'Van Coevorden-van Kleef'
Joodse oorlogsslachtoffers deel
In zijn boek Voor Joden verboden beschrijft Frank Eliëns alle Nijmeegse Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. In de Dukenburger verschenen enkele van deze portretten.
Dit keer staat het echtpaar Van Coevorden-van Kleef centraal.
Concentratiekamp Natzweiler-Struthof, ongeveer vijftig kilometer buiten Straatsburg in de Elzas
Fritz en Martha
Het jonge echtpaar Siegfried van Coevorden (Fritz) en Martha van Coevorden-van Kleef waren in WOII woonachtig in Den Haag en besloten in Nijmegen onder te duiken. Nijmegen was voor Fritz geen onbekende stad. Voor de oorlog woonde hij bij zijn Hertha en haar man Lazarus Beem in aan de Mesdagstraat 31.
Begin mei 1944 werd de opzichter bij de dienst Gemeentewerken in Nijmegen, H.G. Wijnacker, door Fritz benaderd met de vraag of hij samen met zijn vrouw een aantal dagen bij Wijnacker mocht onderduiken. Wijnacker hoefde daar niet lang over na te denken en haalde het echtpaar Van Coevorden, dat op 5 mei met de laatste trein vanuit Utrecht kwam, af op het station en nam hen mee naar zijn benedenwoning aan de Tooropstraat 8. Wat Wijnacker niet kon weten was dat agent van politie Wiebe op het politiebureau bezoek had gekregen van de bovenbuurman van Wijnacker, Theodorus Marinus Rasing. Die had van Wijnackers vrouw gehoord dat zij de volgende dag logés zou krijgen, waarvan Rasing vermoedde dat ze Joods waren. Volgens Rasing “bemoeiden Wijnacker zich veel met Joden.” Wiebe stuurde Rasing naar Verstappen, het hoofd van de Politieke Dienst, om hem zijn verhaal te vertellen. Wiebe en zijn collega Hidskes, gingen de volgende dag, laat in de avond, naar Wijnacker waar ze het zojuist gearriveerde echtpaar Van Coevorden én Wijnacker arresteerden. Laatstgenoemde werd na enige dagen vrijgelaten. Fritz werd als gevangene tewerkgesteld in het Kommando Echterdingen, vlakbij het concentratiekamp Natzweiler, en werd eind 1944 overgebracht naar het vliegveld Natzweiler-Struthof bij Stuttgart om daar te werken. Daar leefde hij onder erbarmelijke omstandigheden. Hij kwam er door uitputting om het leven op 25 april 1945, 28 jaar oud. Zijn vrouw Martha werd op 1 februari 1945 in Auschwitz vermoord. In 2005 werd bij een Amerikaans militair vliegveld in de buurt van Stuttgart een graf met 34 lichamen gevonden. Volgens de Oorlogsgravenstichting en het Nederlandse Rode Kruis is Siegfried van Coevorden mogelijk één van de dertien Nederlandse Joden die in het massagraf begraven liggen. Op dringend verzoek van Joodse organisaties werd afgezien van DNA-onderzoek en werden de stoffelijke resten herbegraven op 15 december 2005 op de Amerikaanse luchtbasis Filderstadt. Daarbij was ook aanwezig Efraïm Kochba, de zoon van Siegfried van Coevorden en Martha van Kleef.
