regenworm heeft geen skelet. Hij is opgebouwd uit kleine segmenten. Het voorste segment, bij het dikke gedeelte van de regenworm, bevat de mond. Ogen heeft hij niet: in zijn huid zitten gevoelige cellen die licht waarnemen. In de huid zitten ook cellen die trillingen voelen waardoor de worm kan vluchten als hij iets aan voelt komen. Bekijk een regenworm maar eens goed: kleine borstelige haartjes zorgen ervoor dat hij vooruit kan komen. En daarmee bevordert hij de luchtigheid van de bodem, de vertering van afgevallen blad en de doorlaatbaarheid van de grond voor water.

Hoera voor de regenworm. En eigenlijk ook hoera voor emelten, de larve van de langpootmug en voor engerlingen, de larve van de meikever. Ook zij bevorderen de kwaliteit van de bodem.

Daar is geen gazonliefhebber het mee eens. Engerlingen en emelten eten de wortels van gras en andere planten zodat een fraai gazon verandert in een dorre woestenij. Allerlei vogels zien dat graag. Kraaien, merels en spreeuwen hebben de witte veelvraten snel in de gaten en graven met hun snavels en pootjes nog eens extra in de grasmat om zo’n malse worm te verschalken.

Bestrijden is erg lastig. De natuurlijke vijanden van emelten en engerlingen, aaltjes, komen van nature al in de bodem voor maar ze kunnen ook nog eens extra worden toegevoegd.

Weet je dat:

Het verschil tussen maden en larven te zien is aan de kop en de pootjes?

Een larve komt uit de eitjes van heel wat dieren zoals kevers, amfibieën, kreeften en rupsen. Een larve heeft meestal kleine pootjes en een zichtbaar kopschild.

Een made is de larve van een vlieg of mug. Geen pootjes en het kopschild is nauwelijks te zien.

Weet je dat:

Een worm zijn leven lang worm blijft?

Een made of larve is het beginstadium van een heel ander dier, zoals een vlieg, een kikker of een kever.

Bericht januari 2024

menu