'Operatie Market Garden 2019'
Wijchen/Alverna:
Op 22 september 2019 herinnerde Nijmegen de bevrijding 75 jaar geleden en operatie Market Garden. Met een stoet van 450 legervoertuigen komend vanaf het zuiden over wat toen heette: ‘Hell’s Highway’. Het duurde nog 7 maanden voor heel Nederland bevrijd was, Nijmegen was al die tijd frontstad. In de komende Dukenburger een verslag van de Gilde excursie Market Garden.
Lees meer: 'Operatie Market Garden 2019'
'N8O (nacht ommetje)'
Omdat het werkgroepje N8O vindt dat Aldenhof dit jaar aan de beurt mocht zijn, stond er in een eerdere Dukenburger een oproep aan Aldenhoffers om zich te melden. De reactie was lauw. Er kwamen geen sprankelende ideeën. Er waren evenmin bewoners die enthousiast reageerden met ‘Ja, ik doe mee.’ Bovendien organiseert Aldenhof als traditie eind oktober een avondje Halloween. Om deze redenen kwam de dunbevolkte Staddijk in beeld. Michi en anderen zijn intussen volop betrokken bij de voorbereidingen. Omdat het team N8O nog niet alle vrienden- van-het-park heeft weten te bereiken, richt het werkgroepje zich hierbij speciaal tot hen. Welke vriend/vriendin weet ook in het donker het mooiste of meest spannende plekje aan te wijzen om hierover te vertellen? De wandelroute zal namelijk door het park uitgestippeld worden en ongeveer anderhalf uur in beslag nemen. Dit lijkt lang, maar er worden enkele passen op de plaats gecreëerd.
Bericht augustus 2019
'Nooit te oud om te leren'
Bij de leerplaatsen van het ROC Nijmegen zijn verschillende mogelijkheden om bijvoorbeeld beter te leren lezen en/of om beter met de computer te leren werken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interactief lesmateriaal voor taal, rekenen en wiskunde ontwikkeld door ‘Muiswerk Educatief’. De slimme software die uitdaagt, volgt en motiveert, helpt de leerling. Voor de beste leerling zit er ook nog een prijs aan vast als ‘Muiswerker van het jaar’. Hue thi Nguyen cursist bij NT1 van het Roc Nijmegen was op vrijdag 27 juni 2019 de gelukkige. Hue is nu een jaar op les en maakt grote vorderingen.
Gertie Brands, Hue thi Nguyen en Sander Beek
Dit lesmateriaal helpt haar in het dagelijkse leven, maar ook bij het zoeken naar werk. Hue kreeg naast een i-pad een bos bloemen van Gertie Brands (ROC Nijmegen) en een oorkonde van Sander Beek (Muiswerk educatief).
Voor meer informatie klik hier voor de ROC website of bel (024) 890 40 24
Bericht augustus 2019
‘Nathan en Elsa Brogholter-Passmann’
Joodse oorlogsslachtoffers deel 4
In zijn boek Voor Joden verboden beschrijft Frank Eliëns alle Nijmeegse Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. In de Dukenburger verschenen enkele van deze portretten.
In deze aflevering: Nathan en Elsa Brogholter-Passmann.
De in 1883 in Goor geboren Nathan Brogholter en zijn in hetzelfde jaar in Xanten Duitsland geboren vrouw Elsa Passmann vestigden zich in augustus 1940 in Nijmegen. Zij trokken in bij bij Isaäc Glaser en Bernadina Passmann (de zus van Elsa) aan de Graafseweg 32.
Nathan moest zich in de zomer van 1942 melden in Westerbork. Vlak voor zijn vertrek onderging hij in het Wilhelmina-ziekenhuis een zware operatie. Dat kon een gedwongen vertrek naar Westerbork niet voorkomen. Kort voor dit vertrek had Elsa Brogholter op 5 oktober Mr. Leenen, accountant in Nijmegen, notariële volmacht verleend om haar belangen te vertegenwoordigen. “Van eenig teeken van leven is mij sindsdien niet meer gebleken”, zo verklaarde deze kort na de oorlog. Nathan overleed op 14 oktober 1942 in Westerbork en werd twee dagen later op de Joodse begraafplaats in Assen begraven. Elsa werd met het transport van 23 oktober 1942 naar Auschwitz vervoerd waar zij direct na aankomst op 26 oktober werd vermoord. Voor het huis waar Elsa in Xanten woonde - Karthaus 2 - ligt ter herinnering aan haar een Stolperstein.