De benedenwoning aan de Tooropstraat 8
Efraïm
Ernst Efraïm van Coevorden, zich later noemende Efraïm Kochba, werd in augustus 1943 in Amsterdam tijdens de onderduik geboren en heeft zijn ouders nooit gekend. Meer dan dat zij naar Auschwitz zijn gestuurd heeft hij nooit geweten. “Ik weet niet eens waarom ze zwanger is geraakt het was niet echt een periode dat je kinderen wilde”, vertelde de in Israël woonachtige Kochba in een interview in dagblad Trouw van 29 november 2005. Nog voordat hij werd geboren hadden zij ouders een kinderloos echtpaar bereid gevonden om hem te adopteren. Kochba: “Die vrouw heeft al maanden voor mijn geboorte gedaan alsof ze zwanger was. Ik ben rechtstreeks vanuit het ziekenhuis naar haar overgeheveld. Zij was christelijk en getrouwd met een Joodse man. De rest van de oorlog heb ik met hem doorgebracht, verborgen in een ondergrondse ruimte. Ook na de oorlog ben ik nog een tijd verstopt. Mijn oom van vaderszijde was me gaan zoeken en eiste me op. Maar de familie die me opgenomen had, wilde me niet afgeven. Dat echtpaar kon zelf geen kinderen krijgen en zij hadden mijn ouders beloofd dat ik hun zoon zou zijn, als ze niet terug zouden komen. Alleen stond er niets op schrift. Het werd een felle rechtszaak en in eerste instantie ben ik toegewezen aan dat echtpaar. Maar die vrouw was ziek en overleed. Het hooggerechtshof heeft toen alsnog bepaald dat die man niet voor me kon zorgen en ik ben teruggegeven aan mijn eigen familie.” Zijn oom Fritz nam hem vervolgens mee naar het toenmalige Palestina en bracht het kind, net vier jaar oud, onder bij zijn zuster in een kibboets. Op 12-jarige leeftijd werd hem verteld dat zijn echte ouders op transport naar Auschwitz waren gestuurd en daar waren vermoord.
Louis
Louis, broer van Fritz, vluchtte in januari 1942 naar Engeland en behaalde daar zijn vliegbrevet en maakte veelvuldig vluchten naar Duitsland in en bommenwerper. Hij nam aan het einde van de oorlog deel aan voedseldroppings en vertrok in Palestina. Hij werd piloot en later manager van de luchtvaartmaatschappij El Al en was een vertrouwensman van de Mossad, de geheime dienst van Israël. Louis van Coeverden was zeer betrokken bij de wereldberoemd geworden ontvoering in Argentinië van voormalig SS-kopstuk Adolf Eichmann. Die werd op 11 mei 1960 ontvoerd en tien dagen later overgevlogen naar Israël voor zijn berechting. Van Coevorden had de operationele leiding van de vlucht. De bij het verraad van Van Coevorden betrokken Rasing werd tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld. Hij was tot het voorjaar van 1944 lid van de NSB omdat hij zich wilde onttrekken aan het zich begeven in krijgsgevangenschap. Rasing verklaarde op 22 november 1947 “niet directe sympathie voor Joden” te voelen, maar in het algemeen niet anti-joods te zijn. “Tegen enige bepaalde Joden, met wie ik in een faillissement te doen heb gehad, had ik wel een grief.”
Tekst: Frank Eliëns
Geplaatst augustus 2021
'Alexander Salomons'
Joodse oorlogsslachtoffers deel 1
In zijn boek Voor Joden verboden beschrijft Frank Eliëns alle Nijmeegse Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. In de Dukenburger verschenen enkele van deze portretten.
Rabbijn Alexander Salomons voor de synagoge in de Gerard Noodtstraat in 1935
Rabbijn Alexander Salomons.
De tekst van deze aflevering is geschreven door historicus Jan Brauer. Het is een ingekorte versie van zijn artikel Willkommen in Holland!, gepubliceerd in Jaarboek Numaga 65 (2018) op pagina’s 102-121.
Vanaf 1933 trekken duizenden Duitse Joden en linkse nazi-tegenstanders – legaal of illegaal – over de Nederlandse grens, ook rond Nijmegen. Vele honderden gespannen mensen op drift arriveren met koffers per trein uit Kleef op het Nijmeegse station. Anderen komen via de officiële grensovergang in Beek of stiekem door bossen en over landwegen. Hoe reageren de Nijmegenaren op de binnendruppelende vluchtelingen en wie vangt hen op? De meeste Joodse vluchtelingen zijn op doorreis, ruim honderd blijven in Nijmegen. Dramatische taferelen op het perron, want de vluchtroute via station Nijmegen blijkt erg populair en kansrijk, vooral dankzij de grote inzet van de Nijmeegse rabbijn Alexander Salomons en zijn vluchtelingenhelpers.
Vaak was rabbijn Alexander Salomons zelf aanwezig bij de eerste opvang van vluchtelingen op het station. Hij was secretaris van het in april 1933 opgerichte Plaatselijk Hulpcomité tot steun aan de Duitsch-Joodsche Vluchtelingen. Salomons had zich in december 1925 uit Amsterdam in Nijmegen gevestigd als rabbijn en leraar van de Nederlands-Israëlitische Gemeente, die zo’n vijfhonderd leden telde. Ook gaf hij Hebreeuws op het Stedelijk Gymnasium. Salomons woonde met zijn vrouw Roosje Hes en hun vier kinderen op Gerard Noodtstraat 39, later op 27, pal naast de synagoge.
Al direct na Hitlers machtsgreep eind januari 1933 werd het onrustig in de grensregio. De Nijmeegse kranten berichtten vanaf maart 1933 geregeld over de repressie van de Joden in Kleef en omgeving en signaleerden een enorme drukte aan de grenzen: “Vele Israëlieten uit het grensgebied opgejaagd naar Nederland”, zo schreef De Gelderlander begin april. Nog diezelfde maand presenteerde het Nijmeegse vluchtelingencomité zich met oproepen in de pers voor steun. (…) In het Nijmeegse openbare leven vroeg de rabbijn geregeld aandacht voor de vervolgingen in Duitsland. Steeds benadrukte hij de verbondenheid van de Joodse gemeenschap met Nederland. (Vijf jaar werkten Salomons en anderen aan de opvang van Joodse vluchtelingen. Toen kwam de Kristallnacht. ‘Furie over Duitschland. Alles wat joodsch is vernietigd’ opende De Gelderlander op vrijdag 11 november 1938. De regering verzachtte het strenge vluchtelingenbeleid voor korte tijd.)
Het kwalijke karakter van het naziregime was inmiddels wel tot de hele wereld doorgedrongen. Daarom werd kort na de Kristallnacht aan de Nederlandse grens niet iedereen zonder meer teruggestuurd. Toen echter na enkele weken het ingestelde maximum van zevenduizend vluchtelingen was overschreden, ging de grens weer nagenoeg op slot. Slechts bij dreigend levensgevaar of als het ging om kinderen en vrouwen werd nog toegang verleend, zo meldde minister-president Hendrik Colijn al eind januari 1939 aan het parlement. Door de vele illegale grensgangers steeg het aantal vluchtelingen dat na november 1938 het land binnenkwam niettemin tot boven de tienduizend. Als de politie deze illegale grensgangers aantrof, werden de mannen naar een besloten opvang gebracht, terwijl hun vrouwen en kinderen elders werden opgevangen.
De correspondent van Het Vaderland en het Algemeen Handelsblad sprak op donderdag 17 november 1938 in de Nijmeegse synagoge uitgebreid met een zeer drukbezette Salomons: “Onophoudelijk rinkelde de telefoon.” Salomons had zorgen over zeven kinderen die op goed geluk uit Keulen waren aangekomen, de oudste veertien jaar, de jongste drie en een half. Hun huis in Keulen was ’s nachts overvallen door een bende nazi’s, die de hele inboedel kort en klein had geslagen. De kinderen wisten zich een week lang schuil te houden, zwervend door de stad. Vervuild en schamel gekleed waren ze door hun moeder op de trein gezet en op het Nijmeegse station door Salomons opgepikt. Het Nijmeegse comité probeerde in contact te komen met de ouders en ondertussen te regelen dat de kinderen konden blijven. Uiteindelijk gaf Den Haag toestemming, maar, zo drukte Salomons de journalist op het hart: “Het is dringend noodzakelijk […] dat op korten termijn een soepele regeling getroffen wordt. In afwachting desnoods van de Internationale regeling van het vluchtelingenvraagstuk.”