Bewindvoerder
Tot bewindvoerder over het vermogen van Brogholter werd op 16 oktober 1945 Mr. J.H. Leenen aangesteld. In een brief van 8 april 1946 aan het Nederlands Beheersinstituut, afdeling Nijmegen, gaf Leenen een tussentijds verslag van zijn bevindingen. Op 1 mei 1941 bedroeg het vermogen van Brogholter en zijn vrouw blijkens aangifte voor de vermogensbelasting rond de 44.000 gulden. Brogholter bezat geen onroerend goed en had zijn roerend vermogen bij Lippmann, Rosenthal & Co in Amsterdam moeten inleveren. Van deze bank kreeg hij maandelijks 120 gulden om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Door Brogholter en zijn vrouw waren dertig effecten bij deze (roof-)bank ingeleverd ter waarde van bijna 58.000 gulden. Alle effecten waren door de bank verkocht.
In bezit van de bewindvoerder was een aandeel van 300 gulden. Hij maakte in genoemde brief melding van de verkoop van een aantal dividendbewijzen, waarvan hij de waarde niet noemde. Verder stond op een tweetal spaarbankboekjes nog een tegoed van ruim 5700 gulden.
Leenen had van mevrouw Brogholter een aantal keer contant geld in ontvangst genomen en dit samen met de opbrengst van de dividenduitkering van aandelen op een geblokkeerde rekening gestort. Het betrof een bedrag van 685 gulden. Ook ontving hij een tas met sieraden.
Huis leeggehaald
Zoals gemeld woonde het echtpaar in bij hun zwager. Nathan en Elsa bezaten nauwelijks meubilair. Maar het weinige dat er was, verdween toen het huis van de familie Glaser werd leeggehaald na hun vertrek naar Westerbork. De waarde werd getaxeerd op 5.000 of 6.000 gulden.
Basisloon
Op 16 september 1946 vroeg Leenen het Nederlands BeheersInstituut zijn basisloon voor zijn werkzaamheden naar behoren te honoreren, zeker omdat hij heel secuur en uitvoerig de bewindvoering verrichtte. “Ik wil hierop niet terugkomen, want het is niet prettig deze financieele kwestie telkens opnieuw te moeten aanroeren. In het geval Brogholter kan ik evenwel met de luttele beloning van fl. 50,- per jaar geen genoegen nemen. Het is mij volkomen onbegrijpelijk, dat het Ned. Beheersinstituut in dit geval zelfs gemeend heeft de toch al geringe minimum belooning van fl. 100,-- voor een heel jaar te moeten halveeren. Of hiertoe het recht bestaat, weet ik niet, maar onbillijk is het zeker.”
Slotsom
In zijn eindverslag van 3 november 1951 kwam Leenen tot de slotsom dat het vermogen van het echtpaar Brogholter moest worden vastgesteld op 60.366,46 gulden. Het grootste deel bestond uit effecten waarover nog geen rechtsherstel had plaatsgevonden, maar gerekend werd op een uitkering van 70 procent van de waarde van de effecten. Een uitkering die overigens in een eerder stadium door de Raad voor het Rechtsherstel was verworpen. Het is niet bekend hoe de bewindvoering uiteindelijk precies vorm heeft gekregen, maar we mogen ervan uitgaan dat de vordering aan de nabestaanden werd toegewezen.
Bericht september 2021
'Elias den Arend'
Joodse oorlogsslachtoffers deel 2
In zijn boek Voor Joden verboden beschrijft Frank Eliëns alle Nijmeegse Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. In de Dukenburger verschenen enkele van deze portretten.
Klooster Berchmanianum van de Jezuïeten aan de Houtlaan, circa 1935
Elias den Arend
Op 25 april 1941 vestigden zich in Nijmegen aan de Observantenstraat 15 Elias den Arend en zijn vrouw Franziska Pollauf. Elias was op 2 mei 1895 in Rotterdam geboren. Franziska werd op 12 oktober 1902 in Wald (Oostenrijk) geboren. Franziska was niet-Joods en Rooms-Katholiek, waardoor Elias behoorde tot de categorie gemengd gehuwd Joden die in principe en aanvankelijk gevrijwaard zouden blijven van deportatie.