Kindertrein.
Op zondagavond 11 december 1938 rond acht uur reed onder grote belangstelling een speciale kindertrein uit Wenen met zeshonderd Joodse vluchtelingetjes tussen 4 en 17 jaar station Nijmegen binnen. Ze waren op weg naar Hoek van Holland. De krant berichtte: ‘De stemming onder de kinderen was zeer opgewekt en allen waren zeer dankbaar voor de hartelijke ontvangst. Het vluchtelingencomité had gezorgd voor koffie, brood en fruit, in zoo ruime mate, dat men nog overhield. Om kwart voor negen reed de lange trein het station Nijmegen weer uit, waarbij de vele belangstellenden de jonge reizigers hartelijk nawuifden, die op hun beurt daarop vroolijk reageerden.”
Tegenover de vreugde over deze speciale kindertrein stond het vluchtelingendrama dat zich uitgerekend op hetzelfde tijdstip op het station afspeelde, een stukje verderop in de visitatiezaal van de douane. Daar waren met de D-trein van 18.43 uur uit Kleef 22 kinderen tussen drie en zeventien jaar binnengedruppeld zonder papieren. Zij werden geweigerd en moesten meteen terug. Dat gaf de nodige commotie bij de leden van het kindercomité en er werd met spoed gebeld naar Den Haag. Daar besloot Croiset van Uchelen (administrateur voor de Grensbewaking en de Rijksvreemdelingendienst) tot een ‘sprekende afwijzing’ van deze ‘onregelmatig aangereisde’ kinderen. Hij wilde met dit stevige besluit de ongeorganiseerde toestroom stoppen, met name via station Nijmegen. Rabbijn Salomons kon niets meer uitrichten. Zwaar teleurgesteld gaf hij de aanwezigen te kennen dat zijn aanvankelijke vreugde over de speciale kindertrein door dit incident behoorlijk was vergald. Een journalist registreerde de trieste aftocht: “… in alle heerlijke Hollandse nuchterheid klonk het consigne: ‘Terug...!’ […] En toen zijn die twee en twintig kinderen als een kudde zwarte schapen door de tunnel naar het tweede perron gedreven en met de trein van 20.14 uur precies op tijd naar Duitsland teruggegaan. Zij waren anderhalf uur in ons gastvrije Nederland geweest... Er waren er bij, die wanhopig huilden. De jongens keken teleurgesteld en de meisjes drukten de zakdoek in de ogen.”
De berichten over de zeer actieve steun aan Joodse vluchtelingen op het Nijmeegse station waren behoorlijk verspreid geraakt in Joodse kringen in Duitsland. Binnenkomst verliep daar ‘gemakkelijker’ dan op andere stations, zo werd verteld. In Berlijn en Keulen kregen vluchtelingen daarom het advies via Nijmegen te reizen. Toch was het Nijmeegse vluchtelingencomité niet altijd succesvol. Dat was al gebleken uit het pijnlijke incident in december, maar ook in de maanden daarna waren er teleurstellingen. Over februari 1939 rapporteerde de Doorlaatpost Station Nijmegen van de douane, dat er in totaal 1.546 vreemdelingen waren gearriveerd, onder wie 1.262 Duitsers. Over de Joodse vluchtelingen onder hen werd in kille cijfers gemeld: ‘Doorgelaten 1 volwassene en 13 kinderen, teruggezonden 9 volwassenen en 51 kinderen’. Ook Salomons schreef op 23 februari naar het landelijk comité dat in de voorbije week alle in Nijmegen gearriveerde kinderen op last van het departement waren teruggezonden.
Het gezin Salomons in 1936, vlnr. Sara, vader Alexander, Bram, Louis, moeder Rosa en Sprins
Slechte afloop.
Met het gezin van rabbijn Alexander Salomons liep het slecht af. Al in november 1940 werd de rabbijn door de gemeente op non-actief gezet als leraar Hebreeuws van het Stedelijk Gymnasium. Het ontslag per 1 maart 1941 werd aangezegd in een brief van burgemeester Steinweg. (…) Het gezin Salomons verhuisde op 13 april 1943 naar Amsterdam. (…) Dat bleek slechts een tussenstation, want op 20 juni kwamen ook zij aan in kamp Westerbork. Begin juli volgde het transport naar vernietigingskamp Sobibor in Polen. Alexander Salomons (52), zijn vrouw Roosje (49), hun kinderen Louis (20), Sara (18) en Abraham (12) werden op 6 juli op transport gesteld uit Westerbork en meteen na aankomst in Sobibor op 9 juli vermoord. Dochter Sprins (17) was in Westerbork ziek geworden. Zij moest op 20 juli alsnog op transport naar Sobibor. Ook zij werd meteen vermoord.
Tekst: Jan Brauer
Geplaatst juni 2021
'Groene wandeling door Dukenburg'
De Dukenburg wandeling 2020
Hierbij de routebeschrijving van de 14 km lange wandeling door de groenste gebieden van Dukenburg. Start en finish bij bus- en treinstation Dukenburg.
Loop vanaf het busstation naar het winkelcentrum Dukenburg. Neem via de trap de overdekte passage, trapje af en volg in verlengde het voet/fietspad. (Met kinderwagen, rolstoel enz. volg het fietspad rond het winkelcentrum. Na de oversteek rechtsaf weer op de route) Neem links de oude eikenlaan (Geologenlaantje). Langs een informatiebord over de bijzondere historie van dit groengebied met een oude Maasarm. (foto 01)
Volg dit Geologenlaantje (2 x fietssluis, weg oversteken, nogmaals fietssluis). Aangekomen bij het tweerichting fietspad tweemaal de Nieuwe Dukenburgseweg oversteken en schuin links een smal zandpad inlopen. Aan het einde oversteken links een asfaltpad op (Orangeriepad), langs een restant van voormalig Huize Duckenburg, nu restaurant. (foto 02)
Einde pad rechtsaf (Duckenburgpad), oversteken en pad vervolgen. Dan eerste pad rechtsaf, (Valckenaerpad). Na 150 meter via een houten vlonder links (Uilenbosje). Bij splitsing rechtdoor, bij tweede splitsing rechtsaf. Slingerpad blijven volgen, aan einde linksaf het Uilenbosje uit. Steek de Van Apelterenweg over, even naar links langs het fietspad en dan rechts, hier is de Ontmoetingskerk met een bijzondere herdenkingstuin waarin onder anderen overleden Dukenburgers worden herdacht. (foto 03)
Neem het net gepasseerde Snouckaart van Schauburgpad achter de kerk en wijkcentrum langs. Op kruising rechts, het Zegerspad, genaamd naar familie die boerderij op landgoed Duckenburg pachtte. Na fietssluis oversteken en tussen twee kantoorpanden door. Rechtsaf en bij de kruising links de 60e straat oversteken. Rechts van sportcentrum Hara over het fietspad lopen en vóór het skatepark linksaf een graspad in. Links is nu het Grand Canal, historisch restant van landgoed Duckenburg. (foto 04)
Hier kan men rechts het Douglasbos in, bij splitsing links om weer bij het Grand Canal uit te komen. Bij de huizen (rechts) wordt dit een verhard pad, de straat oversteken (bloemenkiosk), rechts aanhouden en links de 16e straat Meijhorst in (linkerhand weer het Grand Canal). Volg de weg langs flatcomplex de Vijverhof. Zijweg oversteken, volg nu het fietspad, steek de Staddijk (straat) over rechtdoor blijven lopen over het (tweerichting)fietspad, langs sport- en tennisvelden. Tot rechts de oprit van uitvaartcentrum Waalstede van DELA. Nu links met een wandelpad stadspark Staddijk in. Dit pad blijven volgen met aan de rechterhand het water. Na enige tijd een bruggetje over het water. (foto 05)
Rechtdoor het pad blijven volgen met steeds water aan de rechterkant. Midden in het water een niet te betreden bosgebied (het Vogeleiland). Bij splitsing rechtsaf, links de natuurspeeltuin Speeldijk. (foto 06)
Na de speeltuin links is Trainingscentrum Michi gevestigd, met horecagelegenheid. Het Gerrit Schultepad oversteken (foto 07) rechtdoor blijven gaan met steeds het water rechts. Aan het einde het park Staddijk uit en rechtsaf over de Staddijk(straat).