Een val.
Omstreeks 25 augustus 1942 kreeg het echtpaar Den Arend bezoek van een hen onbekende man die zich voorstelde als Jacob van Spier. Die vertelde dat hij wilde onderduiken en dat hij een veilige plaats zocht om zijn geld in veiligheid te stellen. Hij had begrepen dat Den Arend over contacten zou beschikken die mogelijk zijn geld in bewaring wilde nemen. Van Spier, die met Peter Hooge en Gerrit C. Gerritsen (laatstgenoemden werkten voor de Sicherheitsdienst) veel voor de Nijmeegse politie werkte bij het verraden van verzetsmensen en Joden, zette een val op voor Den Arend.
Hulp bieden.
Hooge ging op een niet bekende dag na spertijd naar Den Arend om zijn hulp in te roepen bij het zoeken naar een onderduikadres. Den Arend had in Nijmegen pogingen ondernomen om een onderduiknetwerk op te zetten en zou ook hulp kunnen bieden bij het vluchten naar buitenland. Hooge deed zich voor als een in Nijmegen ondergedoken Jood en adviseerde Den Arend voordat ze onderweg gingen zijn Jodenster af te doen. Zo gingen ze te voet onderweg richting Malden. Daar zou Den Arend geld en goederen ontvangen die hij in bewaring zou nemen. Ter hoogte van de hoek St. Annastraat-Scheidingsweg werden Hooge en Den Arend gearresteerd door de commissaris van politie Van Dijk en agent G. Wanders. Ook Gerritsen was bij de arrestatie betrokken, evenals Obersturmführer Karl Herfuhrt. Hooge kreeg, zo was het plan, de kans te ‘ontsnappen’. Den Arend werd door Van Dijk en Herfuhrt overgebracht naar het klooster Berchmanianum van de paters Jezuïeten aan de Houtlaan, dat in 1942 was genaast door de Duitsers. Herfuhrt had daar de leiding over een dependance van het Lebensborn-project. In het klooster was een Mütterheim gevestigd waar geselecteerde arische vrouwen bezwangerd zouden worden door elitesoldaten van de SS om zo ‘raszuivere’ kinderen te krijgen, geheel overeenkomstig de filosofie van Adolf Hitler. Ondanks het feit dat het Mütterheim in Nijmegen operationeel was, heeft het nooit als zodanig gefunctioneerd. Herfuhrt vertrok later naar het kasteel Wégimont bij Luik waar hij een Mutterheim leidde dat wel kinderen voortbracht naar Hitlers wens.
Verhoord.
In het klooster aan de Houtlaan werd Den Arend door Van Dijk en Herfuhrt verhoord. Uiteraard kon en wilde hij niets van het hem ten laste gelegde bevestigen. Om het opgezette spel geloofwaardig te houden werd Hooge opnieuw ‘gearresteerd’ en met Den Arend geconfronteerd. Ook deze confrontatie leidde niet tot een verklaring van Den Arend. Van Dijk, Wanders en Hooge onderzochten daarop het huis van Den Arend aan de Observantenstraat. Daar werd echter geen belastend materiaal aangetroffen. Het gezelschap ging vervolgens weer terug naar de Houtlaan waar SS-soldaten Den Arend treiterden en hem, alsof het een exercitieoefening was, door een vijver bij het klooster liet lopen. “Dit werd als een lolletje beschouwd omdat de jood verteld had dat hij soldaat was geweest”, aldus agent van politie Wanders die Den Arend beschreef als een “onooglijk klein ventje.” Telkens als Den Arend iets gevraagd werd sprong hij in de houding en klapte met zijn hakken tegen elkaar ‘waardoor hij zich gewoon belachelijk maakte’, aldus Wanders.
Op transport.
Commissaris Van Dijk had geen enkele grond om Den Arend te arresteren, maar omdat deze zonder ster én na spertijd op straat liep, werd hij op 17 september als straf overgebracht naar Westerbork. Daar werd Den Arend, als ‘strafgeval’ de volgende dag op transport gesteld naar Auschwitz waar hij op 47-jarige leeftijd op 31 december 1942 werd vermoord.
Echtgenote.
Mevrouw Den Arend overleefde de oorlog en keerde op 3 december 1945 terug naar haar geboorteland Oostenrijk.
Tekst: Frank Eliëns
Geplaatst juni 2021