Ga dan voor de verkeerslichten linksaf het Schlingemannpad in. Dit is een historische bomenlaan, vernoemd naar een van de vroegere bewoners van landgoed Duckenburg. Aan het einde rechtsaf, steek de Van Boetbergweg over en ga linksaf. Na 60 meter, bord fietsroutenetwerk, rechtsaf. Ga links, rechts tussen de flatgebouwen door naar winkelcentrum Weezenhof. Hier even naar links en de eerste straat rechts (bij bord Weezenhof 51-00). Deze straat (Weezenhof 53 en 54 straat) uitlopen tot de bushalte. Neem het tweede pad links (bij hondenpoepbak).
Volg het pad en de stoep langs de parkeerplaatsen met steeds het groen aan de rechterhand. Na een lantaarnpaal met een AED-sticker schuin rechtdoor over het trottoir, Weezenhof 82-37 t/m 82-65. Na huisnummer 82-65 en lantaarnpaal WY022 scherp linksaf gaan, een graspad op. Helemaal rondom de vijver rechts van u blijven lopen op het graspad. Dit pad komt uit bij het natuurgebied Hatertse Broek (Vogelzang). Voorbij het bord van Geldersch Landschap en Kasteelen rechtsaf. Aan het einde linksaf, een bomenlaan met aan beide zijden grasvelden. (foto 08).
Aan het einde, na het passeren van een bankje, linksaf. Dit brede pad, met een bocht naar rechts en links, blijven volgen. Bij een viersprong met links een bankje rechtdoor langs de betonfabriek. Voor het witte hek van het Geldersch Landschap scherp linksaf gaan, Hierna de eerste mogelijkheid rechtsaf. Afslag rechts nemen over een tegelpad langs Weezenhof 71-45. Hierna rechtsaf en rechtdoor blijven lopen over een tegelpad. Aan het einde linksaf, 68e straat. Voetpaden langs de huizen blijven volgen met rechts van u een grasveld, parallel aan een watergang en de Westkanaaldijk. Bij Weezenhof 61e straat aangekomen linksaf, en dan rechtsaf de 63e straat in. Dit wordt de 92e straat, de asfaltweg oversteken en rechtsaf het fietspad volgen. Dit fietspad volgen tot de eerste kanaalbrug. Linksaf onder de brug door, vrijliggend fiets- en wandelpad op. Wanneer het fiets- wandelpad naar links afbuigt, zelf tussen afvalbak en verkeersbord rechtdoor een smal onverhard pad op tussen fietspad en kanaal. Dit pad blijven volgen met af en toe vrij zicht op het Maas Waalkanaal. (foto 09)
Volg het onverharde pad en vervolgens het fiets- en wandelpad en ga onder de kanaalbrug door. Bij een boom midden op het fietspad linksaf naar beneden, oversteken en rechtdoor de Teersdijk op. (foto 10)
Deze voormalige hoofdverbindingsweg tussen Nijmegen en Wijchen helemaal uitlopen, negeer alle zijpaden en zijwegen. Aan het einde bij het rode tweerichting fietspad rechtsaf.
Je bent weer bij het winkelcentrum Dukenburg, en passeert dezelfde traverse als aan het begin van de wandeling. Eindpunt bereikt bij station Dukenburg.
Bericht juli 2020